In deze uitspraak van de Rechtbank Rotterdam op 12 september 2025, met zaaknummer ROT 24/9182, wordt een bestuurlijke boete van € 600,- besproken die is opgelegd aan eiseres, een horeca-exploitant van een speelautomatenhal, door de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. De boete is opgelegd vanwege het niet of onvoldoende instellen van het rookverbod in een door eiseres gecreëerde rookruimte aan de buitenzijde van haar pand. De staatssecretaris heeft deze ruimte aangemerkt als een lokaliteit van de horeca-inrichting, waardoor het rookverbod ook daar van toepassing is. Eiseres betwist de boete en voert aan dat de ruimte niet als besloten kan worden aangemerkt, omdat deze deels open is en geen horeca-activiteiten plaatsvinden. De rechtbank oordeelt echter dat de staatssecretaris terecht heeft vastgesteld dat de ruimte een besloten ruimte is, die onderdeel uitmaakt van de horeca-inrichting. De rechtbank wijst erop dat de inspectie heeft aangetoond dat de exploitant het rookverbod niet heeft nageleefd, en dat de staatssecretaris niet verplicht was om eerst een waarschuwing te geven, gezien het Specifiek interventiebeleid tabak en rookwaren. De rechtbank concludeert dat de boete rechtmatig is opgelegd en dat het beroep van eiseres ongegrond is.