ECLI:NL:RBROT:2025:10741

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
29 augustus 2025
Publicatiedatum
9 september 2025
Zaaknummer
10-223533-24
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van verdachte in verkrachtingszaak door gebrek aan bewijs en inconsistenties in verklaringen

In de zaak tegen de verdachte, geboren in 2003, heeft de rechtbank Rotterdam op 29 augustus 2025 uitspraak gedaan. De verdachte werd beschuldigd van verkrachting, maar de rechtbank heeft geoordeeld dat er onvoldoende bewijs is om tot een veroordeling te komen. De officier van justitie had een gevangenisstraf van 30 maanden geëist, maar de rechtbank heeft geconcludeerd dat de verklaringen van de aangeefster inconsistent zijn en niet wettig en overtuigend bewijs leveren voor de tenlastelegging. De aangeefster had verklaard dat de verdachte haar had gedwongen tot seksuele handelingen, maar de rechtbank vond dat de verklaringen van de verdachte, die ontkende dat er sprake was van dwang of geweld, meer consistent en gedetailleerd waren. De rechtbank heeft ook gekeken naar ondersteunend bewijs, zoals audioberichten die de aangeefster had verzonden, maar deze waren niet in overeenstemming met haar verklaringen. De rechtbank heeft uiteindelijk geoordeeld dat de verdachte niet schuldig is aan de ten laste gelegde feiten en heeft hem vrijgesproken. De vordering van de benadeelde partij is niet-ontvankelijk verklaard, aangezien de verdachte is vrijgesproken. De kosten van de verdediging zijn begroot op nihil.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 2
Parketnummer: 10-223533-24
Datum uitspraak: 29 augustus 2025
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 2003,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres:
[adres],
raadsman mr. D.P. Kant, advocaat te Capelle aan den IJssel.

1.Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 15 augustus 2025.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.

3.Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. W.B.J. ten Have heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van het ten laste gelegde;
  • veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 30 maanden.

4.Waardering van het bewijs

4.1.
Standpunt officier van justitie
Het ten laste gelegde kan wettig en overtuigend worden bewezen. Aangeefster heeft op hoofdlijnen steeds consistent verklaard over de gebeurtenissen. De verklaringen van aangeefster verschillen op details van elkaar. Dit maakt de verklaringen juist betrouwbaar, omdat daaruit blijkt dat het geen ingestudeerd verhaal is. De verklaringen van aangeefster worden daarnaast ondersteund door de emotie die de vader direct na de gebeurtenissen bij aangeefster heeft waargenomen en de audioberichten die aangeefster direct na de seks aan bekenden stuurde. Verder past het bij aangeefster waargenomen letsel en het sperma dat is aangetroffen in de mond van aangeefster meer bij haar verklaring dan bij de verklaring van de verdachte.
4.2.
Beoordeling
De verdachte en aangeefster zijn bekenden van elkaar en hebben eerder seksuele contacten gehad. Op grond van de verklaringen van aangeefster en de verdachte staat vast dat de verdachte in de nacht van 31 maart op 1 april 2024 aangeefster en een vriend van haar ([naam]) tegenkwam toen hij langs het ouderlijk huis van aangeefster reed. Na met zijn drieën buiten te hebben gerookt, is de verdachte met aangeefster de woning ingegaan. Aangeefster en de verdachte wisten dat de vader van de verdachte boven in de slaapkamer grenzend aan de slaapkamer van aangeefster lag te slapen. De slaapkamer van aangeefster had geen deur. Beneden in de woonkamer en daarna boven in de bad- en slaapkamer van aangeefster hebben seksuele handelingen plaatsgevonden tussen aangeefster en de verdachte. Daarbij heeft de verdachte het merendeel van de in de tenlastelegging genoemde seksuele handelingen verricht en is hij onder andere het lichaam van aangeefster seksueel binnengedrongen.
Uiteenlopende verklaringen
Over de omstandigheden waaronder de seksuele handelingen hebben plaatsgevonden lopen de verklaringen van aangeefster en de verdachte uiteen. Aangeefster heeft op verschillende momenten verklaard dat de seksuele handelingen tegen haar wil hebben plaatsgevonden. Verder heeft zij onder meer verklaard dat de verdachte geweld heeft gebruikt en haar woordelijk en met een mes (of schaar) heeft bedreigd. Tegenover de verklaring van aangeefster staat de verklaring van de verdachte. De verdachte heeft vanaf het begin ontkend dat hij aangeefster heeft gedwongen tot het ondergaan van de seksuele handelingen; de seks was dan ook vrijwillig en er was sprake van een plezierige sfeer. Volgens de verdachte kwam het initiatief van beide kanten, heeft hij geen geweld of wapen gebruikt en heeft hij aangeefster niet bedreigd.
Steunbewijs
De verklaringen van aangeefster vinden op zichzelf steun in diverse andere bewijsmiddelen. Er is letsel bij aangeefster vastgesteld en er is er op diverse plaatsen op en in het lichaam van aangeefster sperma aangetroffen. Daarnaast kunnen de twee door aangeefster in de nacht van 1 april 2024 om 4:20 uur en 4:40 uur aan bekenden verzonden audioberichten, waarin zij vertelt dat ze net is verkracht, als steunbewijs dienen. Dit geldt ook voor de door vader bij aangeefster waargenomen emotie direct na de gebeurtenissen.
Overtuiging
Om tot een bewezenverklaring te kunnen komen, moet buiten redelijke twijfel komen vast te staan dat de verdachte zich heeft schuldig gemaakt aan de tenlastegelegde verkrachting. De rechtbank is van oordeel dat hiervan geen sprake is en overweegt hieromtrent als volgt.
Aangeefster heeft drie keer een verklaring afgelegd. In de verklaringen bevinden zich inconsistenties. Deze inconsistenties betreffen onder andere het wel of niet plaatsvinden van een bedreiging met een mes van [naam] door de verdachte voordat hij de woning van aangeefster binnenkwam, de wijze waarop de verdachte is binnengekomen in de woning en de manier waarop en waarmee de verdachte aangeefster voorafgaand, tijdens en na de seks zou hebben bedreigd. Verder heeft aangeefster wisselend verklaard over het volgens haar door de verdachte toegepaste geweld.
Behoudens de inconsistenties in de verklaringen van aangeefster zijn er nog andere feiten en omstandigheden die de rechtbank doen twijfelen. In de door aangeefster kort na afloop van de seksuele handelingen verstuurde audioberichten heeft aangeefster geweldshandelingen genoemd die wezenlijk verschillen van de door aangeefster in het informatief gesprek zeden genoemde geweldshandelingen, terwijl het informatief gesprek zeden slechts enkele uren na de verzending van de audioberichten plaatsvond. Zo zegt aangeefster in de audioberichten ook dat de verdachte haar naar achter heeft getrokken waardoor ze van de trap is gevallen en hij haar in haar gezicht heeft geslagen en bijtwonden in haar nek heeft veroorzaakt waardoor ze onder de blauwe plekken zit. Dit strookt niet met haar verklaringen nadien en wordt niet ondersteund door de objectieve bevindingen van de forensisch arts. Daarnaast wordt de verklaring van aangeefster dat de verdachte [naam] heeft bedreigd met een mes, niet ondersteund door de verklaring van [naam] zelf. [naam] heeft namelijk verklaard dat hij niets weet van een ruzie of bedreiging met een mes tussen hem en een derde persoon die avond. Verder heeft, een minuut nadat aangeefster het eerste audiobericht heeft verzonden waarin ze aangeeft verkracht te zijn, een chatgesprek plaatsgevonden tussen de verdachte en aangeefster. De verdachte vraagt aangeefster om buiten te komen en hem een aansteker te geven. Aangeefster antwoordt dat ze op de wc zit. Nadat de verdachte haar stuurt “Haha ja toch schiet effe op” met een smiley-emoji, reageert aangeefster met “Jaa k doe wel uit raam van bove” “Zit te schijten” en sluit dit bericht af met een lachende smiley-emoji. Ook dit gesprek rijmt niet met de door aangeefster in haar audiobericht, en daarna in haar verklaringen, geschetste situatie van onvrijwilligheid, dwang en geweld.
Hiertegenover staan uitgebreide verklaringen van de verdachte over het verloop van de nacht van 1 april 2024. In zijn verklaring bij de politie en ter zitting heeft de verdachte opheldering gegeven over zijn handelen en consistent en gedetailleerd de gang van zaken geschetst van de nacht van 1 april 2024. Daarbij heeft hij context gegeven aan zijn verklaring dat geen sprake was onvrijwilligheid, dwang en geweld door op eigen initiatief, maar ook bij doorvragen, tekst en uitleg te geven over onderdelen van zijn verklaring en de gepleegde seksuele handelingen.
De rechtbank heeft, gelet op de hierboven beschreven omstandigheden en het verhandelde ter zitting, niet de overtuiging gekregen dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan hetgeen hem wordt verweten. Dit brengt mee dat de rechtbank van oordeel is dat het ten laste gelegde niet wettig en overtuigend bewezen is en de verdachte wordt vrijgesproken.

5.Vordering benadeelde partij

De [benadeelde partij] zal in haar vordering niet-ontvankelijk worden verklaard, nu de verdachte van het ten laste gelegde wordt vrijgesproken. In deze procedure wordt over de gevorderde schadevergoeding dus geen inhoudelijke beslissing genomen.
De [benadeelde partij] zal worden veroordeeld in de kosten door de verdachte ter verdediging van de vordering gemaakt, welke kosten worden begroot op nihil.

6.Bijlage

De in dit vonnis genoemde bijlage maakt deel uit van dit vonnis.

7.Beslissing

De rechtbank:
verklaart niet bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij;
verklaart de [benadeelde partij] niet-ontvankelijk in haar vordering;
veroordeelt de [benadeelde partij] in de kosten door de verdachte ter verdediging tegen de vordering gemaakt, en begroot deze kosten op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. E.M. Rocha, voorzitter,
en mrs. M.J.M. van Beckhoven en D.H. Dongelmans, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. H.A. Wolterink, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting op 29 augustus 2025.
De griffer is buiten staat die vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
hij op of omstreeks 1 april 2024 te Rotterdam,
door geweld of andere feitelijkheden en/ of bedreiging met geweld of andere
feitelijkheden,
[slachtoffer] heeft gedwongen tot het ondergaan van handelingen die mede
bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer],
namelijk het meermalen, althans eenmaal,
- brengen en/of houden van zijn penis in de mond van die [slachtoffer],
- zich laten aftrekken door die [slachtoffer],
- brengen en/ of houden van zijn vingers in de vagina van die [slachtoffer], en/of
- brengen en/of houden van zijn penis in de vagina van die [slachtoffer],
en bestaande dat geweld of die andere feitelijkheden en/of die bedreiging met
geweld of andere feitelijkheden hierin
dat verdachte meermalen, althans eenmaal,
- een mes, althans een scherp voorwerp, tegen de keel en/of de rug van die [slachtoffer]
heeft gedrukt/gehouden,
- die [slachtoffer] op de grond heeft geduwd,
- de kleren van die [slachtoffer] heeft uitgetrokken,
- die [slachtoffer] in haar gezicht heeft geslagen,
- opzettelijk dreigend die [slachtoffer] de woorden heeft toegevoegd: "Je moet meewerken
en anders steek ik je neer", althans woorden van gelijke dreigende aard en/ of
strekking, en/of
- het verbale verzet van die [slachtoffer] heeft genegeerd.