Uitspraak
RECHTBANK
1.De procedure
- de dagvaarding van 1 april 2025, met producties 1 tot en met 28,
- de incidentele conclusie tot oproeping in vrijwaring van [bedrijf A] van 10 juli 2025, met producties 1 en 2,
- de op 23 juli 2025 aan Cleo verleende akte niet-dienen voor antwoord in het incident.
2.Het geschil in de hoofdzaak
- [bedrijf A] veroordeelt tot betaling van een schadevergoeding aan Cleo van € 51.350,00 exclusief btw,
- voor recht verklaart dat [bedrijf A] toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van de overeenkomst tussen partijen,
- voor recht verklaart dat [bedrijf A] aansprakelijk is voor alle schade die Cleo heeft en nog zal lijden naar aanleiding van de toerekenbare tekortkoming in de nakoming van de verbintenissen die voortvloeien uit de overeenkomst tussen partijen,
- voor recht verklaart dat [bedrijf A] aansprakelijk is voor alle vermogensschade die Cleo zal lijden om een derde partij c.q. aannemer de opdracht te geven om de kliniek van Cleo in een staat te brengen conform de door partijen ondertekende offerte en visualisatie,
- voor recht te verklaren dat [bedrijf A] aansprakelijk is voor alle omzetderving die Cleo sinds de fatale opleverdatum heeft geleden,
- [bedrijf A] veroordeelt tot betaling van de buitengerechtelijke incassokosten aan Cleo van € 1.288,50, te vermeerderen met rente,
- [bedrijf A] veroordeelt in de proceskosten, de beslagkosten en de nakosten, te vermeerderen met rente.
3.Het geschil in het incident
4.De beoordeling in het incident
5.De beslissing
12 november 2025:
12 november 2025voor conclusie van antwoord van [bedrijf A] ,