Op 15 juli 2025 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven over de verlenging van de ondertoezichtstelling van een minderjarige, geboren in 2009. De zaak betreft de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond, die verzocht om de ondertoezichtstelling van de minderjarige te verlengen voor een periode van zes maanden. De moeder van de minderjarige is belast met het ouderlijk gezag, maar was niet aanwezig tijdens de zitting. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de ontwikkeling van de minderjarige ernstig bedreigd wordt, aangezien hij niet naar school gaat, geen zinvolle dagbesteding heeft en dagelijks blowt. Ondanks dat de minderjarige meewerkt aan het MDFT-traject, is er nog geen individuele hulpverlening op gang gekomen. De kinderrechter oordeelt dat de betrokkenheid van de jeugdbeschermer noodzakelijk blijft om negatieve patronen te doorbreken en de hulpverlening te waarborgen. De ondertoezichtstelling is verlengd tot 18 januari 2026 en de beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Tegen deze beslissing kan binnen drie maanden hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Den Haag.