In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 11 september 2025 een herstelvonnis gewezen in een kort geding tussen DEIVICINI B.V. en VECOM GROUP B.V. Het herstelvonnis volgde op een verzoek van de advocaat van VECOM, mr. A.P. van Oosten, om verbetering van een eerder vonnis van 4 september 2025. In dat vonnis was een kennelijke fout gemaakt in de begroting van het griffierecht en de proceskosten aan de zijde van VECOM. De advocaat van DEIVICINI, mr. I.A. Hilberts, heeft bezwaar gemaakt tegen het verzoek tot verbetering, stellende dat er geen sprake was van een kennelijke fout en dat VECOM in het ongelijk was gesteld.
De voorzieningenrechter heeft in zijn beoordeling uiteengezet dat artikel 31 lid 1 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) de rechter de mogelijkheid biedt om kennelijke fouten te verbeteren. De rechter heeft vastgesteld dat de fout in de begroting van het griffierecht en de proceskosten evident was en dat deze zich leende voor eenvoudig herstel. De voorzieningenrechter heeft het verzoek tot verbetering dan ook toegewezen en de bedragen voor het griffierecht en de proceskosten gecorrigeerd.
In de beslissing is bepaald dat de verbeteringen op de minuut van het eerdere vonnis worden vermeld en dat partijen de ontvangen afschriften van het eerdere vonnis aan de griffie dienen te retourneren. Het vonnis is openbaar uitgesproken door de rechters mr. Th. Veling en mr. R.J.A.M. Cooijmans.