Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het primair ten laste gelegde feit (art. 6 WVW);
- veroordeling van de verdachte tot een taakstraf van 200 uur, subsidiair 100 dagen vervangende hechtenis;
- een ontzegging van de bevoegdheid om motorrijtuigen te besturen voor de duur van 12 maanden, met aftrek van de tijd gedurende waarin het rijbewijs reeds ingevorderd en ingehouden is geweest.
4.Waardering van het bewijs
primairten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
roekeloos, in elk geval zeer, althans
/ofonoplettend
rijgedrag,
/ofnaast hem heeft gehouden en
(aldus rijdende
)niet of niet tijdig heeft opgemerkt dat een voor hem, verdachte,
/vanafvoornoemd, op die rotonde geplaatst vrij liggend fietspad
5.Strafbaarheid feit
6.Strafbaarheid verdachte
7.Motivering straf en maatregel
8.Toepasselijke wettelijke voorschriften
9.Bijlagen
10.Beslissing
taakstraf voor de duur van 200 (tweehonderd) uren, waarbij Reclassering Nederland dient te bepalen uit welke werkzaamheden de taakstraf dient te bestaan;
100 (honderd) dagen;
de bevoegdheid motorrijtuigen te besturenvoor de duur van
12 (twaalf) maanden;