Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- vrijspraak van het onder 2 primair ten laste gelegde;
- bewezenverklaring van het onder 1 impliciet primair en het onder 2 subsidiair ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van vier jaar met aftrek van voorarrest, waarvan een jaar voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar en oplegging van de bijzondere voorwaarden zoals geadviseerd door de reclassering.
4.Waardering van het bewijs
of omstreeks5 september 2024 te Rotterdam
althans een onbekend gebleven persoon,
althans zwaar lichamelijk letsel toe te brengen,
meermalen, althans eenmaal,heeft geschoten
) op/in de richting van het lichaam van die [slachtoffer 1] ,
althans die tot op heden onbekend gebleven persoon,terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
of omstreeks5 september 2024 te Rotterdam
(van zeer korte afstand)
van)van het lichaam
, althans het beenvan die [slachtoffer 2] ,
5.Strafbaarheid feiten
6.Strafbaarheid verdachte
7.Motivering straf
- Meldplicht bij reclassering;
- Ambulante behandeling;
- Begeleid wonen of maatschappelijke opvang;
- Contactverbod;
- Dagbesteding;
- Meewerken aan middelencontrole.
8.Vordering benadeelde partij / schadevergoedingsmaatregel
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Bijlagen
11.Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 36 (zesendertig) maanden;
een gedeelte, groot 12 (twaalf) maandenniet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
een proeftijd, die wordt gesteld op 2 (twee) jaren;
€ 9.965,18 (zegge: negenduizend negenhonderdvijfenzestig euro en achttien eurocent), bestaande uit € 2.465,18 (zegge: tweeduizend vierhonderdvijfenzestig euro en achttien eurocent) aan materiële schade en
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [slachtoffer 2] te betalen
€ 9.965,18 (zegge: negenduizend negenhonderdvijfenzestig euro en achttien eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 5 september 2024 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van € € 9.965,18 niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
84 dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;