Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.De procedure
- verzoekster;
- de heer [persoon A] , echtgenoot van verzoekster;
- de heer [persoon B] , schuldhulpverlener;
- de heer Z. Rahini, beschermingsbewindvoerder.
Rechtbank Rotterdam
Op 4 september 2025 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de afwijzing van een verzoek tot toelating tot de schuldsaneringsregeling (WSNP) van verzoekster. Verzoekster had op 7 april 2025 een verzoekschrift ingediend, maar de rechtbank oordeelde dat verzoekster niet te goeder trouw had gehandeld. Tijdens de zitting op 21 augustus 2025 zijn verschillende betrokkenen gehoord, waaronder de echtgenoot van verzoekster en haar schuldhulpverlener. De rechtbank constateerde dat verzoekster een aanzienlijke schuldenlast had van € 284.034,30 en dat zij recentelijk een nieuwbouwwoning had aangekocht, ondanks waarschuwingen van schuldhulpverlening over de risico's hiervan. De rechtbank oordeelde dat verzoekster selectief had gehandeld door een lening te voldoen met de overwaarde van de woning van haar echtgenoot, waardoor zij een schuldeiser had voorgetrokken. Dit leidde tot de conclusie dat er gegronde vrees bestond dat verzoekster zich niet aan de verplichtingen van de schuldsaneringsregeling zou kunnen houden. De rechtbank wees het verzoek tot toelating tot de WSNP af, omdat niet was aangetoond dat verzoekster zich maximaal had ingespannen om haar schulden te voldoen. De beslissing werd openbaar uitgesproken door rechter J.T.P. Pot, met griffier I. van Gemerde aanwezig.