Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.Waar de zaak over gaat
2.De procedure
- het verzoekschrift met producties 1 tot en met 7;
- het verweerschrift;
- het aanvullend verzoekschrift;
- de brief van 6 juni 2025 van het COA met bijlage;
- de spreekaantekeningen van mr. Eskes ;
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 10 juni 2025;
- de akte van [verzoeker] van 6 juli 2025 met productie 8;
- de akte van het COA van 8 juli 2025;
- het e-mailbericht van mr. Eskes van 9 juli 2025.
3.De feiten
1MA zal zelf (verzocht worden om) de medische keuring op (te) vragen bij de keuringsinstelling van de IND. Het COA zal de contactgegevens van deze keuringsinstelling direct aanleveren bij 1MA.
1MA zal ook de stukken uit de behandelend sector opvragen, voor zover bekend zijn dat Excellent (pijnspecialist rug- Weizigtweg 11, 3314 JJ) in Dordrecht en bij de huisarts (het huisartsjournaal).
1MA wordt verzocht om ook het filmpje te bekijken waarop [verzoeker] danst met zijn dochter op zijn nek van de bruiloft van een familielid uit 2021.
1MA wordt verzocht zo mogelijk te adviseren over (verdere aanvullende) behandelopties en de vraag of er al dan niet een medische eindtoestand is bereikt.
COA maakt € 25.000 binnen 14 dagen na heden over aan [verzoeker] bij wijze van voorschot onder algemene titel.
COA maakt € 10.000 binnen 14 dagen na heden aan mr. Eskes bij wijze van betaling/ voorschot BGK.
De per abuis nog niet betaalde bedragen aan BGK voorschot ad € 2.507,12 en € 500 voorschot materiële schade aan [verzoeker] worden binnen14 dagen overgemaakt (aan mr. Eskes en [verzoeker] ). Beide bedragen waren toegezegd op 16 oktober 2023 en onduidelijk is waarom dit niet is betaald. Partijen zijn het erover eens dat:
- Op 11 juli 2023 € 500 voorschot immateriële schade aan [verzoeker] is toegezegd, uitbetaald op 13 oktober 2023;
- Op 14 februari 2025 € 2.500 voorschot onder algemene titel aan [verzoeker] toegezegd, uitbetaald 6 juni 2025;
- Op 14 februari 2025 € 5.000 voorschot BGK aan mr. Eskes toegezegd, uitbetaald 6 juni 2025.
4.De standpunten van partijen
Primair
€ 9.994,--, te vermeerderen met griffiegeld, althans een in goede justitie te bepalen bedrag;
€ 892,38, te vermeerderen met het griffiegeld, althans een in goede justitie te bepalen bedrag;
5.De beoordeling
De zaak is geschikt voor behandeling als een deelgeschil
kunnenzijn door een trauma (het ongeval), leidt de rechtbank ten eerste af uit de mededeling van Buisman, die hij heeft herhaald in zijn tweede rapportage, dat het ongeval heeft geleid tot een (hernieuwde) luxatie van de rugklachten. Luxatie van een gewricht betekent volgens het woordenboek ‘ontwrichting’ ofwel ‘uit de kom geschoten’, waarbij het bijvoorbeeld om een knie of een schouder kan gaan. Luxatie van klachten, van rugklachten in dit geval, zoals Buisman het uitdrukt, is daarom een wat lastig te duiden begrip. De rechtbank begrijpt dat Buisman hiermee kennelijk, gelet op de inhoud van de beide rapportages, bedoelt, dat het ongeval de rugklachten in gang heeft gezet doordat door het ongeval een (hernieuwde) luxatie van een wervelgewricht of (sub)luxatie van een wervel is ontstaan.
kunnenzijn door een trauma begrijpt de rechtbank bovendien uit de zinsnede “(…) is het de vraag of de aangetoonde afwijkingen de klachten van betrokkene afdoende verklaren. Met name ten aanzien van de beenklachten staat dat zeker niet vast.” Uit deze zin volgt immers dat het op zichzelf wel mogelijk is dat de klachten, ook de beenklachten, medisch gezien moeten worden verklaard uit de aangetoonde afwijkingen.
‘pars interarticularis’,het deel van de wervelboog dat de voor- en achterkant van de wervel verbindt). Uit de beide rapporten van Buisman begrijpt de rechtbank dat door de wervelverschuiving (de -listhesis) in meer of mindere mate vernauwing kan ontstaan in het wervelkanaal, met meer of minder klachten tot gevolg, en dat het niet de (al dan niet reeds eerder aanwezige) spondylolysis zelf is die de klachten veroorzaakt.
€ 30.000,- en op zijn immateriële schade van € 20.000,-, totaal dus € 50.000,-. Eerder heeft het COA € 3.500,- bevoorschot.
€ 50.000,-.
- op 14 februari 2025 € 2.500 aan voorschot onder algemene titel aan [verzoeker] is toegezegd, dat pas is uitbetaald op 6 juni 2025;
- op 14 februari 2025 € 5.000 aan voorschot buitengerechtelijke kosten (BGK) aan mr. Eskes is toegezegd, dat pas is uitbetaald op 6 juni 2025.
- en dat per abuis door het COA nog niet waren uitbetaald bedragen aan BGK voorschot ad € 2.507,12 en € 500,- voorschot materiële schade.
aanbevelenom vragen die eventueel na deze beslissing nog resteren en waar partijen onderling niet uitkomen aan gezamenlijke deskundigen voor te leggen en voortvarend te handelen. Dat is in het belang van [verzoeker] .
€ 9.986,80(€ 280,- plus 21 % = € 338,80 x 28,5 uren = € 9.655,80 plus € 331,-).
6.De beslissing
€ 50.000,-binnen 14 dagen na de uitspraak, met dien verstande dat indien en voor zover na de zitting reeds een deel daarvan is betaald, het nog te betalen bedrag daarmee mag worden verminderd;
€ 750,-
€ 9.986,90en veroordeelt het COA tot betaling hiervan aan [verzoeker] ;