ECLI:NL:RBROT:2025:11929

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
1 oktober 2025
Publicatiedatum
14 oktober 2025
Zaaknummer
FT RK 25/864
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • M.P. van Eeden-Harskamp
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing van een verzoek tot gedwongen schuldregeling op basis van onvoldoende documentatie en afloscapaciteit

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 1 oktober 2025 uitspraak gedaan in een verzoek tot toepassing van een gedwongen schuldregeling, ingediend door verzoekster. Verzoekster had op 26 mei 2025 een verzoek ingediend op basis van artikel 287a lid 1 van de Faillissementswet, met als doel een schuldeiser, Elbuco B.V., te bevelen in te stemmen met een aangeboden schuldregeling. De rechtbank heeft vastgesteld dat het aanbod van verzoekster niet goed gedocumenteerd was, waardoor het niet controleerbaar was. Verzoekster komt in aanmerking voor de SPUK-regeling, maar dit was niet voldoende uitgewerkt in het aanbod. Bovendien was het aanbod gebaseerd op een Participatiewet-uitkering, terwijl er een verwachting was dat verzoekster binnen enkele maanden een betaalde dienstbetrekking zou hebben. De rechtbank concludeert dat het aanbod niet het maximaal haalbare was, omdat niet kon worden vastgesteld of de afloscapaciteit van verzoekster gelijk zou blijven. De rechtbank heeft het verzoek om Elbuco te bevelen in te stemmen met de schuldregeling afgewezen, omdat de belangen van Elbuco zwaarder wogen dan die van verzoekster en de overige schuldeisers. Na de zitting heeft verzoekster laten weten het verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling niet te willen handhaven.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team insolventie
rekestnummer: [nummer]
uitspraakdatum: 1 oktober 2025
afwijzen gedwongen schuldregeling
in de zaak van:
[verzoekster],
wonende te [adres]
[postcode] [woonplaats] ,
verzoekster.

1.De procedure

Verzoekster heeft op 26 mei 2025, tezamen met een verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling, een verzoek ingevolge artikel 287a lid 1 Faillissementswet ingediend om één schuldeiser, te weten:
- Elbuco B.V., in behandeling bij Deqt B.V., hierna te noemen: Elbuco,
die weigert mee te werken aan een door verzoekster aangeboden schuldregeling, te bevelen in te stemmen met deze schuldregeling.
Ter zitting van 24 september 2025 zijn verschenen en gehoord:
  • verzoekster;
  • mevrouw [persoon A] , werkzaam bij Pameijer (hierna te noemen: begeleiding).
Geldplein, hierna te noemen: schuldhulpverlening, is in eerste instantie niet ter zitting verschenen, terwijl zij wel aan de begeleiding schriftelijk heeft bevestigd dat er iemand aanwezig zou zijn. Ter zitting heeft de rechtbank in overleg met verzoekster en de begeleiding telefonisch contact opgenomen met schuldhulpverlening en mevrouw [persoon B] telefonisch gehoord.
Elbuco is, hoewel daartoe behoorlijk opgeroepen, niet verschenen.
De uitspraak is bepaald op heden.

2.Het verzoek

Verzoekster heeft volgens het ingediende verzoekschrift elf schuldeisers, waarvan één preferente schuldeiser en tien concurrente schuldeisers met elf vorderingen. Deze schuldeisers hebben in totaal een bedrag van € 23.269,27 van verzoekster te vorderen.
Verzoekster heeft bij brief van 13 augustus 2025 een schuldregeling aangeboden aan haar schuldeisers, inhoudende een betaling van 3,24% aan de preferente schuldeiser en 1,62% aan de concurrente schuldeisers tegen finale kwijting.
Het aangeboden akkoord heeft de volgende inhoud en achtergrond. De aangeboden regeling is gebaseerd op de NVVK-norm. De afloscapaciteit van verzoekster is gebaseerd op ongewijzigde voortzetting van haar PW-uitkering. Verzoekster is niet arbeidsongeschikt. De begeleiding heeft ter zitting meegedeeld dat verzoekster wordt geholpen door de gemeente met het vinden van een passende dienstbetrekking. De verwachting is dat verzoekster binnen enkele maanden een betaalde dienstbetrekking zal hebben. Schuldhulpverlening heeft ter zitting verklaard dat verzoekster kindgedupeerde van de toeslagaffaire is en vóór aanvang van het minnelijke traject een bedrag van € 10.000,-- heeft ontvangen en gespendeerd. Omdat verzoekster kindgedupeerde is, komt zij in aanmerking voor de SPUK-regeling. Schuldhulpverlening heeft verklaard dat het saneringskrediet zal worden voldaan vanuit de SPUK-regeling. Schuldhulpverlening heeft een saneringskrediet aangeboden, omdat schuldenares nog steeds niet werkt.
Voor wat betreft de vordering van van Elbuco heeft verzoekster verklaard dat dit de aankoop van een een tweepersoonsbed betreft en dat zij dat bed niet meer in haar bezit heeft, omdat zij het heeft weggegooid
Volgens de aangeboden schuldregeling wordt het aangeboden percentage – door middel van een door schuldhulpverlening ter beschikking gesteld saneringskrediet – in één keer aan de schuldeisers uitgekeerd. Verzoekster heeft zich op het standpunt gesteld dat zij al het mogelijke heeft gedaan om het aangeboden percentage aan haar schuldeisers aan te bieden. Verzoekster heeft sinds de aanmelding bij schuldhulpverlening geen nieuwe schulden of achterstanden meer laten ontstaan en haar vaste lasten worden inmiddels door haar budgetbeheerder voldaan.
Tien schuldeisers stemmen met de aangeboden schuldregeling in. Elbuco stemt hier niet mee in. Elbuco heeft een vordering van € 1.545,93 op verzoekster.

3.Het verweer

In de contacten met schuldhulpverlening heeft Elbuco te kennen gegeven niet akkoord te gaan met het voorstel. Als het product compleet en onbeschadigd wordt geretourneerd, is Elbuco alsnog bereid het voorstel te heroverwegen.
Hoewel behoorlijk opgeroepen heeft Elbuco geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid haar standpunt ter zitting toe te lichten.

4.De beoordeling

Uitgangspunt is dat het iedere schuldeiser in beginsel vrij staat om te verlangen dat 100% van zijn vordering, vermeerderd met rente, wordt voldaan. Nu de aangeboden regeling voorziet in een lagere uitkering dan de volledige vordering, staat het belang van Elbuco bij haar weigering vast.
De rechtbank ziet zich gesteld voor het beantwoorden van de vraag of Elbuco in redelijkheid niet tot weigering van instemming met de schuldregeling heeft kunnen komen, in aanmerking genomen de onevenredigheid tussen het belang dat zij heeft bij uitoefening van de bevoegdheid tot weigering en de belangen van verzoekster of de overige schuldeisers die door de weigering worden geschaad.
De rechtbank beantwoordt deze vraag ontkennend en overweegt daartoe als volgt.
Vooropgesteld wordt dat de vordering van Elbuco een aandeel vormt in de totale schuldenlast (te weten 6,6 % daarvan). Gelet daarop zal niet snel kunnen worden geoordeeld dat Elbuco in redelijkheid niet kon weigeren om met de schuldregeling in te stemmen.
Naar het oordeel van de rechtbank kan niet worden vastgesteld dat het aanbod goed en controleerbaar is gedocumenteerd. Verzoekster is kindgedupeerde van de toeslagenaffaire en komt in aanmerking voor de SPUK-regeling. Dit is niet gecommuniceerd met de schuldeisers. Bovendien heeft schuldhulpverlening alleen in haar eigen rapportage vermeld dat verzoekster in aanmerking komt voor de SPUK-regeling. Deze regeling heeft zij echter niet gemotiveerd en uitgelegd aan de rechtbank, zodat het onduidelijk is wat deze regeling voor onderhavig verzoek behelst. De rechtbank kan dan ook niet controleren of aan de schuldeisers een maximaal aanbod is gedaan.
De rechtbank is verder van oordeel dat onvoldoende aannemelijk is dat het voorstel het uiterste is waartoe verzoekster in staat moet worden geacht. Het aanbod betreft een saneringskrediet gebaseerd op de huidige inkomsten uit hoofde van een Participatiewet-uitkering. Verzoekster heeft een plan van aanpak overgelegd, waaruit blijkt dat zij actief moet solliciteren op kansrijke vacatures en activiteiten dient te ondernemen om een betaalde baan of urenuitbreiding te vinden. Verzoekster is niet arbeidsongeschikt. De begeleiding heeft meegedeeld dat het de verwachting is dat verzoekster binnen enkele maanden een betaalde dienstbetrekking zal hebben. Uit het verzoekschrift en het verhandelde ter zitting is onvoldoende duidelijk geworden dat verzoekster niet in staat zou zijn om (minimaal) 36 uur per week te werken. De rechtbank kan dus niet zonder meer vaststellen dat de huidige afloscapaciteit van verzoekster blijvend is.
Op grond van het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat de belangen van Elbuco als weigerende schuldeiser zwaarder wegen dan die van verzoekster of de overige schuldeisers. Het verzoek om Elbuco te bevelen in te stemmen met de door verzoekster aangeboden schuldregeling wordt daarom afgewezen.
Na de zitting heeft de begeleiding, bij e-mail van 26 september 2025, namens verzoekster aan de rechtbank laten weten dat verzoekster het verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling niet wenst te handhaven.

5.De beslissing

De rechtbank:
- wijst af het verzoek om een gedwongen schuldregeling te bevelen.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.P. van Eeden-Harskamp rechter, en in aanwezigheid van C. van der Velde, griffier, in het openbaar uitgesproken op 1 oktober 2025. [1]