ECLI:NL:RBROT:2025:10570

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
1 augustus 2025
Publicatiedatum
2 september 2025
Zaaknummer
11218694 CV EXPL 24-17906
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van huur en servicekosten in huurovereenkomst tussen Vijf Werelddelen Monument B.V. en Mio Cocktail & Lounge B.V.

In deze zaak vordert Vijf Werelddelen Monument B.V. betaling van huur en servicekosten van Mio Cocktail & Lounge B.V. De vordering betreft een totaalbedrag van € 28.473,88, waarvan € 5.445,00 aan huur over oktober 2017 en servicekosten over de jaren 2017, 2018 en 2019. Mio stelt dat de huurvordering is verjaard en dat de servicekosten niet gespecificeerd zijn. De kantonrechter oordeelt dat de huurvordering inderdaad verjaard is, omdat Vijf Werelddelen de verjaring niet heeft gestuit. De vordering tot betaling van de servicekosten wordt echter toegewezen, omdat Vijf Werelddelen zich ondubbelzinnig het recht op nakoming heeft voorbehouden. De kantonrechter matigt de gevorderde contractuele boete en kent in plaats daarvan de wettelijke handelsrente toe. Daarnaast worden buitengerechtelijke incassokosten en proceskosten toegewezen aan Vijf Werelddelen. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

locatie Rotterdam
zaaknummer: 11218694 CV EXPL 24-17906
datum uitspraak: 1 augustus 2025
Vonnis van de kantonrechter
in de zaak van
Vijf Werelddelen Monument B.V.,
vestigingsplaats: Rosmalen,
eiseres,
gemachtigde: mr. M.W. van der Heijden,
tegen
Mio Cocktail & Lounge B.V.,
vestigingsplaats: Rotterdam,
gedaagde,
die zelf procedeert.
De partijen worden hierna ‘Vijf Werelddelen’ en ‘Mio’ genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:
  • de dagvaarding van 4 juli 2024, met bijlagen;
  • het antwoord, met een usb-stick en één productie;
  • de akte overlegging producties van Vijf Werelddelen, met bijlagen en een usb-stick;
  • de spreekaantekeningen van de gemachtigde van Vijf Werelddelen.
1.2.
Op 1 juli 2025 is de zaak tijdens een zitting besproken met de gemachtigde van Vijf Werelddelen. Op die zitting is, zonder bericht van verhindering, niemand verschenen namens Mio.

2.De beoordeling

Waar gaat de zaak over?
2.1.
Mio huurde een bedrijfsruimte van Vijf Werelddelen. Op grond van die huurovereenkomst was Mio huur en kosten voor leveringen en diensten (hierna: servicekosten) aan Vijf Werelddelen verschuldigd. Vijf Werelddelen eist nu in deze procedure betaling van een totaalbedrag van € 28.473,88 aan hoofdsom door Mio. Dit bedrag bestaat uit € 5.445,00 aan huur over de maand oktober 2017 en de eindafrekeningen van de werkelijke servicekosten van € 8.954,35 over het jaar 2017, € 7.047,06 over het jaar 2018 en € 7.027,47 over het jaar 2019. Vijf Werelddelen eist ook een vergoeding voor buitengerechtelijke kosten en een contractuele boete van - inmiddels - € 21.000,00.
2.2.
Mio heeft zich met betrekking tot de eis tot betaling van de huur over de maand oktober 2017, voor zover van belang, op het standpunt gesteld dat deze verjaard is. Daarnaast heeft zij zich ten aanzien van de vordering tot betaling van de servicekosten op het standpunt gesteld dat deze niet is gespecificeerd en daarom ook is verjaard. Mio vindt dat deze vordering ook moet worden afgewezen als de kantonrechter van oordeel is dat deze vordering niet verjaard is, omdat deze vordering volgens haar niet naar behoren is gespecificeerd. Mio vindt ook dat, als een deel van de hoofdsom toewijsbaar is, de gevorderde contractuele boete buitensporig hoog is en moet worden gematigd.
De vordering tot betaling van de huur over de maand oktober 2017 is verjaard
2.3.
De vordering tot betaling van de huur verjaart in beginsel - kort gezegd - na verloop van vijf jaar nadat de vordering opeisbaar is geworden. De verjaring kan worden gestuit door onder andere een schriftelijke aanmaning of mededeling waarin de schuldeiser zich ondubbelzinnig zijn recht op nakoming voorbehoudt (artikel 3:317 lid 1 BW). In deze zaak heeft Vijf Werelddelen naar het oordeel van de kantonrechter de verjaring niet gestuit. Zij, althans een vertegenwoordiger van Vijf Werelddelen, heeft pas op 11 november 2022, dus na het verstrijken van de verjaringstermijn, aan Mio duidelijk gemaakt dat zij betaling wenste van de huur over de maand oktober 2017. In een mail van 19 september 2022 is namens Vijf Werelddelen betaling verzocht van de huur over de maand maart 2019. Vijf Werelddelen stelt zich nu op het standpunt dat niet daadwerkelijk werd bedoeld dat de huur over de maand maart 2019 nog openstond, maar dat het openstaande bedrag de huur over de maand oktober 2017 betrof. De kantonrechter ziet in deze uitleg geen reden om aan te nemen dat op 19 september 2022 voor Mio voldoende duidelijk was dat door Vijf Werelddelen betaling van de huur over de maand oktober 2017 werd verzocht. Daarom wordt de inhoud van deze mail niet beschouwd als een stuitingshandeling. Van andere stuitingshandelingen is niet gebleken. Daarom is de vordering tot betaling van de huur over de maand oktober 2017 verjaard en wordt deze vordering afgewezen.
De vordering tot betaling van de servicekosten is niet verjaard
2.4.
Ook voor de vordering tot betaling van de servicekosten geldt een verjaringstermijn van vijf jaar en geldt de mogelijkheid van stuiting van de verjaringstermijn door onder andere een schriftelijke aanmaning of mededeling waarin de schuldeiser zich ondubbelzinnig zijn recht op nakoming voorbehoudt. Op 18 oktober 2018 is aan Mio de afrekening servicekosten 2017 verstuurd, op 22 november 2019 is de afrekening servicekosten 2018 aan Mio verstuurd en op 9 maart 2021 is de eindafrekening servicekosten 2029 aan Mio verstuurd. Vervolgens is vanaf september 2022 tussen partijen gecorrespondeerd over de afrekeningen servicekosten 2017, 2018 en 2019. Uit de mails die namens Vijf Werelddelen hierover zijn gestuurd blijkt naar het oordeel van de kantonrechter duidelijk dat Vijf Werelddelen zich het recht op nakoming (ondubbelzinnig) voorbehield. Hiermee is er geen sprake van verjaring van de vordering tot betaling van de servicekosten. Dat Mio volgens eigen zeggen geen deugdelijke onderliggende specificaties ontving van de eindafrekeningen doet hier niet aan af.
Mio moet € 23.028,88 aan servicekosten aan Vijf Werelddelen betalen
2.5.
Vaststaat dat Mio gevestigd is in een bedrijfsverzamelgebouw waar meerdere huurders gevestigd zijn. Vijf Werelddelen heeft in reactie op het antwoord van Mio en ten behoeve van de mondelinge behandeling specificaties overgelegd van verdeling van de kosten in het verzamelgebouw waar Mio gevestigd is. Daarin is overzichtelijk weergegeven welk deel van welke servicekosten voor rekening van welke huurder komt. De bedragen die volgens die specificaties voor rekening van Mio zijn komen overeen met de bedragen die in de overgelegde eindafrekeningen van de servicekosten, waarvan nu betaling wordt gevorderd, staan. De gemachtigde van Vijf Werelddelen heeft op de zitting toegelicht dat de verdeelsleutel op basis van het aantal vierkante meters plaatsvond.
Vijf Werelddelen heeft daarnaast de volgens haar onderliggende facturen van leveranciers van nutsvoorzieningen en diensten overgelegd.
2.6.
Mio heeft niet gereageerd op de nadere stukken van Vijf Werelddelen en heeft door niet op de zitting te verschijnen de kans onbenut gelaten om eventuele nadere vragen bij de eindafrekeningen in combinatie met de nadere stukken naar voren te brengen en te reageren op de toelichting van de gemachtigde van Vijf Werelddelen.
2.7.
Daarom en ook omdat de kantonrechter de nadere onderbouwing van de eindafrekeningen voldoende duidelijk en begrijpelijk vindt, wordt uitgegaan van de juistheid van de eindafrekeningen. Hierbij wordt mede in aanmerking genomen dat de door de gemachtigde van Vijf Werelddelen gestelde verdeelsleutel de kantonrechter redelijk voorkomt. Dit brengt mee dat de vordering tot betaling van de servicekosten wordt toegewezen.
Mio moet wettelijke handelsrente in plaats van contractuele boete betalen
2.8.
Op grond van de wet kan de rechter op verlangen van de schuldenaar de bedongen boete matigen, als de billijkheid dit klaarblijkelijk eist (artikel 6:94 lid 1 BW).
Vijf Werelddelen heeft in reactie op het beroep op matiging van de contractuele boete zich wat betreft dit punt gerefereerd aan het oordeel van de kantonrechter. Vijf Werelddelen heeft daarmee niet gesteld dat de boete niet buitensporig hoog zou zijn, terwijl de kantonrechter niet aannemelijk vindt dat Vijf Werelddelen werkelijk schade heeft geleden ter hoogte van het gevorderde bedrag aan boete. De kantonrechter ziet in één en ander aanleiding de boete te matigen, in die zin dat in plaats van de gevorderde contractuele boete de wettelijke handelsrente wordt toegewezen. De wettelijke handelsrente wordt toegewezen vanaf de vervaldata van de eindafrekeningen.
Mio moet incassokosten van € 1.005,29 betalen
2.9.
Als vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten wordt € 1.005,29 toegewezen. Dit is het bedrag aan vergoeding voor buitengerechtelijke kosten waarop Vijf Werelddelen recht heeft op basis van de toe te wijzen hoofdsom.
Mio moet de proceskosten betalen
2.10.
De proceskosten komen voor rekening van Mio, omdat zij voor het grootste deel ongelijk krijgt (artikel 237 Rv). De kantonrechter begroot de kosten die Mio aan Vijf Werelddelen moet betalen op € 115,22 aan dagvaardingskosten, € 1.409,00 aan griffierecht, € 1.086,00 aan salaris voor de gemachtigde (2 punten x € 543,00) en € 135,00 aan nakosten. Dat is in totaal € 2.745,22. Hier kan nog een bedrag bij komen als dit vonnis wordt betekend. De wettelijke rente over de proceskosten wordt toegewezen.
Dit vonnis is uitvoerbaar bij voorraad
2.11.
Dit vonnis wordt uitvoerbaar bij voorraad verklaard, omdat Vijf Werelddelen dat eist en Mio daar geen bezwaar tegen heeft gemaakt (artikel 233 Rv). Dat betekent dat het vonnis meteen mag worden uitgevoerd, ook als één van de partijen aan een hogere rechter vraagt om de zaak opnieuw te beoordelen.

3.De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
veroordeelt Mio om aan Vijf Werelddelen te betalen € 24.034,17 met de wettelijke handelsrente zoals bedoeld in artikel 6:119a BW over de bedragen van € 8.954,35,
€ 7.047,06 en € 7.027,47 vanaf de vervaldata van de betreffende eindafrekeningen tot de dag dat volledig is betaald;
3.2.
veroordeelt Mio in de proceskosten, die aan de kant van Vijf Werelddelen worden begroot op € 2.745,22 met de wettelijke rente zoals bedoeld in artikel 6:119 BW over dat bedrag vanaf de vijftiende dag na de datum van dit vonnis tot de dag dat volledig is betaald;
3.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
3.4.
wijst al het andere af.
Dit vonnis is gewezen door mr. B.J.R. van Tongeren en in het openbaar uitgesproken.
757