Op 9 oktober 2025 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende mevrouw [verzoekster], die zich in een problematische schuldensituatie bevond. Mevrouw [verzoekster] had een verzoek ingediend om toegelaten te worden tot de wettelijke schuldsaneringsregeling (Wsnp). Tijdens de zitting op 2 oktober 2025 werd haar verzoek behandeld. De rechtbank oordeelde dat mevrouw [verzoekster] zich in een problematische schuldensituatie bevond, maar dat een aantal van haar schulden niet te goeder trouw waren ontstaan. Ondanks deze schulden, besloot de rechtbank haar toch toe te laten tot de Wsnp, gebruikmakend van de hardheidsclausule. De rechtbank constateerde dat mevrouw [verzoekster] haar omstandigheden onder controle had gekregen door haar onderneming te staken en gebruik te maken van budgetbeheer. Dit gaf de rechtbank voldoende vertrouwen dat zij zich aan de verplichtingen van de Wsnp zou houden.
De rechtbank stelde de termijn van de Wsnp-regeling vast op achttien maanden, ingaande op de datum van het vonnis. De rechtbank benoemde ook een bewindvoerder en een rechter-commissaris om toezicht te houden op de uitvoering van de regeling. De beslissing werd openbaar uitgesproken en mevrouw [verzoekster] werd geïnformeerd over haar rechten met betrekking tot hoger beroep. De rechtbank benadrukte dat de schuldsaneringsregeling een kans biedt voor een 'schone lei' na het voldoen aan de verplichtingen.