Uitspraak
RECHTBANK Rotterdam
1.De procedure
- de dagvaarding van 11 juli 2025, met bijlagen 1 tot en met 16;
- de incidentele conclusie tot niet-ontvankelijkverklaring, met bijlagen 1 tot en met 7;
- de antwoordconclusie in het incident tot niet-ontvankelijkverklaring.
2.Het geschil in de hoofdzaak
3.Het geschil in het incident
4.De beoordeling in het incident
beslissingen die de rechtsbetrekking in geschil betreffenwordt bedoeld het geval waarin een afgewezen vordering opnieuw wordt ingesteld. Het inroepen van gezag van gewijsde staat er echter niet aan in de weg dat in een ander geding dezelfde of een soortgelijke vordering wordt ingesteld op basis van een andere grondslag, waarover de rechter zich nog niet heeft uitgelaten. Dit geldt ongeacht of deze andere grondslag ook al in het eerdere geding had kunnen worden aangevoerd. [2] Met de zinsnede
andere grondslagwordt een andere juridische grondslag bedoeld en niet, zoals Verstegen tot uitgangspunt neemt, een andere feitelijke grondslag. In het geval dat enkel andere c.q. aanvullende feiten worden aangevoerd als feitelijke grondslag voor een al eerder afgewezen vordering, is namelijk juist wél sprake van gezag van gewijsde.
178,00(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)
5.De beslissing
november 2025voor het nemen van een conclusie van antwoord door Verstegen;
3349 / 2459