Uitspraak
RECHTBANK Rotterdam
1..WAALSTEDE VASTGOED B.V.,
2.
YELLOW SPRINT HOLDING B.V.,
3.
CHARLESTON VASTGOED ROTTERDAM B.V.,
1..[gedaagde 1] ,
2.
[gedaagde 2],
1.De procedure
2.De feiten
“bij hun handelen, ongeacht de hoedanigheid waarin zulks geschiedt, de belangen van Waalstede in de meest ruime zin van het woord in acht te nemen”. Waalstede betaalde Landlust een managementvergoeding van € 7.500,- per maand voor de diensten van [gedaagde 1] . Bij brief van 28 november 2013 heeft Waalstede de overeenkomst beëindigd. [gedaagde 1] was tot vijf jaar na het eindigen van de overeenkomst verplicht tot geheimhouding.
- Waalstede mocht ten minste van [gedaagde 1] verwachten dat hij in het belang van Waalstede zou handelen waar het om de tenderprocedure ging. [gedaagde 1] had moeten begrijpen dat het met dat belang in strijd was om werkzaamheden te verrichten voor een concurrent in diezelfde procedure.
- Waalstede mocht hoe dan ook verwachten dat [gedaagde 1] het belang van Waalstede in de tenderprocedure voorop zou stellen en in die procedure zou nastreven dat Waalstede in plaats van DGAAB die tender vergund zou krijgen.
- [gedaagde 1] was echter ook inhoudelijk betrokken bij de bieding van DGAAB.
- In een getapt telefoongesprek zegt [persoon C] dat hij naar eigen zeggen rijk is geworden dankzij [gedaagde 1] . Volgens het hof volgt hieruit voldoende duidelijk dat het aandeel van [gedaagde 1] volgens [persoon C] onmisbaar was voor deelname aan de tenderprocedure.
- [gedaagde 1] heeft een zo belangrijk aandeel in het verwerven van de GreeNS-tender gehad, dat de conclusie gerechtvaardigd is dat DGAAB zonder [gedaagde 1] niet aan de tender had kunnen meedoen. Naar het oordeel van het hof is aannemelijk dat DGAAB dat zonder [gedaagde 1] dan ook niet had gedaan.
- Het is gelet op de verlaging van het bod van Waalstede in de eerdere tender van de Groenportefeuille, aannemelijk dat Waalstede, als zij van de mogelijkheid had gehoord haar bod te verbeteren in de GreeNS-tender, dit had gedaan, en had kunnen en willen zakken tot het bedrag waarvoor de tender is verkocht.
- Het hof gaat om verschillende redenen uit van gelijke kansen voor Fabo en Waalstede. Het hof schat de kans op dooronderhandelen met Fabo en Waalstede in op 90% en de kans op het verwerven van de tender voor ieder op de helft daarvan, dus op 45%.
- [gedaagde 1] c.s. hebben onder meer onjuist en/of onvolledig verklaard over hun verbintenis met Waalstede, omdat [gedaagde 1] c.s. een eerder tussen DGAAB en Landlust gesloten overeenkomst uit april 2014 verzwegen hebben. Ook hebben [gedaagde 1] c.s. onjuist en/of onvolledig verklaard over hun verbintenis met [persoon C] c.s. en hun inspanningen ten behoeve van [persoon C] c.s. in verband met de GreeNS-tender. Ze hebben in strijd met de waarheid verklaard dat [gedaagde 1] eerst na de gunning op de hoogte is geraakt van de deelname van DGAAB aan de GreeNS-tender. Verder hebben zij de beloningen die [gedaagde 1] heeft ontvangen of nog zal ontvangen, verzwegen. De onjuiste voorlichting van [gedaagde 1] c.s. raakt de kern van het geschil en rechtvaardigt op zichzelf dat het hof de grieven van [gedaagde 1] c.s. afwijst en het vonnis van de rechtbank bekrachtigt.
- Op grond van onder andere de stukken uit het strafrechtelijk onderzoek (zie hierna in 2.19), oordeelt het hof dat [gedaagde 1] c.s. bekend waren met de deelname van DGAAB aan de GreeNS-tender en er een zwaarwegend financieel belang bij hadden dat DGAAB deze tender zou winnen. Ook is het hof van oordeel dat [gedaagde 1] zich voor dat laatste daadwerkelijk heeft ingespannen en informatie afkomstig van Waalstede aan DGAAB heeft doorgespeeld. Door zo te handelen, is [gedaagde 1] tekortgeschoten in de nakoming van zijn verplichting uit artikel 2 lid 1 van de managementovereenkomst tussen Waalstede en Landlust, in de nakoming van zijn geheimhoudingsverplichting en heeft hij in strijd gehandeld met artikel 4 van de verkoopovereenkomst om kennis over en contacten met NS Vastgoed niet voor derden aan te wenden zonder eerst Centraal Traject in de gelegenheid te stellen van die kennis en contacten gebruik te maken.
- DGAAB zou zonder de betrokkenheid van [gedaagde 1] niet aan de GreeNS-tender hebben deelgenomen.
- Ook als Waalstede c.s. zonder onrechtmatig handelen van [gedaagde 1] c.s. eveneens een te hoog openingsbod hadden gedaan, is het aannemelijk dat NS Vastgoed, zonder inschrijving van DGAAB en na het om inhoudelijke redenen afvallen van een andere inschrijver, had dooronderhandeld met de twee partijen die op dat moment de beste inschrijvingen hadden, te weten Waalstede en Fabo, zoals zij dat nu heeft gedaan met DGAAB en Fabo. Om die redenen is het ook aannemelijk dat Waalstede, die op kwaliteit hoger had gescoord dan Fabo, haar prijs dan zou hebben bijgesteld.
- Hoe groot de kans op het winnen van de GreeNS-tender zonder de deelname van DGAAB zou zijn geweest, laat het hof in het arrest in het midden. Voor een vordering tot schadevergoeding, nader op te maken bij staat, volstaat dat de mogelijkheid van schade aannemelijk is. Daartoe is voldoende dat Waalstede c.s. een reële kans op het winnen van de GreeNS-tender zou hebben gehad zonder de deelname van DGAAB. Het hof laat het aan de rechtbank over om in een schadestaatprocedure over de grootte van die kans te oordelen.
3.Het geschil
4.De beoordeling
5.De beslissing
3608/1980