In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 3 oktober 2025 een beschikking gegeven over de adoptie en wijziging van de voornamen van een minderjarige. Verzoekers, een echtpaar dat in Suriname is gehuwd, hebben de minderjarige geadopteerd na de vernietiging van de erkenning door de biologische moeder. De rechtbank heeft vastgesteld dat de minderjarige, geboren in 2016, in Nederland woont en dat de verzoekers de Nederlandse nationaliteit hebben. De rechtbank heeft de feiten en omstandigheden beoordeeld, waaronder de toestemming van de biologische moeder voor de adoptie, en geconcludeerd dat de adoptie in het kennelijk belang van de minderjarige is. De rechtbank heeft ook de geboortegegevens van de minderjarige vastgesteld en de wijziging van de voornamen gelast, omdat de minderjarige zelf achter deze wijziging staat. De rechtbank heeft de inschrijving van de akte van geboorte gelast en een latere vermelding van de adoptie aan de akte van geboorte toegevoegd. De beschikking is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier, mr. N.A.J.M. Rasenberg.