Op 15 september 2025 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een zaak waarin verzoekster een moratorium heeft aangevraagd op grond van artikel 287b van de Faillissementswet. Verzoekster, die in financiële problemen verkeert, heeft op 12 augustus 2025 een verzoekschrift ingediend om een voorlopige voorziening te treffen. De rechtbank heeft vastgesteld dat verzoekster een bedreigende situatie ondervond, aangezien er een vonnis tot ontruiming van haar woning was uitgesproken. De rechtbank heeft de belangen van verzoekster, die in haar huurwoning wil blijven wonen en een minnelijk schuldhulpverleningstraject wil doorlopen, zwaarder laten wegen dan die van de verweerster, die het vonnis tot ontruiming wilde uitvoeren. De rechtbank heeft de tenuitvoerlegging van het ontruimingsvonnis opgeschort voor de duur van zes maanden, mits verzoekster gedurende deze periode haar huurtermijnen tijdig blijft betalen. Tevens is verzoekster niet-ontvankelijk verklaard in haar verzoek tot toelating tot de schuldsaneringsregeling, maar kan zij in de toekomst een nieuw verzoek indienen. De uitspraak benadrukt de mogelijkheid voor schuldenaren om tijdelijk bescherming te krijgen tegen executiemaatregelen, zodat zij de kans krijgen om hun financiële situatie te stabiliseren.