ECLI:NL:RBROT:2025:10874

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
20 augustus 2025
Publicatiedatum
12 september 2025
Zaaknummer
705345 / HA RK 25-821
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Verschoning
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verschoningsbeslissing in bestuursrechtelijke procedure

Op 20 augustus 2025 heeft de Rechtbank Rotterdam een beslissing genomen op het verzoek tot verschoning van mr. S.M. Goossens, rechter in de rechtbank Rotterdam, in de zaak tussen verzoekster en verweerder met kenmerk ROT 25/5291. De mondelinge behandeling van het verzoek was gepland op 9 september 2025. Mr. Goossens heeft verzocht zich te mogen verschonen omdat zij eerder als advocaat betrokken was bij de zaak van verzoekster, wat aanleiding gaf tot vragen over haar onpartijdigheid. De rechtbank heeft de aangevoerde omstandigheden beoordeeld en geconcludeerd dat er geen aanwijzingen zijn dat mr. Goossens subjectief niet onpartijdig is. Echter, de omstandigheden rondom haar eerdere betrokkenheid bij de zaak hebben geleid tot de conclusie dat de vrees voor een gebrek aan onpartijdigheid objectief gerechtvaardigd is. Daarom is het verzoek tot verschoning toegewezen.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam
Meervoudige kamer voor verschoningszaken
Zaaknummer / rekestnummer : 705345 / HA RK 25-821
Beslissing van 20 augustus 2025
op het verzoek van:
mr. S.M. Goossens,
rechter in de rechtbank Rotterdam, team 2 Bestuursrecht (hierna: de rechter),
ertoe strekkende zich te mogen verschonen in de zaak van:
[naam verzoekster],
gevestigd te [vestigingsplaats 1] ,
hierna: verzoekster,
gemachtigde: mr. C.H.R.M. van der Hoeven,
tegen
[naam verweerder] ,
gevestigd te [vestigingsplaats 2] ,
hierna: verweerder.

1.Het procesverloop en de processtukken

1.1.
Bij de rechter is in behandeling de zaak tussen verzoekster en verweerder met kenmerk ROT 25/5291. De mondelinge behandeling van het verzoek ter zitting is bepaald op woensdag 9 september 2025.
1.2.
Op 19 augustus 2025 heeft de rechter een schriftelijk verzoek tot verschoning gedaan.
1.3.
Aan de verschoningskamer is ter beschikking gesteld het dossier van de hiervoor omschreven procedure.

2.Het verzoek

2.1.
Ter adstructie van het verzoek om verschoning heeft de rechter het volgende aangevoerd:
2.1.1.
De rechter is tot en met 2020 werkzaam geweest als advocaat en in die hoedanigheid heeft zij bedrijven in de gereguleerde sectoren bijgestaan in procedures en van advies voorzien, zo ook verzoekster in de zaak met zaaknummer ROT 25/5291. De gemachtigde van verzoekster heeft gewezen op de aanwezigheid van (oude) adviezen in het dossier die afkomstig zijn van de rechter uit hoofde van haar eerdere betrekking als advocaat.

3.De beoordeling

3.1.
Verschoning is een middel ter verzekering van de onpartijdigheid van de rechter. Voorop dient te staan dat een rechter uit hoofde van zijn aanstelling moet worden vermoed onpartijdig te zijn, tenzij zich uitzonderlijke omstandigheden voordoen die zwaarwegende aanwijzingen opleveren voor het oordeel dat een rechter jegens een partij een vooringenomenheid koestert, althans dat de bij deze partij dienaangaande bestaande vrees objectief gerechtvaardigd is.
3.2.
Aan de door de rechter aangevoerde omstandigheden valt geen aanwijzing te ontlenen voor het oordeel dat de rechter - subjectief - niet onpartijdig is.
3.3.
Te onderzoeken staat vervolgens of de aangevoerde omstandigheden niettemin een zwaarwegende aanwijzing opleveren voor het oordeel dat de vrees dat de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden - objectief - gerechtvaardigd is.
3.4.
De door de rechter aangevoerde omstandigheid, in samenhang met het gegeven dat de rechter daarin aanleiding heeft gevonden zelf een verzoek in te dienen zich te mogen verschonen van de verdere behandeling van de zaak, levert naar het oordeel van de rechtbank op zichzelf een zwaarwegende aanwijzing als hiervoor onder 3.3 bedoeld op.
3.5.
Het verzoek wordt om deze reden toegewezen.

4.De beslissing

De rechtbank:
- wijst toe het verzoek van mr. S.M. Goossens zich in de onder 1.1 genoemde bestuursrechtelijke procedure te mogen verschonen.
Deze beslissing is gegeven door mr. G.A. Bouter Rijksen, voorzitter, mr. A.M.H. Geerars en mr. J. Langeveld, rechters, en door de voorzitter en de griffier ondertekend op 20 augustus 2025.
Verzonden op:
aan:
- mr. S.M. Goossens
- mr. C.H.R.M. van der Hoeven
- verweerder