5.1.Eiseressen vorderen - samengevat - om bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, onder verstrekking van het certificaat ex artikel 53 van de herschikte EEX-Verordening (Brussel I bis-Vo.):
ten aanzien van MSSI:
I. de beslagen op de [schip 1] met onmiddellijke ingang op te heffen;
II. de beslagen op de [schip 2] met onmiddellijke ingang op te heffen;
III. MSSI te verbieden om, al dan niet ten laste van Lozenge, nader conservatoir en/of executoriaal beslag te leggen op de [schip 1] , zowel binnen als buiten Nederland, voor (een gedeelte van) haar vorderingen, zoals omschreven in de Griekse PO’s, ter zake waarvan zij reeds in Rotterdam beslagen deed leggen zoals vooromschreven, al dan niet onder de door de voorzieningenrechter te bepalen voorwaarden;
IV. MSSI te verbieden, al dan niet ten laste van Garnet, nader conservatoir en/of executoriaal beslag te leggen op de [schip 2] , zowel binnen als buiten Nederland, voor (een gedeelte van) haar vorderingen, zoals omschreven in de Griekse PO’s, terzake waarvan zij reeds in Rotterdam beslagen deed leggen zoals vooromschreven, al dan niet onder de door de voorzieningenrechter te bepalen voorwaarden;
V. MSSI te gebieden om het vertrek van de [schip 1] uit de haven van Rotterdam te gehengen en gedogen, op straffe van verbeurte van een onmiddellijk opeisbare dwangsom van € 500.000,- voor iedere handeling die dat vertrek bemoeilijkt, en € 100.000,- voor iedere dag dat dit voortduurt, met maximering van de in dit kader gezamenlijk te verbeuren dwangsommen op een bedrag van € 5.000.000,-, al dan niet onder de door de voorzieningenrechter te bepalen voorwaarden;
VI. MSSI te gebieden om het vertrek van de [schip 2] uit de haven van Rotterdam te gehengen en gedogen, op straffe van verbeurte van een onmiddellijk opeisbare dwangsom van € 500.000,- voor iedere handeling die dat vertrek bemoeilijkt, en € 100.000,- voor iedere dag dat dit voortduurt, met maximering van de in dit kader gezamenlijk te verbeuren dwangsommen op een bedrag van € 5.000.000,-, al dan niet onder de door de voorzieningenrechter in goede justitie te bepalen voorwaarden;
ten aanzien van Lozenge:
VII. Lozenge te verbieden om ten laste van zichzelf of ten laste van Grace beslag tot afgifte of enig ander beslag te leggen op de [schip 1] , zowel binnen als buiten Nederland, al dan niet onder de door de voorzieningenrechter te bepalen voorwaarden;
VIII. Lozenge te gebieden om het vertrek van de [schip 1] en/of de [schip 2] uit de haven van Rotterdam te gehengen en gedogen, op straffe van verbeurte van een onmiddellijk opeisbare dwangsom van € 500.000,- voor iedere handeling die dat vertrek bemoeilijkt, en € 100.000,- voor iedere dag dat dit voortduurt, met maximering van de in dit kader gezamenlijk te verbeuren dwangsommen op een bedrag van € 5.000.000,- al dan niet onder de door de voorzieningenrechter te bepalen voorwaarden;
ten aanzien van Garnet:
IX. Garnet te verbieden om ten laste van zichzelf of ten laste van Expander beslag tot afgifte of enig ander beslag te leggen op de [schip 2] , zowel binnen als buiten Nederland, al dan niet onder de door de voorzieningenrechter te bepalen voorwaarden;
X. Garnet te gebieden om het vertrek van de [schip 2] en/of de [schip 1] uit de haven van Rotterdam te gehengen en gedogen, op straffe van verbeurte van een onmiddellijk opeisbare dwangsom van € 500.000,- voor iedere handeling die dat vertrek bemoeilijkt, en € 100.000,- voor iedere dag dat dit voortduurt, met maximering van de in dit kader gezamenlijk te verbeuren dwangsommen op een bedrag van € 5.000.000,-, al dan niet onder de door de voorzieningenrechter te bepalen voorwaarden;
ten aanzien van MSSI, Lozenge en Garnet:
XI. iedere verdere beslissing te nemen die de voorzieningenrechter in goede justitie geraden acht;
XII. gedaagden te veroordelen in de proceskosten (inclusief nakosten), te vermeerderen met rente.