ECLI:NL:RBROT:2025:11334

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
24 september 2025
Publicatiedatum
25 september 2025
Zaaknummer
10/264031-22
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van rechtspersoon voor dood door schuld en valsheid in geschrifte na dodelijk ongeval met gebrekkige auto

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 24 september 2025 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte rechtspersoon, [verdachte] B.V. De verdachte werd beschuldigd van dood door schuld en valsheid in geschrifte, naar aanleiding van een dodelijk ongeval dat plaatsvond op 9 november 2020. De officier van justitie eiste een geldboete van € 30.000,- en bewezenverklaring van de tenlastegelegde feiten. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat er onvoldoende causaal verband bestaat tussen de verkoop van de auto door de verdachte en het dodelijke ongeval. De rechtbank concludeerde dat de koper van de auto, die een ernstig gebrek vertoonde, zelf onvoorzichtig had gehandeld door de brandstofschakelaar om te zetten, wat leidde tot het ongeval. Hierdoor kon de verdachte niet worden aangerekend voor de dood door schuld. Daarnaast ontbrak bewijs voor de wetenschap van de verdachte omtrent de valsheid van het keuringsrapport, wat leidde tot vrijspraak van het tweede feit. De rechtbank sprak de verdachte rechtspersoon vrij van beide tenlastegelegde feiten.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 2
Parketnummer: 10/264031-22
Datum uitspraak: 24 september 2025
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte rechtspersoon:
[verdachte] B.V.,
gevestigd aan [adres] , [postcode] te [plaats] ,
raadsman mr. M.A.W. Nillesen, advocaat te 's-Hertogenbosch.

1.Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzittingen van 23 april 2024 en 10 september 2025.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte rechtspersoon is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding, zoals deze op de terechtzitting van 23 april 2024 overeenkomstig de vordering van de officier van justitie is gewijzigd. Het verwijt luidt kort gezegd dat aan schuld van de rechtspersoon is te wijten dat er een dodelijk ongeval heeft plaatsgevonden en dat de rechtspersoon een vals of vervalst APK-keuringsrapport heeft gehad en heeft afgegeven. De tekst van de gewijzigde tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3.Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. T.J. Lindhout gevorderd:
  • bewezenverklaring van het onder 1 en 2 ten laste gelegde;
  • veroordeling van de verdachte rechtspersoon tot een geldboete van € 30.000,-.

4.Waardering van het bewijs

4.1.
Vrijspraak
4.1.1.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie acht bewezen dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan dood door schuld. Een feitelijk vertegenwoordiger van de verdachte rechtspersoon heeft een auto verkocht waarvan duidelijk was dat deze een ernstig gebrek bevatte, te weten een gescheurde vulslang waardoor de auto niet op benzine kon rijden. Het verkeersongeval heeft plaatsgevonden doordat de koper van de auto tijdens het rijden de brandstofschakelaar heeft overgehaald van gas naar benzine, terwijl de benzinetank niet was gevuld en ook niet kon worden gevuld als gevolg van de gescheurde vulslang. Daardoor is de motor op de snelweg stilgevallen. Niet alleen is een conditio sine qua non-verband aanwezig tussen de verkoop van de gebrekkige auto en het dodelijke ongeval, ook was voorzienbaar dat de koper van de auto – een zenuwachtige man met ogenschijnlijk weinig verstand van auto’s – per ongeluk naar benzine zou overschakelen en dat de auto vervolgens zou stilvallen. Het ongeval en de dood van het slachtoffer kunnen de verdachte worden toegerekend, zodat het onder 1 ten laste gelegde wettig en overtuigend kan worden bewezen. Ook acht de officier van justitie het onder 2 ten laste gelegde, het voorhanden hebben van een vals keuringsrapport, bewezen. De feitelijke vertegenwoordiger van de verdachte rechtspersoon had ten minste moeten vermoeden dat het keuringsrapport vals was, maar heeft dit niettemin aan koper verstrekt om hem daarmee te doen geloven dat het om een veilige auto ging. Die gedraging heeft plaatsgevonden in de sfeer van de rechtspersoon en kan aan de verdachte rechtspersoon worden toegerekend.
4.1.2.
Beoordeling
Vastgestelde feiten en omstandigheden
Op 9 november 2020 heeft de [koper] (hierna: de koper) een auto van het merk Ford type E-150, met [kenteken] , gekocht en geleverd gekregen van een medewerker die werkzaam was bij de verdachte. De auto was die dag gekeurd door een APK-keurmeester en voorzien van een keuringsrapport. De koper is met de auto de snelweg opgegaan en bevond zich op de A16 op de derde rijstrook van de rijbaan (waar de geldende snelheidslimiet 100 kilometer per uur bedraagt). Zijn auto ging toen steeds langzamer rijden, tot bijna stilstand, en een bestelauto is toen achterop de auto van de koper gebotst. Door dit ongeval is het vijftien maanden oude zoontje van de bestuurder van de bestelauto, die in een kinderstoeltje op de bijrijdersstoel zat, zo ernstig gewond geraakt dat hij korte tijd later is komen te overlijden.
Uit de door de politie van het ongeval opgemaakte analyse (VOA-rapport) volgt dat de auto rijtechnisch in onvoldoende staat van onderhoud verkeerde en gebreken vertoonde die eventueel de oorzaak zijn geweest van, of van invloed zouden kunnen zijn geweest op, het ontstaan dan wel het verloop of de gevolgen van het ongeval. Ook wordt vermeld dat de auto is aangetroffen met de schakelaar van de brandstofkeuze in de stand voor benzine, en geconcludeerd dat het voertuig vermoedelijk is stilgevallen omdat de brandstoftank voor benzine leeg was.
Uit een aanvullend proces-verbaal van 9 september 2025 volgt dat van de aan de auto vastgestelde gebreken, uitsluitend de gescheurde brandstofleiding (vulslang) van invloed is op het functioneren van de auto, omdat het daardoor niet mogelijk was de benzinetank te vullen.
Beoordeling feit 1
De rechtbank stelt vast dat op basis van het dossier niet met zekerheid kan worden geconcludeerd dat technische gebreken aan de door verdachte verkochte auto de oorzaak van het dodelijke ongeval zijn. Het VOA-rapport spreekt van gebreken die “eventueel van invloed (zijn) geweest”. Het enige gebrek dat daar dan voor in aanmerking komt is de gescheurde vulslang van de benzinetoevoer. Voor de risico verhogende aard van dit gebrek was echter ook eigen handelen van de koper nodig. De auto kon op gas rijden en deed dat ook. Mogelijk heeft de koper tijdens het rijden de brandstofschakelaar omgezet van de gas- naar de benzinestand, waardoor de gastoevoer werd afgesloten en de motor stilviel als gevolg van een lege benzinetank. Anders dan de officier van justitie oordeelt de rechtbank dat die – eventuele – omstandigheid voor de verdachte niet voorzienbaar was. Hierbij moet voorts betrokken worden dat aan de koper door verdachte is uitgelegd dat de auto alleen op gas loopt en de koper heeft verklaard dat hij dit wist. Hij had dit meermalen gevraagd en de verkoper had hem gezegd “alleen gas”. Voor zover de koper dus de schakelaar heeft omgezet valt dit niet aan de verdachte toe te rekenen. Voorts is zeer onvoorzichtig rijgedrag van de koper (waarvoor deze is veroordeeld) voor het ongeval bepalend geweest.
De rechtbank is, gelet op het voorgaande, van oordeel dat er onvoldoende causaal verband is tussen de verkoop van de auto door de verdachte en het dodelijke ongeval. De ten laste gelegde dood door schuld kan dus niet bewezen worden en de verdachte zal daarvan dan ook worden vrijgesproken.
Beoordeling feit 2
Daargelaten dat bewijs ontbreekt van enige wetenschap van de verdachte omtrent de veronderstelde valsheid van het keuringsrapport, heeft de rechtbank de betrokken APK-keurmeester vrijgesproken van het vervalsen van het keuringsrapport. Bij die stand van zaken dient ook vrijspraak van de verdachte van het onder 2 ten laste gelegde te volgen.

5.Bijlage

De in dit vonnis genoemde bijlage maakt deel uit van dit vonnis.

6.Beslissing

De rechtbank:
verklaart niet bewezen, dat de verdachte de onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.J. Bade, voorzitter,
en mrs. A.M.G. van de Kragt en L. den Teuling, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. L.R. van Zaanen, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.
De jongste rechter buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
Tekst gewijzigde tenlastelegging
Aan de verdachte rechtspersoon is ten laste gelegd dat
1
zij op of omstreeks 9 november 2020 te [plaats] , [gemeente]
grovelijk, althans aanmerkelijk onvoorzichtig, onachtzaam en/of nalatig
-heeft nagelaten voldoende (deugdelijk) onderhoud en/of reparaties te (laten) plegen aan het bedrijfsvoertuig Ford E150 met [kenteken] en/of
-heeft nagelaten voldoende, te controleren of het bedrijfsvoertuig veilig was voor de gebruik op de openbare weg en/of verkoop en/of
-een bedrijfsvoertuig met een geldig APK-keuringsrapport heeft verkocht aan [koper] terwijl het bedrijfsvoertuig op tenminste 15 punten afgekeurd had moeten worden en/of
-het voornoemde bedrijfsvoertuig tezamen met een (vervalst) APK-Keuringsrapport mee te geven aan die [koper] ,
waardoor het aan haar schuld te wijten is dat die [koper] als bestuurder van voornoemd bedrijfsvoertuig op de A16 (onverwacht) (nagenoeg) tot stilstand is gekomen waarna/waardoor [slachtoffer] (geboren [geboortedatum] 2019) ten gevolge van een verkeersongeluk is overleden;
2
zij op of omstreeks 9 november 2020 te [plaats] , [gemeente]
opzettelijk
een vals en/of vervalst geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te
dienen, te weten een APK Keuringsrapport
heeft/hebben afgeleverd en/of voorhanden heeft/hebben gehad,
terwijl zij, verdachte en/of haar medeverdachte(n), wist(en) of redelijkerwijs
moest(en) vermoeden dat dit geschrift bestemd was om gebruik van te maken als ware het echt en onvervalst.