Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het primair ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van tweeënveertig maanden met aftrek van voorarrest, waarvan zes maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaren.
4.Waardering van het bewijs
zijn kindzwaar lichamelijk letsel heeft toegebracht. Niet ter discussie staat de [voornaam slachtoffer] het kind van de verdachte is. Echter, in strafrechtelijke zin kan dit deel van de tenlastelegging (de strafverzwarende omstandigheid in de zin van artikel 304 van het Wetboek van Strafrecht) niet bewezen worden verklaard, nu [voornaam slachtoffer] ten tijde van het tenlastegelegde reeds meerderjarig was (vgl. Hoge Raad 30 januari 2018, ECLI:NL:HR:2018:112).
of omstreeks10 september 2023 te Rotterdam
of meerander
en,
althans alleen,
zijn kind[slachtoffer]
/ofeen sterk verminderd
althans één oogen
/ofafwijkende hoornvliezen
/of
(bamboe)roede
althans een scherp voorwerpover het gezicht
en/of
/of
(vervolgens)water met
(een)prikkende en/of bijtende stof
(fen
)(ammoniak
en/of
/ofpeper en
/ofkruid
(en
)) over het hoofd
en/of schouders
en/of de wonden
en/of
in de ogen en/of de wondenin het gezicht
en/of op het gezichtvan die [slachtoffer] te
5.Strafbaarheid feit
6.Strafbaarheid verdachte
7.Motivering straf
8.Toepasselijke wettelijke voorschriften
9.Bijlagen
10.Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 12 (twaalf) maanden;