ECLI:NL:RBROT:2025:11775
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van een beroep tegen een naheffingsaanslag parkeerbelasting door de Rechtbank Rotterdam
In deze uitspraak van de Rechtbank Rotterdam, gedateerd 10 oktober 2025, wordt het beroep van eiseres tegen de naheffingsaanslag parkeerbelasting beoordeeld. De heffingsambtenaar had op 24 januari 2024 een naheffingsaanslag opgelegd van € 73,38, bestaande uit € 2,08 aan verschuldigde parkeerbelasting en € 71,30 aan kosten van naheffing. Eiseres had bezwaar gemaakt, maar dit werd ongegrond verklaard. Tijdens de zitting op 18 juli 2025 was eiseres niet aanwezig, terwijl zij op de hoogte was gesteld van de zitting. De rechtbank oordeelt dat de naheffingsaanslag terecht is opgelegd, omdat het betaalbewijs van eiseres niet kon worden teruggevonden in de systemen van de parkeerbedrijven. Eiseres had weliswaar een betaalbewijs, maar dit voldeed niet aan de eisen, en haar afwezigheid op de zitting droeg niet bij aan haar zaak. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, wat betekent dat eiseres de naheffingsaanslag moet betalen en geen griffierecht of proceskostenvergoeding ontvangt.