ECLI:NL:RBROT:2025:10552

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
4 juli 2025
Publicatiedatum
2 september 2025
Zaaknummer
11468034 CV EXPL 24-33445
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van herstelkosten afgewezen wegens gebrek aan bewijs van installatiefouten

In deze zaak heeft SolarNRG Trading B.V. een vordering ingesteld tegen een gedaagde partij, die installatiewerkzaamheden heeft verricht. SolarNRG stelt dat de gedaagde fouten heeft gemaakt bij de installatie, wat heeft geleid tot lekkage. De eis van SolarNRG om € 2.914,00 aan herstelkosten te vergoeden, is door de kantonrechter afgewezen. De rechter oordeelt dat SolarNRG niet voldoende bewijs heeft geleverd dat de lekkage het gevolg is van installatiefouten door de gedaagde. SolarNRG heeft niet aangetoond hoe de lekkage is ontstaan en heeft geen bewijsstukken overgelegd die de stelling ondersteunen. Bovendien heeft SolarNRG de gedaagde niet in de gelegenheid gesteld om eventuele fouten zelf te herstellen, wat volgens de wet vereist is. De kantonrechter concludeert dat de wettelijke regels van toepassing zijn en dat SolarNRG de kosten van de herstelwerkzaamheden niet kan verhalen op de gedaagde. De proceskosten worden toegewezen aan de gedaagde, omdat SolarNRG ongelijk heeft gekregen.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

locatie Rotterdam
zaaknummer: 11468034 CV EXPL 24-33445
datum uitspraak: 4 juli 2025
Vonnis van de kantonrechter
in de zaak van
SolarNRG Trading B.V.,
vestigingsplaats: Poeldijk,
eiseres,
gemachtigde: R. Weerwag,
tegen
[gedaagde],
vestigingsplaats: Maassluis,
gedaagde,
vertegenwoordigd door: [naam 1] (indirect bestuurder).
De partijen worden hierna ‘SolarNRG’ en ‘[gedaagde]’ genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:
  • de dagvaarding van 29 november 2024, met bijlagen;
  • het antwoord, met bijlagen;
  • de akte van SolarNRG van 27 juni 2025.
1.2.
Op 27 juni 2025 is de zaak tijdens een zitting besproken. Daarbij was namens SolarNRG de gemachtigde aanwezig. Namens [gedaagde] is [naam 1] verschenen.

2.De beoordeling

Wat is de kern?
2.1.
[gedaagde] heeft in opdracht van SolarNRG installatiewerkzaamheden verricht. SolarNRG stelt dat [gedaagde] bij de installatiewerkzaamheden ten behoeve van [naam 2], welk project op 24 juli 2021 is opgeleverd, fouten heeft gemaakt en dat als gevolg van die installatiefouten een lekkage is ontstaan. SolarNRG heeft deze lekkage door een derde laten herstellen. SolarNRG stelt dat [gedaagde] de kosten van de herstelwerkzaamheden aan haar moet vergoeden. SolarNRG eist daarom in deze procedure dat [gedaagde] wordt veroordeeld om € 2.914,00 aan haar te betalen.
2.2.
[gedaagde] is het niet eens met de eis van SolarNRG. [gedaagde] betwist dat zij bij de installatiewerkzaamheden ten behoeve van [naam 2] fouten heeft gemaakt en – in het verlengde daarvan – dat de lekkage het gevolg is van installatiefouten die zij heeft gemaakt. Bovendien had SolarNRG haar, voor zover de lekkage wel het gevolg is geweest van installatiefouten die door haar zijn gemaakt, in de gelegenheid moeten stellen om de installatiefouten zelf te herstellen.
2.3.
De kantonrechter wijst de eis van SolarNRG af. Hierna wordt uitgelegd waarom.
[gedaagde] hoeft de kosten van de herstelwerkzaamheden niet aan SolarNRG te vergoeden
2.4.
Tussen partijen is in geschil of de lekkage het gevolg is geweest van installatiefouten die door [gedaagde] zijn gemaakt. Volgens SolarNRG heeft [gedaagde] bij de installatie van de dakdoorvoer, waar de lekkage is ontstaan, fouten gemaakt en is als gevolg daarvan de lekkage ontstaan. Dit wordt door [gedaagde] betwist. [gedaagde] erkent dat zij de dakdoorvoer heeft geplaatst, maar volgens [gedaagde] heeft zij de dakdoorvoer lekdicht opgeleverd en kan de lekkage daarom niet het gevolg zijn geweest van de installatiewerkzaamheden die zij heeft uitgevoerd. Volgens [gedaagde] heeft een derde nadien werkzaamheden aan de dakdoorvoer verricht en heeft die derde vermoedelijk de dakdoorvoer niet lekdicht achtergelaten. Deze derde was verantwoordelijk voor de installatie van de zonnepanelen en heeft daarbij verschillende kabels door de door [gedaagde] geplaatste dakdoorvoer gevoerd. Volgens [gedaagde] heeft de derde nagelaten de dakdoorvoer vervolgens aan de binnenkant af te dichten en de buisjes waar de kabels doorheen lopen dicht te kitten. De lekkage is volgens [gedaagde] vermoedelijk daardoor ontstaan.
2.5.
SolarNRG draagt de stelplicht en bewijslast van de stelling dat de lekkage het gevolg is geweest van installatiefouten die door [gedaagde] zijn gemaakt (artikel 150 Rv). SolarNRG heeft deze stelling echter geenszins onderbouwd. Zij heeft niet toegelicht op welke wijze de lekkage is ontstaan en – in het verlengde daarvan – waarom de lekkage volgens haar te wijten is aan de installatiewerkzaamheden die [gedaagde] heeft verricht. Zij heeft ook geen stukken overgelegd waaruit blijkt dat de oorzaak van de lekkage is gelegen in installatiefouten die door [gedaagde] zijn gemaakt. Hoewel SolarNRG ter zitting heeft aangegeven dat er een schaderapport is opgemaakt waaruit dit zou blijken, heeft zij dat rapport niet overgelegd. Gelet op de gemotiveerde betwisting door [gedaagde], had het op de weg van SolarNRG gelegen om haar stelling nader te onderbouwen. SolarNRG heeft dat niet gedaan. De kantonrechter komt daarom tot het oordeel dat niet is komen vast te staan dat de lekkage het gevolg is geweest van installatiefouten die door [gedaagde] zijn gemaakt.
2.6.
Ook indien wel vast was komen te staan dat de lekkage het gevolg is geweest van installatiefouten die door [gedaagde] zijn gemaakt, zou [gedaagde] niet gehouden zijn geweest de kosten van de herstelwerkzaamheden aan SolarNRG te vergoeden. De raamovereenkomst waar SolarNRG zich op beroept, op grond waarvan SolarNRG bij lekkage direct derden mag inschakelen om de herstelwerkzaamheden uit te voeren en [gedaagde] de kosten voor die werkzaamheden dient te vergoeden, is namelijk in dit geval niet van toepassing. Het project ten behoeve waarvan [gedaagde] installatiewerkzaamheden heeft verricht en waar het in deze procedure om gaat, is immers op 24 juli 2021 opgeleverd en de raamovereenkomst is pas daarna, in september/oktober 2021, ondertekend. [gedaagde] heeft in dit verband tijdens de zitting onbetwist gesteld dat de installatiewerkzaamheden daarvoor op basis van een mondelinge overeenkomst werden verricht. Daarbij is niet gesteld of gebleken dat partijen destijds ook al afspraken hadden gemaakt over de vraag wie verantwoordelijk is voor het uitvoeren van de herstelwerkzaamheden en het vergoeden van de kosten daarvan. Dit betekent dat op het onderhavige geval uitsluitend de wettelijke regels van toepassing zijn. Op grond van artikel 7:759 lid 1 BW had SolarNRG [gedaagde] derhalve eerst in de gelegenheid moeten stellen om de installatiefouten die tot de lekkage hebben geleid binnen een redelijke termijn zelf te herstellen. SolarNRG heeft dat niet gedaan.
2.7.
Tot slot merkt de kantonrechter nog op dat SolarNRG de kosten van de herstelwerkzaamheden die zij stelt te hebben gemaakt onvoldoende heeft onderbouwd. Zij heeft niet toegelicht welke herstelwerkzaamheden precies zijn uitgevoerd en op de factuur die SolarNRG heeft overgelegd is niet gespecificeerd waar het gevorderde bedrag uit is opgebouwd. Ook op dat punt schiet de onderbouwing van de vordering door SolarNRG dus tekort.
2.8.
Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen, komt de kantonrechter tot het oordeel dat [gedaagde] de kosten van de herstelwerkzaamheden niet aan SolarNRG hoeft te vergoeden. De kantonrechter wijst de eis van SolarNRG af.
De incassokosten en rente worden afgewezen
2.9.
Omdat de door SolarNRG gevorderde hoofdsom wordt afgewezen, bestaat er geen aanleiding voor toewijzing van de daaraan gekoppelde rente en buitengerechtelijke incassokosten. Ook die vorderingen worden daarom afgewezen.
SolarNRG moet de proceskosten betalen
2.10.
De proceskosten komen voor rekening van SolarNRG, omdat zij ongelijk krijgt (artikel 237 Rv). De proceskosten aan de zijde van [gedaagde] worden vastgesteld op € 50,- aan reis-, verblijf en verletkosten.

3.De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
wijst de eis van SolarNRG af;
3.2.
veroordeelt SolarNRG in de proceskosten, die aan de kant van [gedaagde] worden begroot op € 50,-.
Dit vonnis is gewezen door mr. G.A. Vriezen en in het openbaar uitgesproken.
62828