ECLI:NL:RBROT:2025:11685

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
12 september 2025
Publicatiedatum
7 oktober 2025
Zaaknummer
11291532 CV EXPL 24 22196
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Schadevergoeding wegens gebrekkige montage van zonnepanelen

In deze zaak vordert eiser, vertegenwoordigd door mr. J.A.M. Geraedts, schadevergoeding van Aannemingsbedrijf Bloemfontein B.V., vertegenwoordigd door mr. C.J.H. Anker, wegens gebrekkige montage van zonnepanelen. De aannemingsovereenkomst tussen partijen werd op 30 oktober 2018 gesloten, waarbij Bloemfontein een woning diende te realiseren inclusief de installatie van zonnepanelen. Eiser stelt dat de zonnepanelen niet deugdelijk zijn gemonteerd, wat heeft geleid tot schade. De kantonrechter heeft op 12 september 2025 uitspraak gedaan. Tijdens de zitting op 13 mei 2025 erkende Bloemfontein dat de zonnepanelen gebreken vertoonden. De kantonrechter oordeelt dat Bloemfontein tekort is geschoten in de nakoming van de overeenkomst en dat eiser recht heeft op schadevergoeding. De kantonrechter wijst een bedrag van € 10.050,86 toe, inclusief wettelijke rente en buitengerechtelijke kosten. De proceskosten worden ook aan Bloemfontein opgelegd. Dit vonnis is uitvoerbaar bij voorraad.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

locatie Rotterdam
zaaknummer: 11291532 CV EXPL 24-22196
datum uitspraak: 12 september 2025
Vonnis van de kantonrechter
in de zaak van

1.[eiser 1],

2.
[eiser 2],
woonplaats: Sommelsdijk,
eisers,
gemachtigde: mr. J.A.M. Geraedts,
tegen
Aannemingsbedrijf Bloemfontein B.V.,
vestigingsplaats: Goedereede,
gedaagde,
gemachtigde: mr. C.J.H. Anker.
De eisende partijen worden hierna ‘[eisende partij]’ genoemd. Gedaagde partij wordt hierna ‘Bloemfontein’ genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:
  • de dagvaarding van 23 augustus 2024, met bijlagen;
  • het antwoord, met bijlagen;
  • de akte van 13 mei 2025 van [eisende partij], met bijlagen;
  • de spreekaantekeningen van mr. Geraedts;
  • de spreekaantekeningen van [eisende partij];
  • de akte uitlating van [eisende partij];
  • de antwoord-akte uitlating van Bloemfontein;
  • de akte van [eisende partij].
1.2.
Op 13 mei 2025 is de zaak tijdens een zitting besproken. Daarbij waren aanwezig:
  • [eisende partij] en de gemachtigde;
  • namens Bloemfontein de heren [naam 1] en [naam 2] en de gemachtigde.

2.Waar gaat de zaak over?

2.1.
Tussen [eisende partij] en Bloemfontein is op 30 oktober 2018 een aannemingsovereenkomst tot stand gekomen, op grond waarvan Bloemfontein voor [eisende partij] een woning tegen betaling van de overeengekomen aanneemsom van € 370.771,51 heeft gerealiseerd op een perceel grond. Onderdeel van deze aannemingsovereenkomst was het plaatsen van een pv panelen indeksysteem op het hellende dak. De woning is opgeleverd op 5 november 2019.
2.2.
[eisende partij] vindt dat Bloemfontein de overeenkomst niet goed is nagekomen en eist daarom vervangende schadevergoeding van € 18.275,- aan herstelkosten, de gevolgschade van € 1.219,- aan niet ontvangen teruggave van de belastingdienst en € 240,- aan misgelopen paneelopbrengsten alsmede de expertisekosten van € 2.460,86, te vermeerderen met de buitengerechtelijke kosten en de wettelijke rente.
2.3.
Volgens Bloemfontein heeft [eisende partij] geen recht meer op vervangende schadevergoeding en de daarmee samenhangende kosten. Bloemfontein heeft het verzuim gezuiverd door het uitvoeren van herstelwerkzaamheden conform de herstelvoorschriften van de deskundige. [eisende partij] is ook akkoord gegaan met deze wijze van herstel.
2.4.
De kantonrechter wijst de vordering van [eisende partij] gedeeltelijk toe. Hierna wordt uitgelegd waarom.

3.De beoordeling

Er is sprake van een tekortkoming in de nakoming door Bloemfontein
3.1.
Bloemfontein heeft op de zitting van 13 mei 2025 erkend dat de geplaatste pv panelen gebreken vertoonden en niet deugdelijk waren gemonteerd. Dit volgt ook uit het niet betwiste rapport van Top Expertise. De deskundige heeft kort samengevat het volgende geconstateerd:
  • de pv panelen zijn geplaatst zonder de verwerkingsvoorschriften in acht te nemen, bij de montage is geen dakfolie en EPDM-bescherming aangebracht;
  • alhoewel er na klachten zijdens [eisende partij] herstelwerkzaamheden hadden plaatsgevonden, is dit herstel niet goed en deugdelijk gebeurd, bovendien hebben deze herstelwerkzaamheden geleid tot beschadigingen aan de pv panelen. Daarnaast was er geen EPDM bescherming/dakfolie toegepast. Ook is de loodvervanger ter plaatse van de randafdichtingen beschadigd als gevolg van de herstelwerkzaamheden;
  • door het verplaatsen van het GSE in-roof-systeem en de zonnepanelen is deze te strak tegen de loodvervanger aangebracht, waardoor ter plaatse van de pannen op meerdere locaties beschadigingen zijn opgetreden;
-
het folie van het dummypaneel is grotendeels losgekomen, zodat dit paneel vervangen dient te worden.
3.2.
Bloemfontein erkent dus dat zij tekort is geschoten in de nakoming van haar verplichtingen en dat zij met [eisende partij] heeft afgesproken dat zij tot herstel van de werkzaamheden zou overgaan.
Verzuim en ingebrekestelling, geen schending klachtplicht
3.3.
Op de zitting heeft Bloemfontein verklaard dat zij niet direct tot herstel is overgegaan, omdat zij het rapport van TOP Expertise heeft afgewacht en dat zij verder afhankelijk was van derden die de herstelwerkzaamheden bij [eisende partij] zouden verrichten. Uit de stukken blijkt dat Bloemfontein op 22 november 2022 door de gemachtigde van [eisende partij] in gebreke is gesteld. Naar aanleiding van het expertiserapport is Bloemfontein bij brief van 30 mei 2023 gesommeerd om tot deugdelijk en structureel herstel van de gebreken over te gaan.
3.4.
De kantonrechter oordeelt op grond van het bovenstaande dat Bloemfontein door [eisende partij] deugdelijk in gebreke is gesteld en dus in verzuim is geraakt. Het verweer van Bloemfontein dat de klachtplicht is geschonden moet worden verworpen. [eisende partij] heeft tijdig en herhaaldelijk geklaagd. Van zuivering van het verzuim is evenmin sprake. [eisende partij] heeft Bloemfontein uit coulanceoverwegingen de gelegenheid gegeven om tot herstel over te gaan, maar daarmee heeft hij het recht op schadevergoeding niet prijsgegeven.
De algemene voorwaarden van Bloemfontein zijn niet van toepassing
3.5.
Bloemfontein stelt dat de algemene voorwaarden van toepassing zijn verklaard op de aannemingsovereenkomst. Van belang voor deze zaak is de volgende bepaling:
‘Artikel 14: Aansprakelijkheid
1. Buiten de expliciet overeengekomen garanties c.q. door de gebruiker gegarandeerde resultaten of kwaliteitseisen aanvaardt de gebruiker geen enkele aansprakelijkheid.
2. Onverminderd het bepaalde in lid 1 van het artikel is de gebruiker slechts aansprakelijk voor directe schade. Iedere aansprakelijkheid van de gebruiker voor gevolgschade, zoals bedrijfsschade, winstderving en/of geleden verlies, vertragingsschade en/of personen- of letselschade, is uitdrukkelijk uitgesloten’.
3.6.
De kantonrechter moet ambtshalve beoordelen of in de algemene voorwaarden van Bloemfontein oneerlijke bepalingen staan, zoals bedoeld in Richtlijn 93/13 EG. De kantonrechter moet oneerlijke bepalingen vernietigen. Bloemfontein mag die bepaling dan niet gebruiken en ook geen beroep doen op aanvullend recht. De kantonrechter oordeelt dat bovengenoemde artikel een oneerlijk beding is volgens de Richtlijn 93/13 EG en vernietigt dit beding. Dit betekent dat Bloemfontein zich niet op dit exoneratiebeding mag beroepen en dat [eisende partij] wel aanvullende schadevergoeding mag vorderen.
De schade
3.7.
[eisende partij] heeft de schadevergoeding onderbouwd door het rapport van Top Expertise over te leggen. De kosten van herstel heeft de deskundige geraamd op een bedrag van € 18.275,00. Omdat Bloemfontein in eerste instantie niet tot herstel is overgegaan, heeft [eisende partij] de vordering omgezet in een vordering tot vervangende schadevergoeding. De omzettingsverklaring is terecht uitgebracht. De door [eisende partij] gevorderde vervangende schadevergoeding kan echter niet worden toegewezen, omdat Bloemfontein uiteindelijk wel tot herstel van de gebreken is overgegaan. De gevorderde herstelkosten zijn daarom niet toewijsbaar.
3.8.
Vast staat dat Bloemfontein de zonnepanelen uiteindelijk heeft vervangen door een nieuw systeem. Partijen zijn het niet eens over de vraag of er al dan niet overeenstemming was bereikt over deze herstelwijze, namelijk het plaatsen van een opdeksysteem in plaats van een indeksysteem, maar wel staat vast dat de herstelwerkzaamheden uiteindelijk op 25 januari 2024 zijn afgerond en dat [eisende partij] deze oplevering heeft geaccepteerd. Ook staat vast dat het nieuwe systeem niet identiek is aan het bij de koop overeengekomen systeem. Dit betekent dat [eisende partij] recht heeft op het esthetische en economische waardeverschil tussen het aanvankelijk overeengekomen indeksysteem en het uiteindelijk gerealiseerde opdeksysteem. De vraag of [eisende partij] al dan niet heeft ingestemd met de wijze van herstel, behoeft gelet daarop niet meer te worden beantwoord.
De omvang van de schade
-
het systeem
3.9.
Op basis van de overgelegde stukken en de toelichting van partijen daarop komt de kantonrechter tot de conclusie dat het indeksysteem dat [eisende partij] heeft gekocht
€ 5.500,- meer kostte dan het opdeksysteem dat hij nu heeft gekregen. De kantonrechter oordeelt dat dit waardeverschil moet worden aangemerkt als schade die [eisende partij] heeft geleden. De esthetische schade begroot de kantonrechter, gelet op het feit dat er nu een opdeksysteem in plaats van een indeksysteem op het dak is aangebracht, op € 1.500,-. Bloemfontein moet dus een bedrag van € 7.000,- aan [eisende partij] betalen.
-
belastingdienst
3.10.
[eisende partij] vordert ook een bedrag van € 1.219,- aan minder te ontvangen BTW en het af te dragen forfait. [eisende partij] had destijds zelf voor het indeksysteem gekozen en niet valt in te zien waarom het verschil in belastingteruggave uiteindelijk voor rekening van Bloemfontein moet komen. Dit onderdeel van de vordering zal wegens gebrek aan deugdelijke onderbouwing worden afgewezen.
-
gemiste opbrengst
3.11.
Bovendien vordert [eisende partij] een bedrag van € 240,00 aan gemiste energieopbrengst. [eisende partij] stelt dat de pv panelen in oktober 2023 2 dagen en in november en december 2023 22 dagen ongebruikt in de schuur hebben gestaan, waardoor hij hiervan geen opbrengst heeft kunnen ontvangen. De kantonrechter oordeelt dat [eisende partij] dit onderdeel voldoende heeft onderbouwd en dat dit schadebedrag toewijsbaar is.
-
lakschade
3.12.
Partijen zijn het op de zitting erover eens geworden dat er lakschade aan de panelen is ontstaan die niet kan worden hersteld. Ook deze schade, die volgens het expertiserapport begroot moet worden op € 350,-, acht de kantonrechter niet onredelijk en wijst zij toe.
Expertisekosten
3.13.
De kosten van Top Expertise van € 2.460,86 komen op grond van artikel 6:96 lid 2 onder b BW voor vergoeding in aanmerking. De kosten zijn redelijk en in redelijkheid gemaakt. Deze vordering wordt ook toegewezen.
Buitengerechtelijke kosten
3.14.
Als vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten wordt € 1.059,37 toegewezen. Aan alle voorwaarden om een vergoeding voor deze kosten te krijgen is voldaan (artikel 6:96 BW). Wel zijn de buitengerechtelijke incassokosten alleen berekend over het bedrag dat is toegewezen.
Rente
3.15.
De rente over de toewijsbare hoofdsom en de expertisekosten wordt toegewezen, omdat [eisende partij] genoeg heeft gesteld waaruit volgt dat deze moet worden betaald en Bloemfontein dat niet heeft betwist.
Proceskosten
3.16.
De proceskosten komen voor rekening van Bloemfontein, omdat zij voor het grootste deel ongelijk krijgt (artikel 237 Rv). De kantonrechter begroot de kosten die Bloemfontein aan [eisende partij] moet betalen op € 139,42 aan dagvaardingskosten, € 706,- aan griffierecht, € 1.629,- aan salaris voor de gemachtigde (3 punten x € 543,-) en € 135,- aan nakosten. Dat is in totaal € 2.609,42. Hier kan nog een bedrag bij komen als dit vonnis wordt betekend. De wettelijke rente over de proceskosten wordt toegewezen.
Dit vonnis is uitvoerbaar bij voorraad
3.17.
Dit vonnis wordt uitvoerbaar bij voorraad verklaard, omdat [eisende partij] dat eist en Bloemfontein daar geen bezwaar tegen heeft gemaakt (artikel 233 Rv). Dat betekent dat het vonnis meteen mag worden uitgevoerd, ook als één van de partijen aan een hogere rechter vraagt om de zaak opnieuw te beoordelen.

4.De beslissing

De kantonrechter:
4.1.
veroordeelt Bloemfontein om aan [eisende partij] te betalen € 10.050,86 met de wettelijke rente zoals bedoeld in artikel 6:119 BW over € 7.590,- vanaf 1 maart 2024 tot de dag dat volledig is betaald en vermeerderd met de wettelijke rente zoals bedoeld in artikel 6:119 BW over € 2.460,86 vanaf 14 juni 2023 tot de dag dat volledig is betaald, alsmede vermeerderd met een bedrag van € 1.059,37 aan buitengerechtelijke kosten;
4.2.
veroordeelt Bloemfontein in de proceskosten, die aan de kant van [eisende partij] worden begroot op € 2.609,42 met de wettelijke rente zoals bedoeld in artikel 6:119 BW over dat bedrag vanaf de vijftiende dag na de datum van dit vonnis tot de dag dat volledig is betaald;
4.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
4.4.
wijst al het andere af.
Dit vonnis is gewezen door mr. F. Aukema-Hartog en in het openbaar uitgesproken.
821