Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.De procedure
- verzoekster;
- mevrouw [persoon A] , werkzaam bij Pameijer (hierna te noemen: begeleiding).
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 1 oktober 2025 uitspraak gedaan in een verzoek tot toepassing van een gedwongen schuldregeling, ingediend door verzoekster. Verzoekster had op 26 mei 2025 een verzoek ingediend op basis van artikel 287a lid 1 van de Faillissementswet, met als doel een schuldeiser, Elbuco B.V., te bevelen in te stemmen met een aangeboden schuldregeling. De rechtbank heeft vastgesteld dat het aanbod van verzoekster niet goed gedocumenteerd was, waardoor het niet controleerbaar was. Verzoekster komt in aanmerking voor de SPUK-regeling, maar dit was niet voldoende uitgewerkt in het aanbod. Bovendien was het aanbod gebaseerd op een Participatiewet-uitkering, terwijl er een verwachting was dat verzoekster binnen enkele maanden een betaalde dienstbetrekking zou hebben. De rechtbank concludeert dat het aanbod niet het maximaal haalbare was, omdat niet kon worden vastgesteld of de afloscapaciteit van verzoekster gelijk zou blijven. De rechtbank heeft het verzoek om Elbuco te bevelen in te stemmen met de schuldregeling afgewezen, omdat de belangen van Elbuco zwaarder wogen dan die van verzoekster en de overige schuldeisers. Na de zitting heeft verzoekster laten weten het verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling niet te willen handhaven.