Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
uitspraakdatum: 3 september 2025
1.De procedure
- de heer [verzoeker] , verzoeker;
- de heer D.A. IJpelaar, advocaat van verzoekers.
Rechtbank Rotterdam
Op 3 september 2025 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een zaak waarin verzoekers, een zelfstandig ondernemer en zijn echtgenote, een verzoekschrift hebben ingediend op basis van artikel 287b van de Faillissementswet (Fw) voor een voorlopige voorziening. Dit verzoek was gericht op het verkrijgen van een moratorium van zes maanden om te voorkomen dat verweerster, Stichting Havensteder, het vonnis van 22 januari 2025 tot ontruiming van hun huurwoning ten uitvoer zou leggen. Verzoekers hebben zich gemeld voor schuldhulpverlening bij Zuidweg & Partners en hebben aangegeven dat hun inkomen, dat afhankelijk is van het aantal opdrachten, voldoende is om de lopende huurbetalingen te voldoen. Tijdens de zitting op 27 augustus 2025 heeft de rechtbank vastgesteld dat er sprake is van een bedreigende situatie, aangezien verweerster had aangekondigd over te gaan tot ontruiming. De rechtbank heeft de belangen van verzoekers, die in hun huurwoning willen blijven en het minnelijk schuldhulpverleningstraject willen doorlopen, zwaarder laten wegen dan die van verweerster. De rechtbank heeft de voorlopige voorziening toegewezen, onder de voorwaarde dat de huurbetalingen tijdig worden voldaan. Tevens is verzoekers niet-ontvankelijk verklaard in hun verzoek tot toelating tot de schuldsaneringsregeling, maar zij kunnen in de toekomst een nieuw verzoek indienen.