ECLI:NL:RBROT:2025:11499

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
30 september 2025
Publicatiedatum
1 oktober 2025
Zaaknummer
83.097416.23
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor medeplegen van gewoontewitwassen, valsheid in geschrift en niet voeren van administratie

Op 30 september 2025 heeft de rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van gewoontewitwassen, valsheid in geschrift en het niet voeren van een administratie. De verdachte, geboren in 1985, werd bijgestaan door de advocaten mr. A. Oass en mr. S.T. Çaylak. De rechtbank oordeelde dat de verdachte samen met anderen een contante geldstroom op gang heeft gebracht en verschillende rechtspersonen heeft gebruikt als witwasvehikel. Valse facturen werden opgemaakt en in de administratie verwerkt om de illegale herkomst van de gelden te verhullen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte niet alleen betrokken was bij het witwassen van een Audi Q8, een Range Rover Evoque en een Audi RS6, maar ook bij een geldbedrag van in totaal € 311.209,13. De verdachte heeft feitelijk leidinggegeven aan het opmaken van een valse bedrijfsadministratie en het niet volledig bijhouden van de administratie van zijn rechtspersoon. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 15 maanden, waarvan 5 maanden voorwaardelijk, en een beroepsverbod van 3 jaar opgelegd. De rechtbank heeft de ernst van de feiten en de rol van de verdachte in de ondermijning van de legale economie zwaar laten meewegen in de strafmaat.

Uitspraak

Team straf 1
Parketnummer: 83.097416.23
Datum uitspraak: 30 september 2025
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1985,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres:
[adres] , [postcode] [woonplaats] ,
raadslieden mr. A. Oass en mr. S.T. Çaylak, advocaten te Amsterdam.

1.Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzittingen van 9 en 30 september 2025.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3.Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. I. Hoek heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van het onder 1 primair, 2 en 3 ten laste gelegde, met dien verstande dat het ten laste gelegde bedrag onder feit 1 primair dient te worden beperkt tot € 352.086,64;
  • veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 30 maanden met aftrek van voorarrest, waarvan 10 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar en oplegging van een beroepsverbod, inhoudende dat de verdachte geen bestuurder of directeur van een vennootschap mag zijn gedurende 3 jaar.

4.Geldigheid dagvaarding

Ambtshalve beoordeling van de dagvaarding ten aanzien van feit 2, 3e gedachtestreepje

De verdachte wordt, kort weergegeven, verweten dat hij een valse bedrijfsadministratie heeft opgemaakt door daarin valse facturen op te nemen.
In de tenlastelegging is in de omschrijving opgenomen waaruit de valsheid van die facturen bestaat. Dit is echter niet het geval voor zover het gaat om de factuur met factuurnummer [factuurnummer 1] d.d. 12 oktober 2022 gericht aan Rexis Trade B.V. (hierna: Rexis ). Dit volgt ook niet zonder meer uit het dossier, zodat het ten aanzien van die factuur onvoldoende duidelijk is waarvan verdachte wordt beschuldigd. De dagvaarding wordt daarom nietig verklaard met betrekking tot voornoemde factuur.
Voor het overige is voldoende duidelijk waarop de feiten betrekking hebben, zodat de dagvaarding ten aanzien daarvan geldig is.

5.Waardering van het bewijs

5.1.
Feit 1
De verdachte wordt verweten dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van (gewoonte)witwassen van een Audi Q8, een Range Rover Evoque, een Audi RS6 en een groot geldbedrag.
5.1.1.
Standpunt verdediging
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat het wettig en overtuigend bewijs ontbreekt dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de ten laste gelegde feiten. De verdachte dient daarom te worden vrijgesproken.
Bij de beoordeling hieronder zullen de specifieke verweren van de verdediging worden weergegeven.
5.1.2.
Beoordeling
Juridisch kader
De rechtbank stelt voorop dat voor een veroordeling van witwassen zoals neergelegd in artikel 420bis van het Wetboek van Strafrecht dient te worden bewezen dat het ten laste gelegde voorwerp uit enig misdrijf (gronddelict) afkomstig is. Het is voor een bewezenverklaring van het bestanddeel ‘afkomstig uit enig misdrijf’ niet vereist dat uit de bewijsmiddelen moet kunnen worden afgeleid dat het ten laste gelegde voorwerp afkomstig is uit een nauwkeurig aangeduid misdrijf.
In deze zaak kan geen direct verband worden gelegd tussen enerzijds een bepaald misdrijf en anderzijds de drie auto’s en het geldbedrag. Toch kan bewezen worden geacht dat deze voorwerpen uit misdrijf afkomstig zijn, als het op grond van vastgestelde feiten en omstandigheden niet anders kan zijn dan dat de voorwerpen uit enig misdrijf afkomstig zijn.
De rechtbank moet beoordelen of de door het Openbaar Ministerie aangedragen feiten en omstandigheden van dien aard zijn dat zij een vermoeden rechtvaardigen dat het niet anders kan zijn dan dat de voorwerpen uit misdrijf afkomstig zijn. Als daarvan sprake is, mag van de verdachte worden verlangd dat hij een verklaring geeft voor de herkomst van de voorwerpen. Die verklaring dient concreet, min of meer verifieerbaar en niet op voorhand hoogst onwaarschijnlijk te zijn. Bij de beoordeling van deze verklaring spelen de omstandigheden waaronder en het moment en de wijze waarop deze tot stand is gekomen mede een rol. Zo kan het van belang zijn of de verdachte van meet af aan een tegenwicht tegen de verdenking heeft geboden of dat hij pas in een laat stadium van het onderzoek is gaan verklaren op een wijze die aan de hiervoor genoemde vereisten voldoet.
Zodra het door de verdachte geboden tegenwicht daartoe aanleiding geeft, ligt het vervolgens op de weg van het Openbaar Ministerie om nader onderzoek te doen naar de, uit de verklaringen van de verdachte blijkende, alternatieve herkomst van de voorwerpen. Uit de resultaten van een dergelijk onderzoek moet blijken dat met voldoende mate van zekerheid kan worden uitgesloten dat de voorwerpen waarop de verdenking betrekking heeft, een legale herkomst hebben en dat derhalve een criminele herkomst als enige aanvaardbare verklaring kan gelden.
Voor de leesbaarheid van dit vonnis zal per voorwerp worden besproken of sprake is van een vermoeden van witwassen, of de verklaring van de verdachte noopt tot nader onderzoek door het Openbaar Ministerie en indien dit het geval is, of uit dat onderzoek blijkt dat met voldoende mate van zekerheid kan worden uitgesloten dat de voorwerpen een legale herkomst hebben.
5.1.2.1. Audi Q8 met chassisnummer [chassisnummer 1]
Bij de doorzoeking op 9 mei 2023 in het bedrijfspand van [medeverdachte rechtspersoon] , de vennootschap waarvan de verdachte (indirect) enig aandeelhouder en bestuurder is (hierna: [medeverdachte rechtspersoon] ), is een Audi Q8 aangetroffen. Uit een eveneens aangetroffen inkoopfactuur van 13 april 2023 komt naar voren dat de Audi Q8 door Saxonia Cars & Finance Dresden GmbH , (hierna: Saxonia ) aan [bedrijf B] . (hierna: [bedrijf B] ) is geleverd voor een bedrag van € 69.000,-.
Standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat de verdachte op geen enkele wijze heeft meegewerkt aan het verhullen van de herkomst van het geld waarmee de Audi Q8 is aangeschaft. De auto was in opdracht van de heer [persoon A] , eigenaar [holding A] (hierna: [holding A] ), gekocht door [bedrijf B] . [medeverdachte rechtspersoon] hield de auto in consignatie voor [holding A] . Voor de aankoop was het noodzakelijk om [bedrijf B] in te schakelen, omdat Duitse autodealers weigeren te verkopen aan Nederlandse autohandelaren in verband met parallelimport.
Oordeel van de rechtbank
Vermoeden van witwassen
[bedrijf B] is gevestigd te Rotterdam en is volgens de branchecode een aannemersbedrijf, werkzaam in de bouw. Op het vestigingsadres van [bedrijf B] vinden geen bedrijfsactiviteiten plaats. [bedrijf B] heeft geen personeel in dienst; bij de Belastingdienst is er geen fiscale activiteit voor loonheffing geregistreerd. Op de bankrekening zijn geen uitgaven zichtbaar voor het inhuren van personeel. Desondanks wordt de bankrekening van [bedrijf B] gevoed door betalingen van bedrijven actief in de bouw- en schoonmaakbranche, zonder dat bekend is welke diensten daar tegenover staan. Uit niets blijkt dat [bedrijf B] in auto’s handelt. De bestuurder van [bedrijf B] , [persoon B] , zou volgens het informatiesysteem van de Belastingdienst zijn geëmigreerd op 28 maart 2022, dus al ruim een jaar voor de aankoop van de Audi Q8.
[bedrijf B] heeft in zes transacties een totaalbedrag van € 69.000,- betaald aan Saxonia voor de Audi Q8. Afgezien van die betalingen heeft [bedrijf B] geen enkele bemoeienis gehad bij de aankoop ervan. Uit Whatsapp-chats volgt dat het juist de verdachte is geweest die de contacten had met Saxonia en alles rondom de aankoop regelde. Hij deed de onderhandelingen over de auto, beloofde het geld over te maken, heeft de auto in ontvangst genomen en nam contact op naar aanleiding van geconstateerde schade aan de auto. Blijkens een factuur van de firma [firma E] is het voertuig op 27 april 2023 opgehaald in Dresden en afgeleverd op het adres van [medeverdachte rechtspersoon] te Vijfhuizen. De verdachte liet ook de autopapieren naar dat adres versturen, terwijl het in de rede ligt deze naar het adres van de koper, te weten [bedrijf B] , te versturen. Ook had de verdachte een kopie van het paspoort van [persoon B] , de bestuurder van [bedrijf B] , op zijn telefoon.
Wel is er een ‘entry certificate’ aangetroffen waaruit blijkt dat de auto op 27 maart 2023 is afgeleverd bij [bedrijf B] in Rotterdam. Er is echter ook een tweede ‘entry certificate’ aangetroffen met betrekking tot dezelfde auto, waarop een datum en stempel ontbreekt. Vermoedelijk zijn deze certificates dus vals.
Uit een aangetroffen verkoopfactuur van 4 mei 2023 komt naar voren dat [medeverdachte rechtspersoon] de Audi Q8 voor een bedrag van € 93.000,- heeft verkocht aan [holding A] . Het is de verdachte geweest die alle contacten heeft gehad met deze koper. [holding A] heeft op 8 mei 2023 het aankoopbedrag van € 93.000,- overgemaakt naar de Bunq-rekening van [medeverdachte rechtspersoon] . Bij de doorzoeking in zowel de woning van de verdachte als het bedrijfspand van [medeverdachte rechtspersoon] is geen factuur aangetroffen voor de aankoop van de Audi Q8 door [medeverdachte rechtspersoon] , niet fysiek en ook niet digitaal. Wel is er bij pleidooi een dergelijke factuur overgelegd, waarin [bedrijf B] een bedrag van € 73.000,- factureert aan [medeverdachte rechtspersoon] .
Hoewel [medeverdachte rechtspersoon] wel betalingen aan [bedrijf B] heeft gedaan met betrekking tot een factuurnummer dat op de later aangeleverde factuur staat, stroken die niet met de betalingen die [bedrijf B] aan Saxonia heeft gedaan en ook niet met het geldbedrag in de bij pleidooi overgelegde factuur. [medeverdachte rechtspersoon] heeft in twee transacties, te weten op 25 mei en 14 juni 2023, in totaal slechts € 60.000,- aan [bedrijf B] betaald. Andere (deel)betalingen die te relateren zijn aan de koop van de Audi Q8 zijn niet aangetroffen. De betalingen van [medeverdachte rechtspersoon] aan [bedrijf B] vinden daarnaast pas enkele weken plaats nadat [medeverdachte rechtspersoon] de betaling van [holding A] heeft ontvangen.
De hiervoor genoemde feiten en omstandigheden, in onderling verband en samenhang
beschouwd, rechtvaardigen een vermoeden dat [bedrijf B] is gebruikt als witwasvehikel en er sprake is van een criminele herkomst van de Audi Q8.
De verklaring van de verdachte en het onderzoek van het OM daarnaar
De verdachte heeft met betrekking tot de Audi Q8 eerder schriftelijk verklaard dat het voertuig is aangekocht in consignatie voor [bedrijf B] en dat [medeverdachte rechtspersoon] slechts heeft bemiddeld. Er zou een inkoopfactuur moeten zijn die, naar de rechtbank begrijpt, door [medeverdachte rechtspersoon] moest worden voldaan aan [bedrijf B] conform het consignatie-contract. Zoals hierboven weergegeven, is die factuur niet aangetroffen bij de doorzoekingen en ook niet overgelegd bij de schriftelijke verklaring. Pas op zitting heeft de verdediging bij pleidooi een dergelijke factuur overgelegd, maar de daarop vermelde bedragen stroken niet met de betalingen die [bedrijf B] aan Saxonia heeft verricht. Dat de Audi Q8 in consignatie is gekocht voor [bedrijf B] strookt ook niet met de stelling in het pleidooi dat juist [bedrijf B] de auto voor de verdachte zou ‘regelen’ en de verdachte zelf de auto wilde kopen. In dat verband is het verweer van de verdediging dat het kopen van de Audi Q8 via [bedrijf B] noodzakelijk was in verband met parallelimport onvoldoende onderbouwd. Niet valt in te zien waarom Saxonia wel aan [bedrijf B] zou willen leveren en niet aan [medeverdachte rechtspersoon] , nu beide ondernemingen geen erkende autodealers van specifieke automerken zijn.
Tussenconclusie Audi Q8
Het voorgaande leidt tot de conclusie dat de verdachte er niet in is geslaagd het vermoeden van een criminele herkomst van de Audi Q8 te ontzenuwen. Voor zover de verdachte een controleerbare verklaring heeft afgelegd, heeft nader onderzoek van het Openbaar Ministerie niet geleid tot verificatie daarvan. Bij gebreke van een afdoende verklaring omtrent een legale herkomst van de Audi Q8 komt de rechtbank tot de conclusie dat het niet anders kan zijn dan dat deze middellijk of onmiddellijk uit enig misdrijf afkomstig is en dat de verdachte dit wist. Daarbij stelt de rechtbank vast dat de entry certificate en de op de zitting overgelegde factuur vals zijn en kennelijk slechts bedoeld zijn om te verhullen dat [medeverdachte rechtspersoon] de daadwerkelijke koper is geweest van de Audi Q8, waarbij [bedrijf B] als witwasvehikel heeft gefungeerd.
5.1.2.2. Range Rover Evoque met kenteken [kentekennummer 1]
De verdachte heeft een contant geldbedrag van € 31.500,- overgedragen aan een persoon genaamd [persoon C] in verband met de aankoop van een Range Rover Evoque. Vanaf de bankrekening van Rexis zijn op 21 en 23 oktober 2022 bedragen van in totaal € 30.940,- betaald aan Matzker KFZ Technik GmbH in Duitsland voor de aankoop van een Range Rover Evoque. Vervolgens heeft mevrouw [persoon D] een bedrag van € 35.000,- overgemaakt naar [medeverdachte rechtspersoon] onder de vermelding ‘evoque’. Een inkoopfactuur voor de aankoop van de Range Rover Evoque noch een verkoopfactuur van [medeverdachte rechtspersoon] aan [persoon D] is in de bedrijfsadministratie van [medeverdachte rechtspersoon] aangetroffen. Hoe en met welk geld de Range Rover door [medeverdachte rechtspersoon] is betaald aan Rexis is niet bekend.
Standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat de verdachte zich niet schuldig heeft gemaakt aan een witwasconstructie. [medeverdachte rechtspersoon] heeft de Range Rover ook nu in opdracht van de heer [persoon A] van [holding A] gekocht en uiteindelijk verkocht aan [persoon D] . Een factuur als bewijs daarvan is bij pleidooi overgelegd. Ook in dit geval was de inzet van een niet aan de verdachte gelieerde vennootschap noodzakelijk vanwege de problemen met parallelimport. Het geld voor de aanschaf van de Range Rover Evoque was afkomstig uit de verkoop van horloges van een vriend van de verdachte, [persoon E] .
Oordeel van de rechtbank
Vermoeden van witwassen
Bij vonnissen van 12 november 2024 van de rechtbank Rotterdam zijn onder meer [persoon C] , haar broer [persoon F] en Rexis veroordeeld ter zake van onder andere gewoontewitwassen. Deze vonnissen bevinden zich in het dossier. In de vonnissen heeft de rechtbank vastgesteld dat Rexis ‘enkel als witwasvehikel heeft gefungeerd’. Het witwassen vond plaats door het op gang brengen van een grote girale geldstroom met een contante oorsprong, die werd afgedekt door middel van valse facturen. [persoon C] vervulde daarbij een belangrijke en onmisbare rol, zonder een formele rol bij of zeggenschap in Rexis te hebben.
Uit chatberichten tussen de verdachte en [persoon C] blijkt dat de verdachte opdracht geeft aan [persoon F] om de Range Rover Evoque te kopen via Rexis . Eerst stuurt hij ‘Ik heb papier voor je, ik wil een nieuwe auto kopen’ (waarbij met ‘papier’ vermoedelijk contant geld wordt bedoeld) en dan bericht hij dat dat niet kan zonder een KvK-nummer en BTW-nummer en dat de betaling daarom via een B.V. moet lopen. Die mogelijkheid moet [persoon F] hem verschaffen: ‘Ik kan pas bewegen als ik van jou een bv heb.’ Uiteindelijk draagt hij haar op dat ze een bedrag van € 30.940,- in één keer moet overmaken van de rekening van Rexis . Rexis is echter geen financiële dienstverlener en de verdachte heeft ook geen formele betrokkenheid bij of zeggenschap in Rexis .
De hiervoor genoemde feiten en omstandigheden, in onderling verband en samenhang
bezien, rechtvaardigen een vermoeden dat de Range Rover Evoque in werkelijkheid door de verdachte is aangekocht en dat hij Rexis heeft gebruikt als witwasvehikel.
De verklaring van de verdachte
Voor het verweer dat het inzetten van Rexis noodzakelijk was vanwege de problemen met de parallelimport geldt hetzelfde als voor de inzet van [bedrijf B] bij de aankoop van de Audi Q8: het is niet inzichtelijk geworden waarom deze constructie noodzakelijk was nu beide vennootschappen geen erkende autodealer van specifieke automerken zijn.
Voorts geldt dat de verklaring van de verdachte dat het geld voor de Range Rover afkomstig was van de opbrengst van de verkoop van horloges van zijn vriend [persoon E] , weliswaar een min of meer concrete en niet op voorhand hoogst onwaarschijnlijke verklaring is, maar deze niet verifieerbaar is. Als kopers van de horloges heeft hij namelijk slechts de namen [naam 1] en [naam 2] genoemd. Deze laatste persoon betreft een juwelier, waarvan de rechtspersoon ruim een jaar voor de verkoop van het horloge al was ontbonden. Van [naam 1] zijn afgezien van een buitenlands telefoonnummer geen gegevens bekend. Gelet op deze niet-verifieerbare verklaring behoefde het Openbaar Ministerie daarnaar geen nader onderzoek te doen.
De factuur van [medeverdachte rechtspersoon] aan [persoon D] is pas voor het eerst op de zitting bij gelegenheid van het pleidooi overgelegd, terwijl daar eerder ruimschoots de gelegenheid toe is geweest. Deze factuur is niet eerder aangetroffen bij de doorzoekingen, zodat de factuur kennelijk later is opgemaakt om de geldstroom te verantwoorden. Bovendien zegt deze factuur niets over de herkomst van het geld waarmee de Range Rover Evoque is aangekocht.
Tussenconclusie Range Rover Evoque
Het bovenstaande maakt dat de verdachte er niet in is geslaagd het vermoeden van een criminele herkomst van de Range Rover Evoque te weerleggen. Bij gebreke van een afdoende verklaring omtrent een legale herkomst komt de rechtbank tot de conclusie dat het niet anders kan zijn dan dat de Range Rover Evoque middellijk of onmiddellijk uit enig misdrijf afkomstig is en dat de verdachte dat wist.
5.1.2.3. Audi RS6
Bij de doorzoeking van de woning van de verdachte op 9 mei 2023 is voor de deur ook een Audi RS6 aangetroffen. Blijkens een eveneens aangetroffen factuur heeft PN Group B.V. (hierna: PN Group) de auto gekocht van de Duitse firma Lehner Handels GmbH (hierna: Lehner) voor een bedrag van € 98.600,- Het voertuig is echter voor het eerst in Nederland geregistreerd op naam van [medeverdachte rechtspersoon] en niet op die van PN Group.
Standpunt van de verdediging
De Audi RS6 was besteld voor een klant die er op het laatste moment vanaf wilde. PN Group is daarbij ingeschakeld omdat deze vennootschap de betaling snel kon uitvoeren. PN Group en [medeverdachte rechtspersoon] hebben de auto daarom gezamenlijk gekocht. Ten bewijze daarvan is bij pleidooi een verklaring overgelegd van [persoon G] , indirect bestuurder van PN Group.
Oordeel van de rechtbank
Vermoeden van witwassen
PN Group heeft geen personeel in dienst en op de bankrekening zijn geen kosten zichtbaar voor het inhuren van personeel. Desondanks ontvangt PN Group betalingen van bedrijven die onder meer actief zijn in de schoonmaakbranche zonder dat bekend is welke diensten daar tegenover staan. Verder doet PN Group wel btw-aangiften maar betaalt die niet, waardoor een belastingschuld open staat. De heer [persoon G] is via PN Investments B.V. bestuurder/aandeelhouder van PN Group. Van deze persoon is geen woon- of verblijfplaats bekend in Nederland.
Verder is het [medeverdachte rechtspersoon] geweest die de BPM voor de auto heeft betaald en de taxatie van het voertuig heeft laten uitvoeren. Voorts is het de verdachte geweest die de contacten had met de verkoper en die alle zaken rondom de invoer van het voertuig regelde. Daarbij heeft de verdachte het in chats laten voorkomen alsof PN Group een vennootschap van hem was. Ook was hij in het bezit van een kopie van het paspoort van [persoon G] , de bestuurder van PN Group. Deze kopie stuurde hij vervolgens aan Lehner.
Er hebben weliswaar betalingen plaatsgevonden door PN Group aan Lehner, maar die zijn niet te herleiden naar de aankoop van de Audi RS6. Bij de betalingen zijn andere auto’s en andere factuurnummers vermeld. Van andere (deel)betalingen van PN Group aan Lehner betreffende de Audi RS6 is niet gebleken. Er is wel een factuur aangetroffen van PN Group aan [medeverdachte rechtspersoon] betreffende het voertuig, echter voor een lager bedrag (€ 95.000,- exclusief btw) dan het bedrag op de factuur van Lehner aan PN Group. Dit past niet bij het verweer dat zij de auto samen zouden kopen en ligt ook niet voor de hand als PN Group dit bedrag slechts zou voorschieten. De betalingen die [medeverdachte rechtspersoon] op haar beurt heeft gedaan aan PN Group zijn evenmin te herleiden naar de Audi RS6 en rijmen niet met het factuurbedrag. Hoe en met welk geld de Audi RS6 is betaald is dus onbekend gebleven.
Daar komt bij dat in de telefoon van de verdachte chats zijn aangetroffen tussen hem en zijn vriend [persoon E] waarbij de verdachte bericht ‘ik heb die RS6 gepakt bro’ en ‘Kon t niet laten’. Verder vertelde de verdachte in die chats dat hij wachtte op een vriend van hem: ‘hij moet ff wat strooien op die bank dan pak ik m’.
De hiervoor genoemde feiten en omstandigheden, in onderling verband en samenhang
bezien, rechtvaardigen een vermoeden dat het in werkelijkheid niet PN Group maar de verdachte is geweest die de Audi RS6 heeft gekocht en dat PN Group is gebruikt om de herkomst van de gelden voor de Audi RS6 te verhullen. Vermoedelijk heeft de verdachte met dat doel contant geld op de bank laten zetten (‘strooien’). Kortom, er is een gerechtvaardigd vermoeden dat het voertuig een criminele herkomst heeft.
Verklaring van de verdachte
De verklaring van de verdachte dat [medeverdachte rechtspersoon] de auto samen met PN Group heeft gekocht, is weliswaar concreet en niet op voorhand hoogst onwaarschijnlijk, maar ook in dit geval niet verifieerbaar. De verdediging heeft bij pleidooi een verklaring overgelegd van de heer [persoon G] die zijn stelling onderbouwt, maar daarbij zijn afgezien van de naam van [persoon G] in het geheel geen (persoons)gegevens verschaft. Bij deze stand van zaken is het Openbaar Ministerie niet gehouden om nader onderzoek te doen, omdat de verklaring niet valt te verifiëren.
Tussenconclusie Audi RS6
Alles overziend is de verdachte er niet in geslaagd het vermoeden van een criminele herkomst van de Audi RS6 te weerleggen. Bij gebreke van een afdoende verklaring omtrent een legale herkomst komt de rechtbank tot de conclusie dat het niet anders kan zijn dan dat de Audi RS6 middellijk of onmiddellijk uit enig misdrijf afkomstig is en dat de verdachte dat wist.
5.1.2.4. Een geldbedrag van in totaal € 352.086,64
Het ten laste gelegde geldbedrag is onder te verdelen in vier bedragen: een totaalbedrag van € 40.000,-, vanaf de bankrekening van Rexis overgemaakt naar Bollenstreek Car Solutions B.V., een bedrag van € 40.000,- vanaf een bankrekening van de heer [persoon H] , bestuurder en enig aandeelhouder van Rexis , overgemaakt naar [persoon E] voor een al dan niet door de verdachte gekocht horloge, 11 betalingen vanaf de bankrekening van [persoon H] aan een escrow-rekening in de Dominicaanse Republiek en een totaalbedrag van € 15.600,- door bemiddeling van de verdachte ( [nickname] ) vanaf een bankrekening van Durcan Klussenbedrijf betaald aan het Luzac College.
Standpunt van de verdediging
De verdediging heeft op de zitting aangevoerd dat er geen auto’s en geen horloges zijn gekocht met vermogen dat een criminele herkomst heeft.
Oordeel van de rechtbank
5.1.2.4.1.
Geldbedrag van € 15.600
De rechtbank maakt uit de stukken in het dossier op dat de verdachte onder nickname [nickname] via een PGP-telefoon communiceert met een persoon met gebruikersnaam ‘ [gebruikersnaam] ’ over containers, waarbij hij ook foto’s stuurt. [gebruikersnaam] is geïdentificeerd als [medeverdachte] en hij komt ook naar voren in het onderzoek waarin Rexis en [persoon C] zijn veroordeeld voor gewoontewitwassen. Ook heeft de verdachte betrokkenheid bij een betaling namens [medeverdachte] aan het Luzac College. Deze omstandigheden tezamen zijn echter onvoldoende om het vermoeden van een criminele herkomst van dat geld aan te nemen. De verdachte zal daarom worden vrijgesproken van het witwassen van dit geldbedrag van € 15.600,-.
5.1.2.4.2.
Geldbedrag van totaal € 40.000,- van Rexis naar Bollenstreek Car Solutions B.V.
Vanaf de bankrekening van Rexis hebben betalingen plaatsgevonden aan Bollenstreek Car Solutions B.V. (hierna: Bollenstreek) in verband met de aanschaf van een Volkswagen T-Roc door de verdachte.
Vermoeden van witwassen
De verdachte heeft een geldbedrag van € 40.000,- contant overhandigd aan [persoon F] , het broertje van [persoon C] . In een chat met [persoon C] met betrekking tot de aankoop van de auto schrijft hij onder meer dat er een willekeurig factuurnummer kan worden opgenomen in de omschrijving van de betaling. Mede gelet op hetgeen hierboven is overwogen met betrekking tot Rexis als witwasvehikel, is de rechtbank van oordeel dat hieruit zonder meer een vermoeden van een criminele herkomst ten aanzien van genoemd geldbedrag volgt.
Verklaring van de verdachte
De verdachte heeft verklaard dat het geld waarmee de Volkswagen T-Roc is aangeschaft, eveneens afkomstig is van de verkopen van horloges van [persoon E] . Die verklaring is weliswaar concreet, maar niet verifieerbaar. De rechtbank verwijst hiervoor naar het hetgeen hierover is overwogen met betrekking tot de Range Rover Evoque. Gelet op deze niet-verifieerbare verklaring behoefde het Openbaar Ministerie daarnaar geen nader onderzoek te doen.
Tussenconclusie geldbedrag van € 40.000,- van Rexis naar Bollenstreek
De verdachte is er niet in geslaagd het vermoeden van een criminele herkomst van het bedrag van € 40.000,- te weerleggen. Bij gebreke van een afdoende verklaring omtrent een legale herkomst komt de rechtbank tot de conclusie dat het niet anders kan zijn dan dat dit geldbedrag middellijk of onmiddellijk uit enig misdrijf afkomstig is en dat de verdachte dat wist.
5.1.2.4.3.
Geldbedrag van in totaal € 40.000,- van de rekening van [persoon H] overgemaakt naar [persoon E]
Uit Signal-chatberichten volgt dat de verdachte instructies heeft gegeven aan [persoon C] om gelden over te maken vanaf de bankrekening van Rexis naar de bankrekening van [persoon E] in verband met de aankoop van een horloge door de verdachte.
Vermoeden van witwassen
De rechtbank is van oordeel dat zonder meer sprake is van een vermoeden van een criminele herkomst van het geldbedrag van € 40.000,-. De rechtbank verwijst hiervoor naar hetgeen hierboven is overwogen met betrekking tot Rexis als witwasverhikel onder de bespreking van de Range Rover Evoque.
Verklaring van de verdachte
De verdachte heeft verklaard dat hij betalingen via Rexis liet lopen omdat hij zelf geen contant geld kon storten op zijn eigen Bunq-bankrekening. De rechtbank gaat er daarom van uit dat hij ook nu contant geld aan de familie Tekin heeft gegeven om dit vervolgens door hen giraal aan [persoon E] te laten overmaken.
Voor wat betreft de herkomst van dit geldbedrag heeft de verdachte verklaard dat het weer de opbrengst betrof van de verkoop van (andere) horloges van [persoon E] . De rechtbank verwijst ook hier naar hetgeen hierover eerder is overwogen met betrekking tot de aankoop van de Range Rover Evoque. Gelet op deze niet-verifieerbare verklaring behoefde het Openbaar Ministerie daarnaar geen nader onderzoek te doen.
Ter zitting heeft de verdachte ook verklaard dat het horloge door [persoon C] is gekocht, maar dat strookt niet met de hierboven aangehaalde chats tussen de verdachte en [persoon C] waarin hij haar juist de opdracht geeft geld over te maken in verband met een horloge dat hij zelf heeft gekocht.
Tussenconclusie geldbedrag van € 40.000,- van [persoon H] naar [persoon E]
De verdachte is er niet in geslaagd het vermoeden van een criminele herkomst van het bedrag van € 40.000,- te weerleggen. Bij gebreke van een afdoende verklaring omtrent een legale herkomst komt de rechtbank tot de conclusie dat het niet anders kan zijn dan dat dit middellijk of onmiddellijk uit enig misdrijf afkomstig is en dat de verdachte dat wist.
5.1.2.4.4.
Stortingen op escrow-rekening van Guzman Ariza Asociados SA
Op de Bunq-bankrekening van [persoon H] zijn over een periode van drie weken 11 transacties zichtbaar naar een escrow-rekening van Guzman Airza Asociados SA in de Dominicaanse Republiek (hierna: Guzman).
Vermoeden van witwassen
De betrokkenheid van de verdachte bij de overschrijvingen volgt uit de chats tussen ene [roepnaam verdachte] en [persoon F] waarbij [roepnaam verdachte] onder andere vraagt ‘Was t nog gelukt?’ en waarbij [persoon F] schrijft ‘34582 usd nu net’. [roepnaam verdachte] reageert dat er 50k dollar die kant op moest, maar [persoon F] stelt hem gerust: ‘rest morgen, geen paniek’. [roepnaam verdachte] geeft aan dat het om een escrow-rekening van vastgoed gaat, dat hij niet weet hoe het overkomt als het in kleine bedragen kort achter elkaar komt en dat alles er in eerste week van augustus op moet staan. ‘We moeten nog 220k dollar’. Een aantal dagen later stuurt [persoon F]
‘22k in dol is verstuurd’.[roepnaam verdachte] is geïdentificeerd als de verdachte.
De data waarop deze berichten onderling zijn uitgewisseld komen overeen met de data waarop het grootste deel van de betalingen zijn gedaan. De betalingen vinden binnen een kort tijdsbestek van ongeveer drie weken plaats. Ook de bedragen die in de chats worden genoemd komen nagenoeg overeen met de bedragen die zijn overgemaakt. Voor wat betreft de omstandigheid dat die betalingen via (de bestuurder van) Rexis moesten lopen, verwijst de rechtbank naar hetgeen hiervoor is overwogen met betrekking tot Rexis als witwasvehikel bij de bespreking van de Range Rover Evoque.
Er zijn echter geen aanknopingspunten dat de verdachte ook betrokken is geweest bij de eerste transacties op 28 en 29 juni 2021, omdat de chats die zijn aangetroffen pas vanaf 26 juli 2021 lopen. De rechtbank zal deze transacties dan ook buiten beschouwing laten. De rechtbank is voor wat betreft de overige geldbedragen van oordeel dat zonder meer sprake is van een vermoeden van een criminele herkomst.
Verklaring van de verdachte
De verdachte heeft met betrekking tot de stortingen verklaard dat hij in de chats bemiddelde om bepaalde partijen bij elkaar te brengen en dat hij niets met de geldovermakingen te maken heeft. Dat zijn rol louter communicatief en niet financieel van aard was, zoals de verdediging op de zitting heeft aangevoerd, strookt echter niet met de inhoud van de chats.
De verdachte heeft voor het overige geen verklaring gegeven omtrent de herkomst van deze geldbedragen.
Tussenconclusie stortingen op escrow-rekening Guzman
De verdachte is er niet in geslaagd het vermoeden van een criminele herkomst van de gestorte geldbedragen te weerleggen. Bij gebreke van een afdoende verklaring omtrent een legale herkomst komt de rechtbank tot de conclusie dat het niet anders kan zijn dan dat deze geldbedragen middellijk of onmiddellijk uit enig misdrijf afkomstig zijn en dat de verdachte dat wist.
5.1.3.
Conclusie feit 1
Wettig en overtuigend bewezen is dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het witwassen van een Audi Q8, een Range Rover Evoque, een Audi RS6 en een geldbedrag van in totaal € 311.209,13. De verdachte heeft hierbij nauw en bewust samengewerkt met verschillende natuurlijke personen en rechtspersonen en heeft van het witwassen, gelet op de lange duur van de gedragingen en de frequentie daarvan, een gewoonte gemaakt. De verweren die een andere strekking hebben, worden verworpen.
5.2.
Feit 2
De verdachte wordt verweten dat [medeverdachte rechtspersoon] samen met anderen een valse bedrijfsadministratie heeft opgemaakt doordat daarin valse facturen zijn opgenomen en dat hij feitelijk leiding heeft gegeven aan deze gedragingen.
5.2.1.
Standpunt van de verdediging
De verdediging heeft aangevoerd dat de verdachte geen valse stukken heeft opgemaakt en geen opzet had op het gebruiken van een valse administratie. Er is daarom geen wettig en overtuigend bewijs dat de verdachte een valse of vervalste bedrijfsadministratie heeft opgemaakt, waardoor het ten laste gelegde niet kan worden bewezen. De verdachte dient daarom te worden vrijgesproken.
5.2.2.
Oordeel van de rechtbank
- Factuur Bollenstreek
De rechtbank is van oordeel dat de factuur (nummer [factuurnummer 2] d.d. 23 augustus 2022) van Bollenstreek aan Rexis voor de aankoop van de Volkswagen T-Roc weliswaar vals is, maar dat het dossier geen bewijs bevat dat deze is opgenomen in de bedrijfsadministratie van [medeverdachte rechtspersoon] . Uit het dossier volgt slechts dat de factuur aan de FIOD is overhandigd door Bollenstreek. Van dit deel van de tenlastelegging zal de verdachte daarom worden vrijgesproken.
- Factuur Matzker
De factuur van Matzker (d.d. 18 oktober 2022) aan Rexis voor de aankoop van de Range Rover Evoque is eveneens vals. Zoals hiervoor is overwogen met betrekking tot de aankoop van de Range Rover Evoque is het in werkelijkheid [medeverdachte rechtspersoon] dan wel de verdachte geweest die de voertuigen heeft aangekocht. Rexis is daarbij slechts gebruikt als een witwasvehikel. De facturen zijn kennelijk vals opgemaakt om de geldstromen af te dekken.
- Facturen Lehner en PN Group
De factuur van Lehner aan [medeverdachte rechtspersoon] (nummer 2023-025) en de factuur van PN Group aan [medeverdachte rechtspersoon] (nummer [factuurnummer 3] ) zijn eveneens vals. Zoals eerder is overwogen met betrekking tot de Audi RS6, was het niet PN Group maar [medeverdachte rechtspersoon] die de Audi RS6 heeft gekocht. Deze laatste heeft het voertuig ook direct van Lehner afgenomen. PN Group is hierbij slechts als witwasvehikel gebruikt. Ook hier geldt dat de facturen kennelijk vals zijn opgemaakt om de geldstromen af te dekken.
5.2.3.
Conclusie feit 2
Door deze niet met de waarheid overeenstemmende facturen op te nemen in de administratie van [medeverdachte rechtspersoon] heeft zij haar administratie valselijk opgemaakt. Aangezien de verdachte heeft verklaard dat hij de bestuurder is van [medeverdachte rechtspersoon] , zelf alle administratie deed, en geen boekhouder in dienst had, heeft hij feitelijk leidinggegeven aan de verboden gedragingen en is geen sprake van een nauwe en bewuste samenwerking met een ander. Het ten laste gelegde onder 2 is wettig en overtuigend bewezen, met uitzondering van de factuur met nummer [factuurnummer 2] en met uitzondering van het medeplegen. De verweren worden in zoverre verworpen.
5.3.
Feit 3
De verdachte wordt verweten dat [medeverdachte rechtspersoon] zich samen met een of meer anderen schuldig heeft gemaakt aan het voeren van een onvolledige bedrijfsadministratie en dat de verdachte feitelijk leiding heeft gegeven aan deze gedragingen.
5.3.1.
Standpunt van de verdediging
De verdediging heeft op de zitting aangevoerd dat de verdachte geen opzet had op het buiten de boeken houden van een contante geldstroom. Evenmin heeft de verdachte opzettelijk onjuiste aangifte gedaan of nagelaten aangifte te doen met het oogmerk om weinig belasting te betalen.
5.3.2.
Oordeel van de rechtbank
Op grond van artikel 52 van de Algemene Wet inzake rijksbelastingen is [medeverdachte rechtspersoon] verplicht een zodanige administratie te voeren dat daaruit alle rechten en verplichtingen en de voor de heffing van belasting van belang zijnde gegevens duidelijk blijken. Uit de bewijsmiddelen in het dossier blijkt dat [medeverdachte rechtspersoon] hieraan niet heeft voldaan. Een debiteuren- en crediteurenadministratie ontbreekt en transacties op de bankrekening van [medeverdachte rechtspersoon] worden niet verantwoord met onderliggende verkoopfacturen. Dat de verdediging op de zitting een kolommenbalans heeft overgelegd, laat onverlet dat de onderliggende stukken zoals facturen, een grootboek en een kasadministratie niet zijn overgelegd. Dat de verdachte later belastingaangifte mocht doen zoals de verdediging op de zitting heeft aangevoerd, maakt nog niet dat [medeverdachte rechtspersoon] geen administratie hoefde bij te houden.
Doordat [medeverdachte rechtspersoon] de administratie niet dan wel onvolledig heeft gevoerd, vallen de rechten en verplichtingen die daaruit voortvloeien niet vast te stellen. De rechtbank is van oordeel dat dit ertoe strekt dat te weinig belasting wordt geheven. Het is vaste jurisprudentie dat aan het strekkingsvereiste is voldaan als de gedraging naar haar aard en in het algemeen geschikt is om ertoe te leiden dat onvoldoende belasting wordt geheven. De rechtbank is van oordeel dat het onvolledig voeren van de administratie daartoe zeker geschikt is en dat het op grond van algemene ervaringsregels waarschijnlijk is dat een dergelijke handelswijze, zeker in combinatie met de contante geldstroom die de verdachte hanteert, ertoe leidt dat te weinig belasting wordt afgedragen. De verdachte heeft hieraan als bestuurder feitelijk leidinggegeven. Het dossier bevat echter geen aanknopingspunten dat hij hierbij nauw en bewust heeft samengewerkt met een ander, zodat hij van medeplegen wordt vrijgesproken.
5.3.3.
Conclusie feit 3
Het ten laste gelegde onder 3 is wettig en overtuigend bewezen, met uitzondering van het medeplegen. De andersluidende verweren worden verworpen.
5.4.
Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan, en op grond van de redengevende inhoud van het voorgaande, is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 primair, 2 en 3 ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
1
hij
inof omstreeks op één of meer tijdstip(pen) gelegen in of omstreeksde periode
van 8 april 2020 tot en met 9 mei 2023,
te Hoofddorp en/of Vijfhuizen en/of ’s-Gravenhage en/of Leiderdorp en/of eldersin Nederland, tezamen en in vereniging met
(een)ander
(en
),
althans alleen, meermalen, althans eenmaal, (telkens)van
één of meervoorwerp
(en
), te weten: een Audi Q8 met chassisnummer [chassisnummer 1]
(AMB-013-01), en
/of
een Range Rover Evoque met kenteken [kentekennummer 1]
(AMB-014-01, p. 6), en
/ofeen Audi RS6 met kenteken [kentekennummer 2]
(AMB-015-01), en
/ofeen geldbedrag van
(ongeveer)EUR
311.209,13(OPV-01, p. 6-9; AMB-011-01; AMB-012-01; AMB-014-01, p. 6-15; AMB-018-01, p. 9; DOC-020; BOB-017-03) althans (een) of meer (ander) (contant gestort(e)) geldbedrag(en), de werkelijke aard en/of de herkomst en/of de vindplaats en/of de vervreemding en/of de verplaatsing heeft verborgen en/of heeft verhuld, dan wel heeft verborgen en/of heeft verhuld wie de rechthebbende(n) op dat /die geldbedrag(en) is/zijn, en/of heeft verborgen en/of heeft verhuld wie dat/die geldbedrag(en) voorhanden
had(den), en/of heeft verworven en/ofvoorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen
en/of heeft omgezet, en/of daarvan gebruik heeft gemaakt,
terwijl hij, verdachte, en
/ofzijn mededader
(s
)wist
(en
),
althans redelijkerwijs moest(en) vermoedendat
dievoorwerpen en
/ofdat
/diegeldbedrag
(en) (geheel of gedeeltelijk)- onmiddellijk of middellijk - afkomstig
was/waren uit enig misdrijf, terwijl hij, verdachte, en
/ofzijn mededader
(s
), van het plegen van witwassen een gewoonte
heeft/hebben gemaakt;
2
[medeverdachte rechtspersoon]
inof omstreeksde periode van 28 augustus 2022 tot en met 9 mei 2023 te
Hoofddorp en/of Vijfhuizen en/of ’s-Gravenhage en/of Leiderdorp en/of eldersin Nederland,
tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen,meermalen,
althans eenmaal,haar bedrijfsadministratie
- zijnde die bedrijfsadministratie een (samenstel van) geschrift
(en
), bestemd om tot bewijs van enig feit te dienen –
(telkens)valselijk heeft opgemaakt
en/of valselijk heeft doen opmaken en/of heeft vervalst en/of heeft doen vervalsen,hebbende dat valselijk opmaken
en/of vervalsenvan die
(bedrijfs
)administratie
(telkens
)hierin bestaan dat [medeverdachte rechtspersoon]
en/of haar mededader(s)in die
(bedrijfs
)administratie opzettelijk
een of meerna te noemen (kopieën van) valse
/vervalstefactu
(u)r
(en
) en/of creditnota’ste weten:
- een factuur met factuurnummer [factuurnummer 2] d.d. 23 augustus 2022 (DOC-013),
- een factuur d.d. 18 oktober 2022 gericht aan Rexis Trade B.V.
(DOC-006, p. 711),
en
/of
- een factuur met factuurnummer [factuurnummer 1] d.d. 12 oktober 2022 gericht aan Rexis
Trade B.V. (DOC-007, p. 713), en/of
- een factuur met factuurnummer 2023-025 d.d. 30 januari 2023
(DOC-011, p. 724),
- een factuur met factuurnummer [factuurnummer 3] d.d. 4 februari 2023
(DOC-012, p.
728),
althans een of meer geschrift(en),heeft verwerkt
bestaande die valshe
(i)d
(en
) en/of vervalsing(en)hierin dat
door(telkens
) valselijk enin strijd met de waarheid, op
/indie (kopieën van)
(verkoop- en of inkoop
)facturen
en/of creditnota’s:te vermelden en/of doen vermelden
en/of laten vermelden dat Rexis Trade B.V. de koper is van de Volkswagen T-Roc met chassisnummer [chassisnummer 2] ,en
/ofdat Rexis Trade B.V. de koper is van de Range Rover Evoque met chassisnummer [chassisnummer 3] en
/ofde Audi RS6 met chassisnummer [chassisnummer 4] , en
/ofdat PN Group B.V. de Audi RS6 met chassisnummer [chassisnummer 4] verkoopt aan [medeverdachte rechtspersoon] , terwijl in werkelijkheid
verdachte El Aissati en/of [medeverdachte rechtspersoon] de werkelijke koper is van de Volkswagen T-Roc met chassisnummer [chassisnummer 2], en/
ofverdachte en/of [medeverdachte rechtspersoon] de koper is van de Range Rover Evoque met chassisnummer [chassisnummer 3] en/of [medeverdachte rechtspersoon] de Audi RS6 met chassisnummer [chassisnummer 4] direct afneemt bij Lehner Handels GMBH, zulks
(telkens
)met het oogmerk om die
/datgeschrift
(en
)als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken,
tot het plegen van welk(e) bovenomschreven strafbare feit(en) verdachte (telkens) opdracht heeft gegeven, dan welaan welke
bovenomschrevengedraging
(en
)verdachte feitelijke leiding heeft gegeven;
3
[medeverdachte rechtspersoon] .
in
of omstreeksde periode van 8 april 2020 tot en met 9 mei 2023
in de gemeente Vijfhuizen, in elk geval inNederland, telkens als degene die ingevolge de Belastingwet verplicht was tot het voeren van een administratie, overeenkomstig de daaraan bij of krachtens de Belastingwet gestelde eisen, telkens opzettelijk een zodanige administratie niet heeft gevoerd
en/of doen/laten voeren,immers heeft [medeverdachte rechtspersoon] :
- een onvolledige
/niet sluitendekasadministratie, waaronder het kasregister, het kladkasboek en/of boekingen van ontvangsten, bijgehouden en/of bewaard en
/of
- niet voldaan aan de factureringsplicht, en
/of
- niet voldaan op onderdelen aan de bewaarplicht, en
/of
- geen debiteuren- en crediteurenadministratie bijgehouden,
(AMB-014-01)
waardoor niet te allen tijde de rechten en verplichtingen van de belastingplichtige en andere voor de heffing van belasting van belang zijnde gegevens kunnen worden gekend, terwijl
dat/die feit
(en
) (telkens
)ertoe strekte
(n
)dat te weinig belasting werd geheven,
tot het plegen van welk(e) bovenomschreven strafbare feit(en) verdachte (telkens) opdracht heeft gegeven, dan welaan welke
bovenomschrevengedraging
(en
)verdachte feitelijke leiding heeft gegeven.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

6.Strafbaarheid feiten

De bewezen feiten leveren op:
1.
van het plegen van witwassen een gewoonte maken, gepleegd door twee of meer verenigde personen;
2.
valsheid in geschrift, begaan door een rechtspersoon, terwijl de verdachte aan de verboden gedraging feitelijke leiding heeft gegeven, meermalen gepleegd;
3.
in strijd met een hem bij of krachtens wettelijk voorschrift opgelegde verplichting, opzettelijk een zodanige administratie niet voeren waardoor niet te allen tijde
de rechten en verplichtingen van de belastingplichtige en andere voor de heffing van belasting van belang zijnde gegevens kunnen worden gekend, terwijl die feiten ertoe strekken dat de weinig belasting werd geheven, begaan door een rechtspersoon terwijl de verdachte aan de verboden gedraging feitelijke leiding heeft gegeven, meermalen gepleegd.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.
De feiten zijn dus strafbaar.

7.Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit.
De verdachte is dus strafbaar.

8.Motivering straffen

8.1.
Algemene overweging
De straffen die aan de verdachte worden opgelegd, zijn gegrond op de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
8.2.
Feiten waarop de straffen zijn gebaseerd
De verdachte heeft samen met anderen gedurende een lange periode auto’s en een groot geldbedrag van ruim drie ton witgewassen. Hij gebruikte hiervoor verschillende rechtspersonen als witwasvehikel. De verdachte handelde in dure horloges en gaf de opbrengst daarvan contant aan [persoon C] die vervolgens op zijn instructies via bankrekeningen van anderen betalingen deed voor de aankoop van luxe voertuigen uit Duitsland. Om te verhullen dat niet Rexis maar [medeverdachte rechtspersoon] , de onderneming waarvan de verdachte de bestuurder was, de voertuigen kocht werden valse facturen opgemaakt. Ook werden door Rexis overboekingen gedaan naar een bankrekening in de Dominicaanse Republiek.
Dergelijke witwaspraktijken vormen een bedreiging voor de legale economie en tasten de integriteit van het financiële en economische verkeer ernstig aan. De verdachte heeft zich kennelijk niet bekommerd om de gevolgen van zijn gedragingen voor de samenleving binnen en buiten Nederland. De rechtbank rekent dit de verdachte aan.
Verder heeft de verdachte doelbewust en structureel leidinggegeven aan het opmaken van een valse bedrijfsadministratie door zijn rechtspersoon [medeverdachte rechtspersoon] , doordat valse facturen in de administratie werden verwerkt. Ook heeft de verdachte doelbewust en structureel leidinggegeven aan het niet (volledig) bijhouden van een administratie van [medeverdachte rechtspersoon] conform de eisen die de Belastingwet daaraan stelt.
De verdachte heeft met zijn handelen het vertrouwen geschaad dat burgers, bedrijven en overheid in het maatschappelijk en economisch verkeer moeten kunnen stellen in de juistheid van documenten in het algemeen en in de volledigheid van een administratie die de basis vormt voor de wettelijk voorgeschreven belastingaangifte. Immers, bij de heffing van belastingen zijn gewichtige maatschappelijke belangen betrokken. Door middel van belastingheffing wordt beoogd de Staat voldoende geldmiddelen te verschaffen die voor zijn instandhouding en vervulling van zijn taak nodig zijn. Dit wordt ondermijnd door een te lage belastingheffing. Bovendien kan dit in het bedrijfsleven leiden tot oneerlijke concurrentie en mogelijk tot verzwaring van de algemene belastingdruk voor burgers.
8.3.
Persoonlijke omstandigheden van de verdachte
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van 17 juli 2025, waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten.
8.4.
Straftoemeting
Gezien de ernst van de feiten kan niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een gevangenisstraf. Bij de bepaling van de duur van de gevangenisstraf heeft de rechtbank allereerst acht geslagen op straffen die in soortgelijke zaken doorgaans worden opgelegd.
De verdediging heeft bepleit te volstaan met een voorwaardelijke taakstraf, dan wel een voorwaardelijke gevangenisstraf dan wel met een onvoorwaardelijke taakstraf. De verdachte heeft door alle stress gezondheidsproblemen ontwikkeld en heeft last van paniekaanvallen. Zijn onderneming is niet meer actief en zijn inkomen is onvoldoende om in zijn levensonderhoud te voorzien.
De rechtbank volgt de verdediging hierin niet. Gelet op het ernstig ondermijnende karakter van de feiten waaraan de verdachte zich gedurende langere tijd schuldig heeft gemaakt, kan met een straf als door de verdediging voorgesteld niet worden volstaan. Aannemelijk is bovendien dat de verdachte zich – zo blijkt uit banktransacties en chatgesprekken – op veel grotere schaal heeft beziggehouden met witwaspraktijken dan enkel met de voertuigen en de geldbedragen die in de tenlastelegging zijn opgenomen.
Wel ziet de rechtbank aanleiding om een kortere gevangenisstraf op te leggen dan geëist en een deel ervan voorwaardelijk op te leggen. Er is rekening gehouden met een (beperkte) overschrijding van de redelijke termijn als bedoeld in artikel 6 EVRM. De verdachte heeft zich na het plegen van de feiten, hoewel dus al langer geleden, volgens het strafblad niet opnieuw schuldig gemaakt aan strafbare feiten. Het voorwaardelijk strafdeel dient er tevens toe de verdachte ervan te weerhouden in de toekomst opnieuw strafbare feiten te plegen.
Alles afwegend acht de rechtbank een gevangenisstraf voor de duur van 15 maanden, waarvan 5 maanden voorwaardelijk, met daarbij de hieronder besproken verbeurdverklaring, passend en geboden.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma als bedoeld in artikel 4 van de Penitentiaire beginselenwet.
Om te voorkomen dat de verdachte weer overgaat tot het plegen van soortgelijke feiten zal de rechtbank als bijkomende straf bepalen dat aan de verdachte een beroepsverbod als gevorderd wordt opgelegd. Gezien de duur en de rol die de verdachte heeft gespeeld bij de bewezenverklaarde feiten vindt de rechtbank het risico groot dat hij - nadat hij vrijkomt - opnieuw een vergelijkbare constructie optuigt of daaraan een bijdrage levert. De rechtbank ziet in dat risico aanleiding aan verdachte een beroepsverbod op te leggen tot het recht van het uitoefenen van enig beroep als (middellijk of onmiddellijk) bestuurder/aandeelhouder of directeur van een vennootschap.

9.In beslag genomen voorwerpen

9.1.
De beslaglijst
De officier van justitie heeft op de zitting een lijst overgelegd van in beslag genomen voorwerpen waarover nog geen beslissing is genomen.
Nummer
Voorwerp
Waarde
Vordering officier van justitie
Verweer van de verdediging
1
Motorfiets Honda ADVOCAAT 750 [kentekennummer 3] met kentekenbewijs en 2 sleutels
€ 10.750,-
Retour beslagene
Teruggave aan de verdachte
4
Vordering [rekeningnummer] t.n.v. [medeverdachte rechtspersoon]
€ 74.457,39
Retour beslagene
Teruggave aan de verdachte
9
Telefoontoestel Samsung A14
€ 27,-
Retour beslagene
Teruggave aan de verdachte
10
Telefoontoestel Blackberry zwart
€ 15,-
Retour beslagene
Teruggave aan de verdachte
11
Telefoontoestel
Blackberry Bold
€ 10,-
Retour beslagene
Teruggave aan de verdachte
12
Telefoontoestel
Samsung SM-G900F
€ 10,-
Retour beslagene
Teruggave aan de verdachte
13
Telefoontoestel BQ Aquaris X2
€ 10,-
Onttrekking aan het verkeer
Teruggave aan de verdachte
9.2.
Beoordeling
Ten aanzien van de voorwerpen genoemd onder 1 en 9 tot en met 12 zal een last tot teruggave worden gegeven, gelet op de standpunten van de officier van justitie en de verdediging.
De rechtbank neemt geen beslissing ten aanzien van het in beslag genomen voorwerp genoemd onder 4, aangezien het voorwerp niet in de zaak van de verdachte in beslag is genomen.
Het in beslag genomen telefoontoestel BQ Aquaris X2 (13) zal worden onttrokken aan het verkeer. De bewezen feiten zijn met behulp van voornoemd voorwerp begaan en het bezit van een dergelijk toestel, bedoeld voor versleutelde communicatie, is in dit kader van criminele activiteiten in strijd met het algemeen belang.

10.Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen:
  • 14a, 14b, 14c, 28, 31, 47, 51, 57, 225 en 420ter van het Wetboek van Strafrecht;
  • 69 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen.

11.Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

12.Beslissing

De rechtbank:
verklaart de dagvaarding nietig voor zover het betreft de onder 2 ten laste gelegde factuur met factuurnummer [factuurnummer 1] ;
verklaart de dagvaarding voor het overige geldig;
verklaart bewezen dat de verdachte de onder 1 primair, 2 en 3 ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstraf voor de duur van vijftien (15) maanden,
bepaalt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte, groot
vijf (5) maandenniet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
verbindt hieraan een proeftijd, die wordt gesteld op 2 jaren;
tenuitvoerlegging kan worden gelast als de veroordeelde de algemene voorwaarde niet naleeft;
stelt als algemene voorwaarde:
- de veroordeelde zal zich vóór het einde van de proeftijd niet aan een strafbaar feit schuldig maken;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht;
legt als bijkomende straf op aan de verdachte:
ontzetting van het recht tot het uitoefenen van enig beroep als middellijk of onmiddellijk bestuurder/aandeelhouder of directeur van een vennootschap voor de duur van
3 jaar;
beslist ten aanzien van de voorwerpen, geplaatst op de lijst van inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven voorwerpen, als volgt:
- verklaart onttrokken aan het verkeer: telefoontoestel BQ Aquaris X2 (13)
- gelast de teruggave aan verdachte van: een motorfiets (1) en mobiele telefoons (9 tot en met 12).
Dit vonnis is gewezen door mr. T.M. Riemens, voorzitter,
en mrs. A.S. Flikweert en J.C. Tijink, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. H.P. Eekhout, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting op 30 september 2025.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
1
hij
op of omstreeks op één of meer tijdstip(pen) gelegen in of omstreeks de periode
van 8 april 2020 tot en met 9 mei 2023, te Hoofddorp en/of Vijfhuizen en/of ’s-Gravenhage en/of Leiderdorp en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, meermalen, althans eenmaal, (telkens) van één of meer voorwerp(en), te weten: een Audi Q8 met chassisnummer [chassisnummer 1] (AMB-013-01), en/of
een Range Rover Evoque met kenteken [kentekennummer 1] (AMB-014-01, p. 6), en/of een Audi RS6 met kenteken [kentekennummer 2] (AMB-015-01), en/of een geldbedrag van (ongeveer) EUR 396.086,64 (OPV-01, p. 6-9; AMB-011-01; AMB-012-01; AMB-014-01, p. 6-15; AMB-018-01, p. 9; DOC-020; BOB-017-03) althans (een) of meer (ander) (contant gestort(e)) geldbedrag(en), de werkelijke aard en/of de herkomst en/of de vindplaats en/of de vervreemding en/of de verplaatsing heeft verborgen en/of heeft verhuld, dan wel heeft verborgen en/of heeft verhuld wie de rechthebbende(n) op dat /die geldbedrag(en) is/zijn, en/of heeft verborgen en/of heeft verhuld wie dat/die geldbedrag(en) voorhanden
had(den), en/of heeft verworven en/of voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen en/of heeft omgezet, en/of daarvan gebruik heeft gemaakt, terwijl hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) wist(en), althans redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat dat voorwerp en/of dat/die geldbedrag(en) (geheel of gedeeltelijk) - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was/waren uit enig misdrijf, terwijl hij, verdachte, en/of zijn mededader(s), van het plegen van witwassen een gewoonte heeft/hebben gemaakt;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou
kunnen leiden:
hij
in de periode van 17 maart 2022 tot en met 25 januari 2023 te Hoofddorp/Vijfhuizen/Den Haag/Leiderdorp, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, meermalen, althans eenmaal, (telkens) als beroeps- of bedrijfsmatig handelende bemiddelaar inzake koop en verkoop van sieraden of juwelen (te weten luxe horloges), een gewoonte heeft gemaakt van het opzettelijk in strijd met de verplichting
geformuleerd in artikel 3 Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme, geen cliëntenonderzoek te verrichten naar cliënten, door in genoemd periode met dat opzet
(telkens) niet of onvoldoende
- cliënten te identificeren en hun identiteit te verifiëren;
- de uiteindelijke belanghebbende van de cliënten te identificeren en maatregelen te nemen om hun identiteit te verifiëren en/of inzicht te krijgen in de eigendoms- en zeggenschapsstructuur van de cliënten;
- controle uit te oefenen op de transacties verricht namens de cliënten (door geen onderzoek te doen naar de bron van de middelen gebruikt bij de transacties);
- vast te stellen of de personen die de cliënten vertegenwoordigen daartoe bevoegd zijn;
- de vertegenwoordigers van de cliënten te identificeren en hun identiteit te verifiëren;
(AMB-018-01)
en/of
hij in de periode van 8 april 2022 tot en met 25 januari 2023 te Hoofddorp/Vijfhuizen/Den Haag/Leiderdorp, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, meermalen, althans eenmaal, (telkens) als beroeps- of bedrijfsmatig handelende bemiddelaar inzake koop en verkoop van sieraden of juwelen (te weten luxe horloges), een gewoonte heeft gemaakt van het opzettelijk in strijd met de verplichting,
geformuleerd in artikel 16 Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme, verrichte ongebruikelijk transacties, niet onverwijld nadat het ongebruikelijke karakter van deze transacties bekend is geworden te melden aan de Financiële inlichtingen eenheid, door in genoemde periode met dat opzet een aantal contanten betalingen van in
ieder geval €105.000,- ( €80.000; AMB-018-01, p. 8 en €25.000; AMB-020-01, p. 7) niet
als ongebruikelijke transacties bij de FIU te melden;
(AMB-018-01)
2
[medeverdachte rechtspersoon]
op of omstreeks de periode van 28 augustus 2022 tot en met 9 mei 2023 te Hoofddorp en/of Vijfhuizen en/of ’s-Gravenhage en/of Leiderdorp en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, meermalen, althans eenmaal, haar bedrijfsadministratie
- zijnde die bedrijfsadministratie een (samenstel van) geschrift(en), bestemd om tot bewijs van enig feit te dienen – (telkens) valselijk heeft opgemaakt en/of valselijk heeft doen opmaken en/of heeft vervalst en/of heeft doen vervalsen, hebbende dat valselijk opmaken en/of vervalsen van die (bedrijfs)administratie (telkens) hierin bestaan dat [medeverdachte rechtspersoon] en/of haar mededader(s) in die (bedrijfs)administratie opzettelijk een of meer na te noemen (kopieën van) valse/vervalste factu(u)r(en) en/of creditnota’s te weten:
- een factuur met factuurnummer [factuurnummer 2] d.d. 23 augustus 2022 (DOC-013),
- een factuur d.d. 18 oktober 2022 gericht aan Rexis Trade B.V. (DOC-006, p. 711),
en/of
- een factuur met factuurnummer [factuurnummer 1] d.d. 12 oktober 2022 gericht aan Rexis
Trade B.V. (DOC-007, p. 713), en/of
- een factuur met factuurnummer 2023-025 d.d. 30 januari 2023 (DOC-011, p. 724),
- een factuur met factuurnummer [factuurnummer 3] d.d. 4 februari 2023 (DOC-012, p.
728), althans een of meer geschrift(en), heeft verwerkt bestaande die valshe(i)d(en) en/of vervalsing(en) hierin dat (telkens) valselijk en in strijd met de waarheid, op/in die (kopieën van) (verkoop- en of inkoop)facturen en/of creditnota’s: te vermelden en/of doen vermelden en/of laten vermelden dat Rexis Trade B.V. de koper is van de Volkswagen T-Roc met chassisnummer [chassisnummer 2] , en/of dat Rexis Trade B.V. de koper is van de Range Rover Evoque met chassisnummer [chassisnummer 3] en/of de Audi RS6 met chassisnummer [chassisnummer 4] , en/of dat PN Group B.V. de Audi RS6 met chassisnummer [chassisnummer 4] verkoopt aan [medeverdachte rechtspersoon] , terwijl in werkelijkheid verdachte El Aissati en/of [medeverdachte rechtspersoon] de werkelijke koper is van de Volkswagen T-Roc met chassisnummer [chassisnummer 2] , en/of verdachte en/of [medeverdachte rechtspersoon] de koper is van de Range Rover Evoque met chassisnummer [chassisnummer 3] en/of [medeverdachte rechtspersoon] de Audi RS6 met
chassisnummer [chassisnummer 4] direct afneemt bij Lehner Handels GMBH, zulks (telkens) met het oogmerk om die/dat geschrift(en) als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken, tot het plegen van welk(e) bovenomschreven strafbare feit(en) verdachte (telkens) opdracht heeft gegeven, dan wel aan welke bovenomschreven gedraging(en) verdachte feitelijke leiding heeft gegeven;
3
[medeverdachte rechtspersoon] .
in of omstreeks de periode van 8 april 2020 tot en met 9 mei 2023 in de gemeente Vijfhuizen, in elk geval in Nederland, telkens als degene die ingevolge de Belastingwet verplicht was tot het voeren van een administratie, overeenkomstig de daaraan bij of krachtens de Belastingwet gestelde eisen, telkens opzettelijk een zodanige administratie niet heeft gevoerd en/of doen/laten voeren, immers heeft [medeverdachte rechtspersoon] :
- een onvolledige/niet sluitende kasadministratie, waaronder het kasregister, het kladkasboek en/of boekingen van ontvangsten, bijgehouden en/of bewaard en/of
- niet voldaan aan de factureringsplicht, en/of
- niet voldaan op onderdelen aan de bewaarplicht, en/of
- geen debiteuren- en crediteurenadministratie bijgehouden,
(AMB-014-01)
waardoor niet te allen tijde de rechten en verplichtingen van de belastingplichtige en andere voor de heffing van belasting van belang zijnde gegevens kunnen worden gekend, terwijl dat/die feit(en) (telkens) ertoe strekte(n) dat te weinig belasting werd geheven, tot het plegen van welk(e) bovenomschreven strafbare feit(en) verdachte (telkens) opdracht heeft gegeven, dan wel aan welke bovenomschreven gedraging(en) verdachte feitelijke leiding heeft gegeven.