ECLI:NL:RBROT:2025:11224
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Faillissementsprocedure van vennootschappen onder firma en besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Op 11 september 2025 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een faillissementsprocedure waarbij de vennootschap onder firma [verzoekster 1] en de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid [verzoekster 2] betrokken zijn. De curator, [curator 1], had verzocht om de faillietverklaring van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid [verweerster] B.V. De rechtbank oordeelde dat er een substantiële vordering van [verzoekster 1] op [verweerster] B.V. resteert, die niet kan worden terugbetaald. De curator had vastgesteld dat de administratie van [verzoekster 2] niet was ontvangen en dat de vordering van [verzoekster 1] op [verzoekster 2] boekhoudkundig was verwerkt. De rechtbank concludeerde dat er sprake was van een toestand van hebben opgehouden te betalen, aangezien [verweerster] B.V. niet in staat was om de openstaande vorderingen te voldoen. De rechtbank verklaarde [verweerster] B.V. in staat van faillissement en benoemde mr. C.G.E. Prenger als rechter-commissaris en mr. [curator 2] als curator. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen hebben het recht om binnen acht dagen hoger beroep in te stellen.