Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 10 september 2025 in de zaak tussen
[eiser 1] en [eiser 2], uit Heerjansdam, eisers
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zwijndrecht
Inleiding
Totstandkoming van het bestreden besluit
29 januari 2022 hebben eisers het college in gebreke gesteld wegens het niet tijdig beslissen op het bezwaar en het college verzocht alsnog op het bezwaar te beslissen.
Het bestreden besluit
Ter motivering heeft het college verwezen naar het advies van de bezwaarschriftencommissie van 13 december 2021.
Beoordeling door de rechtbank
De rechtbank is daarom van oordeel dat er sprake is van zaken die de facto in hoofdzaak betrekking hebben op hetzelfde onderwerp. Indien hiervan sprake is, wordt per fase van de procedure waarin sprake is geweest van gezamenlijke behandeling, voor die zaken gezamenlijk slechts eenmaal het tarief van € 500,- per half jaar gehanteerd. De rechtbank zal daarom slechts eenmaal een schadevergoeding voor overschrijding voor de redelijke termijn toekennen. Verwezen wordt naar de uitspraak in de zaken 22/4628 en 22/4629.
Conclusie en gevolgen
29 augustus 2022. Dit betekent dat het college opnieuw op het bezwaar van eisers moet beslissen en daarbij deze uitspraak in acht moet nemen.
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit van 29 augustus 2022;
- draagt het college op om binnen zes weken opnieuw op het bezwaar van eisers te beslissen;
- bepaalt dat het college het door eisers betaalde griffierecht van in totaal € 184,- vergoedt.