ECLI:NL:RBROT:2025:1113

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
24 januari 2025
Publicatiedatum
28 januari 2025
Zaaknummer
C/10/680223 / HA RK 24-507
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopig deskundigenbericht wegens gebrek aan belang

Op 24 januari 2025 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een zaak waarin [verzoeker] een verzoek indiende voor een voorlopig deskundigenbericht. Dit verzoek was gebaseerd op een ongeval waarbij [verzoeker] als bestuurder van een bromfiets in botsing was gekomen met een auto bestuurd door [belanghebbende]. De rechtbank heeft vastgesteld dat het Team Forensische Opsporing (TFO) al een uitgebreid onderzoek had uitgevoerd naar het ongeval, waarbij geen infrastructurele oorzaak of rijtechnische gebreken konden worden aangetoond. De logfiles van de verkeerslichtregelinstallatie waren overschreven, waardoor niet kon worden vastgesteld wie er door rood had gereden. De rechtbank oordeelde dat het verzoek om een deskundigenbericht niet toewijsbaar was, omdat het niet ter zake dienend was en er geen feiten waren die bewezen konden worden. De rechtbank wees het verzoek af bij gebrek aan belang, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd. De beslissing werd openbaar uitgesproken door mr. P. de Bruin.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK ROTTERDAM

Team handel en haven
zaaknummer / rekestnummer: C/10/680223 / HA RK 24-507
Beschikking van 24 januari 2025 op het verzoek van
[verzoeker],
wonende te [woonplaats] ,
verzoeker,
advocaat mr. M. Ciftci-Incekara te Rotterdam,
tegen

1.BALOISE BELGIUM,

gevestigd te Beesd (België),
verweerster,
advocaat mr. C. Banis te Rotterdam,
2.
[belanghebbende],
wonende te [woonplaats] ,
belanghebbende,
niet verschenen.
Partijen worden hierna genoemd [verzoeker] , Baloise en [belanghebbende] .

1.Het procesverloop

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het verzoekschrift van 6 juni 2024, met producties 1 tot en met 6;
  • de mondelinge behandeling van 16 augustus 2024, waarvan zittingsaantekeningen zijn gemaakt en waar de procedure is aangehouden voor een uitlating voortzetting;
  • de brief van deze rechtbank van 10 oktober 2024 waarin partijen wordt verzocht zich uit te laten over de voortzetting van de procedure;
  • het bericht van [verzoeker] van 14 oktober 2024.

2.Het verzoek

2.1.
Het verzoek van [verzoeker] strekt ertoe dat de rechtbank een voorlopig deskundigenbericht zal bevelen. Hieraan legt [verzoeker] ten grondslag dat dat hij ernstig letsel heeft opgelopen door een ongeval waarbij hij als bestuurder van een bromfiets in botsing is gekomen met een auto bestuurd door [belanghebbende] . Het Team Forensische Opsporing van de Politie Rotterdam-Rijnmond (hierna: TFO) heeft al uitgebreid onderzoek gedaan naar het ongeval. De conclusie van TFO is dat er geen infrastructurele oorzaak kan worden aangetoond, en dat er geen rijtechnische gebreken zijn geconstateerd die aan het ongeval ten grondslag hebben kunnen liggen. Volgens [verzoeker] kan het ongeluk daarom alleen zijn ontstaan doordat hij of [belanghebbende] door rood is gereden. De logfiles van de verkeerslichtregelinstallatie waren echter al overschreven. Daarom is niet na te gaan wie er door rood heeft gereden. Uit een reeds gehouden voorlopig getuigenverhoor is niet duidelijk geworden wie er door rood heeft gereden. Alle betrokkenen stellen door groen te hebben gereden. [verzoeker] beschikt over een geluidsopname van een gesprek tussen de vrouw van [verzoeker] , een buurvrouw van [verzoeker] , [belanghebbende] en een bijrijder van [belanghebbende] . Deze geluidsopname is [verzoeker] eerst bekend geworden nadat hij van advocaat is gewisseld en zijn belangen door mr. Ciftci-Incekara worden behartigd. Tussen uitlatingen in dat gesprek en wat tijdens de getuigenverhoren is verklaard, zitten discrepanties, aldus [verzoeker] . Met een onafhankelijk onderzoek door een verkeersongevallenanalist, die mogelijk in het bezit kan komen van het strafdossier, en het audiofragment, wil [verzoeker] laten vaststellen wie er door rood heeft gereden.
2.2.
Baloise is verzekeraar van [belanghebbende] en voert verweer. De ‘nieuwe’ geluidsopname kan een reden zijn voor heropening van het getuigenverhoor, maar geen reden om een deskundigenbericht te gelasten. Bij TFO werken verkeersongevallenanalisten met alle mogelijke middelen. Dat zij tot de conclusie zijn gekomen dat niet is vast te stellen wie er door rood is gereden, betekent dat een gerechtsdeskundige dat ook niet (meer) kan.

3.De beoordeling

3.1.
De rechtbank is bevoegd op het verzoek te beslissen omdat zij vermoedelijk bevoegd is om kennis te nemen van de hoofdzaak als deze aanhangig wordt gemaakt (artikel 203 lid 1 Rv, zoals geldend op 6 juni 2024). Het schade brengende feit heeft zich namelijk voorgedaan in Hellevoetsluis. Die plaats ligt in het werkgebied van deze rechtbank (artikel 7 lid 2 Brussel I-bis).
3.2.
Een verzoek om een voorlopig deskundigenbericht te gelasten is toewijsbaar als het terzake dienend en voldoende concreet is en feiten betreft die daarmee bewezen kunnen worden. Een dergelijk verzoek kan worden afgewezen ingeval van strijd met de goede procesorde of misbruik van (proces)recht, wegens gebrek aan belang en als het afstuit op een ander, door de rechter zwaarwichtig geoordeeld belang (Hoge Raad 19 december 2003, ECLI:NL:HR:2003:AL8610). Daarbij, zonder voldoende belang komt niemand een rechtsvordering toe (artikel 3:303 BW).
3.3.
De rechtbank stelt voorop dat er al een verkeersongevallenanalyse heeft plaatsgevonden. Niet gesteld en gebleken wat een gerechtelijk deskundige meer kan onderzoeken dan TFO al, uitgebreid, heeft gedaan. Relevant is voorts dat het een voldongen feit is dat de logfiles van de verkeerslichtregelinstallatie van het kruispunt waar het ongeval heeft plaatsgevonden niet meer te achterhalen zijn. Tijdens de mondelinge behandeling heeft [verzoeker] nog gesteld dat er geen speeksel- en blaastest is gedaan na het ongeval, terwijl dat bij zo een ernstig ongeval wel mag worden verwacht. Wat daar ook van zij, een gerechtsdeskundige kan dit achteraf niet meer doen.
3.4.
Voorts vergt de vraag of er tegenstrijdigheden in het dossier zitten, en specifiek tussen uitlatingen in een geluidsopname en die tijdens het voorlopig getuigenverhoor, een juridische beoordeling en die is aan de rechter en niet aan een gerechtsdeskundige.
3.5.
Het verzochte deskundigenonderzoek betreft zodoende geen feiten die daarmee kunnen worden bewezen. De rechtbank wijst het verzoek van [verzoeker] daarom af bij gebrek aan belang daarbij (artikel 3:303 BW).
3.6.
De rechtbank ziet geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

4.De beslissing

De rechtbank
4.1.
wijst het verzoek van [verzoeker] af.
Deze beschikking is gegeven door mr. P. de Bruin en in het openbaar uitgesproken op 24 januari 2025.
[3718/2009]