Op 4 september 2025 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een zaak waarin verzoekers, huurders, een verzoekschrift hebben ingediend op basis van artikel 287b van de Faillissementswet. Dit verzoek was gericht op het verkrijgen van een voorlopige voorziening om de tenuitvoerlegging van een ontruimingsvonnis van 18 april 2025 op te schorten. Verzoekers hebben aangegeven dat zij gebruik maken van budgetbeheer en dat hun huurtermijnen vanaf februari 2025 zijn voldaan. De rechtbank heeft vastgesteld dat er sprake is van een bedreigende situatie, aangezien verzoekers een aankondiging van ontruiming hebben ontvangen. De rechtbank heeft de belangen van verzoekers, die in hun huurwoning willen blijven wonen en een minnelijk schuldhulpverleningstraject willen doorlopen, zwaarder laten wegen dan de belangen van de verhuurder, die de ontruiming wil doorzetten. De rechtbank heeft daarom het verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening toegewezen voor de duur van zes maanden, met de voorwaarde dat de huurtermijnen tijdig worden voldaan. Tevens is verzoeker niet-ontvankelijk verklaard in zijn verzoek tot toelating tot de schuldsaneringsregeling, maar er is ruimte voor een nieuw verzoek in de toekomst.