Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 15 juli 2024, met bijlagen;
- het antwoord, met bijlagen.
2.De beoordeling
Ik heb begrepen van mijn collega dat er een omruil actie zou plaats vinden , besproken met u cliënt , die heeft niet plaats gevonden maar kan nog steeds plaats vinden”. En in het e-mailbericht van 26 februari 2024 schrijft [persoon C] , nadat de gemachtigde van [eiser] nogmaals de kwitantie van 19 september 2023 aan [gedaagde] had toegezonden, dat [gedaagde] het nog steeds kan oplossen voor [eiser] . Hieruit volgt dat [gedaagde] eerder het bestaan van de koopovereenkomst heeft erkend. Gelet hierop en hetgeen [gedaagde] hierover verder heeft aangevoerd in deze procedure is de betwisting van het bestaan van de overeenkomst onaannemelijk. Hetgeen [gedaagde] inhoudelijk heeft aangevoerd over de vorm en de opmaak van de kwitantie en haar betwisting op Marktplaats te handelen, is dan ook onvoldoende voor een ander oordeel. Daarbij komt dat [gedaagde] haar stelling dat zij niet via Markplaats handelt onvoldoende onderbouwt met alleen een ongedateerde printscreen van een zoekopdracht op Marktplaats naar advertenties van ‘ [gedaagde] ’. Dit sluit immers niet uit dat [gedaagde] eerder wel advertenties op Markplaats heeft geplaatst.