Op 9 juli 2025 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een kort geding waarin eisers, werkzaam als belangenbehartigers van letselschadeslachtoffers, vorderden om ingeschreven te worden als kandidaat register-expert in het register van het NIVRE. De eisers, die eerder werkzaam waren bij een letselschadekantoor dat niet te goeder naam en faam bekend stond, hadden hun verzoek tot inschrijving als aspirant register-expert in november 2024 ingediend, maar dit was door het NIVRE afgewezen. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat de weigering van het NIVRE om eisers in te schrijven niet onrechtmatig is, omdat de eisers nog niet te goeder naam en faam bekend staan. De rechter heeft daarbij de afwijzingsgronden van het NIVRE, die gebaseerd zijn op de eerdere registratie van het letselschadekantoor in het Extern Verwijzingsregister, als valide beschouwd. De voorzieningenrechter heeft de vordering van eisers afgewezen en hen veroordeeld in de proceskosten van het NIVRE, die zijn begroot op € 1.999,00. Dit vonnis is uitgesproken tijdens de mondelinge behandeling.