ECLI:NL:RBROT:2025:11058

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
4 juli 2025
Publicatiedatum
17 september 2025
Zaaknummer
11281917 CV EXPL 24-21335
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussenvonnis inzake oplevering appartement en gefixeerde schadevergoeding

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 4 juli 2025 een tussenvonnis uitgesproken in een geschil tussen eiser, vertegenwoordigd door mr. J. Cordang, en gedaagde ABB Bouw B.V., vertegenwoordigd door mr. S.A. van Gemeren. Eiser heeft aannemingsovereenkomsten gesloten met ABB voor de aankoop van een appartementsrecht en een parkeerplaats in een appartementencomplex. De bouwtermijn van 415 werkbare werkdagen is op 15 maart 2023 verstreken, maar de oplevering vond pas op 18 september 2023 plaats, wat resulteert in een vertraging van 187 dagen. Eiser vordert een gefixeerde schadevergoeding van € 13.546,28, buitengerechtelijke kosten van € 1.101,66, en proceskosten. De kantonrechter heeft partijen opgedragen om een kolommenoverzicht te verstrekken waarin de werkbare werkdagen worden weergegeven, rekening houdend met feestdagen en andere niet-werkbare dagen. De kantonrechter is voornemens om het beroep van ABB op overmacht niet te honoreren, en heeft aangegeven dat de schadevergoeding die ABB aan eiser verschuldigd is, lager kan uitvallen dan gevorderd. De zaak is verwezen naar een rolzitting op 17 september 2025 voor verdere behandeling.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

locatie Rotterdam
zaaknummer: 11281917 CV EXPL 24-21335
datum uitspraak: 4 juli 2025
Vonnis van de kantonrechter
in de zaak van
[eiser],
woonplaats: [plaats] , [gemeente] ,
eiser,
gemachtigde: mr. J. Cordang,
tegen
ABB Bouw B.V.,
vestigingsplaats: Sliedrecht,
gedaagde,
gemachtigde: mr. S.A. van Gemeren.
De partijen worden hierna ‘ [eiser] ’ en ‘ABB’ genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:
  • de dagvaarding van 21 augustus 2024, met bijlagen 1 tot en met 20;
  • het antwoord, met bijlagen 1 tot en met 4;
  • de spreekaantekeningen van de gemachtigden van partijen.
1.2.
Op 14 februari 2025 is de zaak tijdens een zitting besproken met [naam 1] (de vader van [eiser] ) en voor ABB met [naam 2] en [naam 3] , en met de gemachtigden.

2.De beoordeling

Wat is er gebeurd?
2.1.
[eiser] heeft in essentie aannemingsovereenkomsten gesloten met ABB waarmee hij een appartementsrecht en een parkeerplaats heeft gekocht in een door ABB te bouwen appartementencomplex in [plaats] voor bedragen van € 276.430,- en
€ 13.300,-. ABB heeft zich verbonden om het privé-gedeelte binnen 415 werkbare werkdagen na de aanvang van de bouw van het gebouw geheel voor bewoning gereed op te leveren aan [eiser] . De bouw is begonnen op 19 april 2021. Op 18 september 2023 heeft de oplevering plaats gevonden.
2.2.
Op de overeenkomst zijn van toepassing de Algemene Voorwaarden voor de aannemingsovereenkomst voor appartementsrechten, vastgesteld door SWK op 1 januari 2020 (hierna: de SWK-voorwaarden) en de toelichting daarop.
Artikel 11 lid 1 van de SWK-voorwaarden luidt als volgt:
“Werkdagen² worden als onwerkbaar beschouwd wanneer daarop door omstandigheden buiten de aansprakelijkheid van de Ondernemer gedurende ten minste vijf (5) uren door het grootste deel van de werknemers of machines niet kan worden gewerkt. Niet als werkdagen worden beschouwd de algemeen, al dan niet door de overheid dan wel bij of krachtens collectieve arbeidsovereenkomst voorgeschreven, erkende rust- en feestdagen, vakantiedagen en andere vrije dagen alsmede de door de directie van de Ondernemer in overleg met de ondernemingsraad of de personeelsvertegenwoordiging vastgestelde collectieve vakantiedagen en andere roostervrije dagen.”
Artikel 11 lid 5 van de SWK-voorwaarden luidt als volgt:
“Bij overschrijding van het overeengekomen aantal werkbare werkdagen en ook, indien een door de Ondernemer reeds aangekondigde oplevering van het privé-gedeelte wordt opgeschort, zal de Ondernemer zonder ingebrekestelling tot aan de feitelijke dag van oplevering aan de Verkrijger een gefixeerde schadevergoeding verschuldigd zijn van een kwart promille (0,25‰) van de aanneemsom per kalenderdag”
In de in lid 1 geplaatste voetnoot 2 staat:
“Een jaar telt gemiddeld 180 werkbare werkdagen.”
2.3.
Tussen partijen is gecorrespondeerd over de vraag of al dan niet opgeleverd is binnen de overeengekomen bouwtermijn van 415 werkbare werkdagen, waarbij [eiser] aanspraak heeft gemaakt op gefixeerde schadevergoeding. Zij zijn er samen niet uitgekomen.
2.4.
[eiser] stelt zich op het standpunt dat de overeengekomen bouwtermijn van 415 werkbare werkdagen op 15 maart 2023 verstreken was, dat de oplevering toen had moeten plaatsvinden in plaats van op 18 september 2023 en dat de oplevering dus 187 dagen te laat is geweest. Daarom eist [eiser] om ABB bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, te veroordelen tot betaling aan hem van samengevat:
€ 13.546,28 aan gefixeerde schadevergoeding;
€ 1.101,66 (inclusief btw) aan buitengerechtelijke kosten;
de proceskosten en nakosten;
een en ander met rente.
2.5.
ABB is het daarmee niet eens.
Wat vindt de kantonrechter
Inleiding
2.6.
Partijen zouden ter beslechting van hun geschil over de vraag of het appartement van [eiser] al dan niet opgeleverd is na het verstrijken van de overeengekomen bouwtermijn van 415 werkbare werkdagen tot uitgangspunt kunnen nemen voormeld aantal van gemiddeld 180 werkbare werkdagen per jaar. Bij aanvang van het werk op 19 april 2021 zijn twee jaar later op 19 april 2023 360 dagen verstreken, zodat de beoordeling zich dan beperkt tot de vraag of en, zo ja, wanneer het resterende aantal van 55 werkbare werkdagen verstreken is voorafgaand aan de oplevering op 18 september 2023, waarna bepaald kan worden hoeveel dagen verstreken zijn tussen de datum waarop de 415-dagentermijn verstreken is en de datum van oplevering. Daarbij moet rekening gehouden worden met de weekenden en de feestdagen, te weten donderdag 27 april (Koningsdag), vrijdag 5 mei (Bevrijdingsdag), donderdag 18 mei (Hemelvaartsdag) en maandag 29 mei (tweede Pinksterdag), wat geen werkdagen zijn, en met eventuele brugdagen op vrijdag 28 april en vrijdag 19 mei als men op die dagen collectief niet heeft gewerkt en/of roostervrij is geweest bij ABB, wat volgens ABB op beide dagen het geval is geweest in 2023. Ook moet rekening gehouden worden met dagen die als onwerkbare dagen kunnen worden aangemerkt, voornamelijk door weersomstandigheden. Volgens ABB gaat het in deze periode om twee dagen, te weten 9 mei 2023 en 5 juli 2023 (zie bijlage 2 van ABB, pagina 4). Misschien moet tevens rekening gehouden worden met de bouwvakvakantie als het aantal werkbare werkdagen voor die tijd nog niet verstreken is, maar daar lijkt het niet op. De bouwvak 2023 voor de regio midden was van maandag 24 juli tot en met vrijdag 11 augustus en bij ABB hebben de medewerkers vier weken vrij gehad tot en met vrijdag 18 augustus 2023. Die extra week vakantie is dus niet vóór maar aansluitend op de bouwvak geweest (zie bijlage 1 van ABB, laatste pagina).
2.7.
Als het zo zou worden benaderd, lijkt de bouwtermijn van 415 werkbare werkdagen te zijn verstreken op 17 juli 2023, dus al vóór de bouwvak. De bouwtermijn wordt dan niet verlengd met de twintig dagen van de bouwvakvakantie.
2.8.
De kantonrechter is voornemens om het beroep van ABB op overmacht niet te honoreren. De omstandigheid dat ABB geconfronteerd is geweest met vertraging in de aanleg van nutsvoorzieningen, in het bijzonder de huisaansluitingen door de netbeheerder, wat volgens ABB tot 53 werkdagen vertraging van de bouw heeft geleid, blijft in de rechtsverhouding tussen partijen voor rekening van ABB komen. Dat had misschien anders kunnen zijn als er grond zou zijn geweest voor het oordeel dat de netbeheerder tekortgeschoten is als gevolg van omstandigheden die haar niet kunnen worden toegerekend, maar dergelijke omstandigheden zijn gesteld noch gebleken. Mede hierom wordt ook geen grond gezien om de overeengekomen bouwtermijn van 415 dagen te verlengen met 53 dagen.
2.9.
Uitgaande van het vorenstaande en gezien het bepaalde in artikel 11 lid 5 van de SWK-voorwaarden zou ABB aan [eiser] gefixeerde schadevergoeding verschuldigd zijn over de periode van 18 juli 2023 tot 18 september 2023. Dat komt neer op 62 dagen à
€ 72,44 [1] . Dat levert € 4.491,28 aan schadevergoeding op. Dat is een lager bedrag dan gevorderd, wat tevens matigend van invloed zou zijn op het bedrag aan buitengerechtelijke kosten dat toewijsbaar is. Als dat de uitkomst van de procedure zou zijn, is er aanleiding om de proceskosten te compenseren.
2.10.
Wellicht geeft het voorgaande reden om de zaak alsnog te schikken. Zo niet dan wordt er voort geprocedeerd, in welk geval de kantonrechter er eerst behoefte aan heeft dat partijen haar nader informeren op de wijze hieronder vermeld.
Kolommenoverzicht
2.11.
Om de geschilpunten helder te krijgen, wil de kantonrechter dat partijen haar tezamen één kolommenoverzicht verstrekken in een Word- of Excel document, waaruit blijkt of het appartement van [eiser] al dan niet opgeleverd is na het verstrijken van de overeengekomen bouwtermijn van 415 werkbare werkdagen. Wat de kantonrechter wil hebben is een overzicht per dag over de periode van 19 april 2021 tot en met 18 september 2023, met de volgende opzet en in zwarte schrifttekens, met uitzondering van de punten ten aanzien waarvan partijen van mening verschillen, want daar dient ABB rode schrifttekens te gebruiken:
Kalender-
data
Werkbare
werkdag?
Ja of nee?
Toelichting (bij uiteenlopende standpunten)
Saldo werkbare werkdagen (cumulatief)
Standpunt
[eiser]
Standpunt
ABB
Toelichting [eiser] :
Toelichting ABB:
Standpunt
[eiser]
Standpunt
ABB
19/04/2021
Ja
Ja
(geen toelichting, want geen uiteenlopende standpunten)
1
1
20/04/2021
Ja
Ja
(idem)
2
2
dd/mm/2021
Ja
Nee
Toelichting [eiser] :
Toelichting ABB:
3
2
enzovoort
dd/mm/2022
dd/mm/2023
t/m
18/09/2023
2.12.
Gezien het bepaalde in artikel 11 lid 1 van de SWK-voorwaarden en gelet op de geschilpunten hierover dienen partijen bij het opstellen van bedoeld overzicht uit te gaan van het volgende:
  • met de in artikel 11 lid 1 van de SWK-voorwaarden genoemde dagen die niet als werkdagen worden beschouwd, dus ook de feestdagen in 2023, moet rekening worden gehouden zolang de bouwtermijn van 415 werkbare werkdagen niet verstreken is;
  • individuele ATV dagen zijn werkbare werkdagen;
  • collectieve ATV dagen en brugdagen zijn niet werkbare werkdagen als die dagen zijn vastgesteld door de directie in overleg met de OR of personeelsvertegenwoordiging;
  • niet werkbare werkdagen zijn de dagen die vallen in de zomervakantie die bij ABB vier weken, dus 20 dagen, duurt, in 2023 van maandag 24 juli tot en met vrijdag 18 augustus 2023;
  • niet werkbare werkdagen zijn de dagen die vallen in de kerstvakantie die bij ABB twee weken, dus 10 dagen, duurt;
  • ter vaststelling of sprake is geweest van werkdagen die al dan niet werkbaar zijn door weersinvloeden dient als richtinggevend te worden uitgegaan van wat hierover blijkt bij gebruikmaking van de tool van bouwkosten.nl (onwerkbaarweer.nl), tenzij dit voldoende gemotiveerd betwist wordt. Naar het zich laat aanzien wordt die tool ook gebruikt in zaken die dienen bij de Raad voor Arbitrage in bouwgeschillen en houdt die tool rekening met weerverlet door zowel neerslag, wind als temperatuur en met de contractuele bepaling dat ten minste gedurende vijf uren niet kan worden gewerkt. De door ABB gehanteerde gegevens van Windfinder.com hebben slechts betrekking op de windkracht op een bepaald moment en kunnen daarom niet zonder meer van betekenis zijn ter beoordeling of daardoor ten minste gedurende vijf uren niet kan worden gewerkt, maar misschien zijn er ook andere bronnen die dat kunnen staven.
  • Gelet op het bepaalde in artikel 11 lid 1 van de SWK-voorwaarden dient buiten beschouwing te blijven het aangevoerde over de impact van weersinvloeden op de planning / het kritieke tijdspad van de bouw van het appartementencomplex.
2.13.
De gedachte is dat [eiser] eerst dit kolommenoverzicht opzet. Het aldus opgestelde digitale document verstrekt hij bij akte aan de kantonrechter en ABB op de hierna te noemen rolzitting. Daarna zal ABB de gelegenheid krijgen om op een nog te bepalen rolzitting hierop bij akte te reageren, waarbij zij haar afwijkende standpunten toelicht in het digitale document.
2.14.
Het vorenstaande biedt partijen gelegenheid om nog in te gaan op wat al over en weer gesteld is en de wederzijdse standpunten over de al dan niet werkbare werkdagen nader te onderbouwen. Op [eiser] rust de bewijslast ten aanzien van dagen waarvan niet komt vast te staan dat het werkbare werkdagen zijn.
2.15.
Omdat met het opstellen van bedoeld kolommenoverzicht enige tijd gemoeid zal zijn en de zomervakantie eraan komt, verwijst de kantonrechter de zaak naar de hierna te noemen rolzitting.
2.16.
Iedere verdere beslissing wordt thans aangehouden.

3.De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
verwijst de zaak naar de rolzitting van
woensdag 17 september 2025 om 11:30 uurbij welke gelegenheid [eiser] voormeld kolommenoverzicht digitaal dient aan te leveren aan de kantonrechter en aan ABB;
3.2.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. A. Lablans en in het openbaar uitgesproken.
465

Voetnoten

1.0,25‰ van € 276.430,- en € 13.300,- is € 69,11 en € 3,33, en die bedragen opgeteld levert op € 72,44 per dag.