In deze zaak heeft de kinderrechter op 14 augustus 2025 een beschikking gegeven in een voogdijzaak betreffende een minderjarige, hierna te noemen [voornaam minderjarige]. De Raad voor de Kinderbescherming heeft verzocht om de GI te belasten met de voorlopige voogdij over [voornaam minderjarige] en om een bijzondere curator te benoemen. Dit verzoek is gedaan naar aanleiding van de ernstige omstandigheden waaronder [voornaam minderjarige] is aangetroffen, namelijk samen met haar overleden moeder. De vader van [voornaam minderjarige] is verdachte in de zaak van het overlijden van de moeder en heeft aangegeven dat hij de situatie van zijn dochter wil verbeteren door haar bij hem te laten wonen zodra hij op vrije voeten is.
De kinderrechter heeft vastgesteld dat de vader de Nederlandse taal niet voldoende machtig is en heeft daarom een tolk ingeschakeld. Tijdens de zitting is de noodzaak van een bijzondere curator besproken, gezien de complexe situatie waarin [voornaam minderjarige] zich bevindt. De kinderrechter heeft op basis van de artikelen 1:242a en 1:250, tweede lid BW besloten om ambtshalve een bijzondere curator te benoemen, om de belangen van [voornaam minderjarige] te behartigen en haar te vertegenwoordigen in juridische procedures.
Mr. M.G. Hoogerwerf is benoemd als bijzondere curator en zal de verantwoordelijkheid op zich nemen om de situatie van [voornaam minderjarige] te onderzoeken en te adviseren over de wenselijkheid van contact met de vader. De benoeming geldt voor een periode van één jaar, tot 14 augustus 2026. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de beslissing onmiddellijk van kracht is, ongeacht eventuele hoger beroep procedures.