Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
bijlage Iaan dit vonnis gehecht.
3.Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het ten laste gelegde onder parketnummer 10-376428-24;
- bewezenverklaring van het ten laste gelegde onder parketnummer 03-340897-23;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 2 jaar met aftrek van voorarrest, alsmede de maatregel van terbeschikkingstelling van de verdachte met bevel tot verpleging van overheidswege;
- oplegging van de gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel als bedoeld in artikel 38z van het Wetboek van Strafrecht (Sr);
- herroeping van de voorwaardelijke invrijheidstelling, in de zaak met VI-nummer 99-000450-34.
4.Waardering van het bewijs
voorafgaandaan het bericht dat aangeefster het contact wilde verbreken, veelvuldig contact met elkaar hadden gehad, doet daar niet aan af. Aangeefster was immers klip en klaar met haar boodschap: ze wilde het contact verbreken, omdat zij bij nader inzien inzag dat een relatie niet voor hen was weggelegd.
“ik maak je kapot! (…) ik weet je te vinden (…) ik snij je neus eraf (…) ik vermoord eerst je kinderen en dan jij(…)”. Vervolgens verklaarde aangever dat hij een voicemailbericht kreeg van de man die hem eerder had bedreigd. Aangever hoorde dat hij zei:
“volgens mij waren wij nog niet uitgesproken of wel maat. Maar ik bericht jouw vrouw hierover, komt goed.”Uit de aangifte blijkt dat aangever daarna een WhatsAppbericht ontving, waarin stond dat
“hij nog niet uitgepraat was met aangever en bij geen bericht naar het huis van aangever zou komen.”Voorts verklaarde aangever dat zijn assistente later werd gebeld door een persoon die zich voorstelde als de partner van [slachtoffer 1] (de aangeefster van feit 4). Aangever herkende op dat moment de stem als de stem van het eerdere telefoongesprek, waarbij de bedreigingen waren geuit. Op de zitting heeft verdachte bevestigd dat hij het voicemailbericht heeft ingesproken. Ook hier geldt weer dat uit het dossier niet volgt dat verdachte in opdracht van zijn ex handelde. Al met al kan ook feit 2 bewezen worden verklaard.
bijlage IIheeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan, en op grond van de redengevende inhoud van het voorgaande, is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
een ofmeerdere tijdstip
(pen
)in
of omstreeksde periode van 12 november 2024 tot en met 26 november 2024 te
Rotterdam en/ofZwijndrecht, althans in Nederland,
/of
/ofmails en
/of(via Social Media) berichten te sturen aan die [slachtoffer 3] en
/ofhaar familieleden en
/of
/ofbloemen op de werklocatie van die [slachtoffer 3] te laten bezorgen en
/of
(een
)foto
’s)van
die [slachtoffer 3] en/ofhaar familieleden te plaats
ten,
,te dwingen iets te doen,
niet te doen,te dulden en
/ofvrees aan te jagen;
of omstreeksde periode van 14 juli 2021 tot en met 9 september 2021 te Venlo,
/of
/of
/of
/of
,
,
(op of omstreeks 9 september 2021)die [slachtoffer 4] een (SMS-)tekstbericht te sturen met
,
(op of omstreeks 9 september 2021)die [slachtoffer 5] een (SMS-)tekstbericht te sturen
of omstreeks9 september 2021 te Venlo, althans in Nederland,
/ofmet zware mishandeling,
(tijdens een telefoongesprek
)dreigend de woorden toe te voegen
, althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
of omstreeksde periode van 1 februari 2022 tot en met 3 februari 2022 te
/of
/of
/of
/of
(12 pagina's tellende
)brief te sturen met
(onder
,
,
of omstreeksde periode van 17 januari 2022 tot en met 18 februari 2022 te
waarbij bij enkele brieven sperma was
/of
5.Strafbaarheid feiten
belaging
6.Strafbaarheid verdachte
7.Motivering straf en maatregelen
8.Vorderingen benadeelde partijen / schadevergoedingsmaatregelen
9.Vordering herroeping voorwaardelijke invrijheidstelling
10.Toepasselijke wettelijke voorschriften
11.Bijlagen
12.Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 1 (één) jaar,
ter beschikking wordt gesteld;
van overheidswege wordt verpleegd;
€ 3.375,46 (zegge: drieduizend driehonderdvijfenzeventig euro en zesenveertig eurocent), bestaande uit € 875,46 aan materiële schade en € 2.500,00 aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 9 september 2021 tot aan de dag der algehele voldoening;
€ 3.375,46 (zegge: drieduizend driehonderdvijfenzeventig euro en zesenveertig eurocent), bestaande uit € 875,46 aan materiële schade en € 2.500,00 aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 9 september 2021 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [slachtoffer 5] te betalen
€ 3.375,46(hoofdsom,
zegge:
drieduizend driehonderdvijfenzeventig euro en zesenveertig eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 9 september 2021 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van
€ 3.375,46niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
43 dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [slachtoffer 4] te betalen
€ 3.375,46(hoofdsom,
zegge:
drieduizend driehonderdvijfenzeventig euro en zesenveertig eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 9 september 2021 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van
€ 3.375,46niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
43 dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;