ECLI:NL:RBROT:2025:11970

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
1 oktober 2025
Publicatiedatum
14 oktober 2025
Zaaknummer
FT RK 25/549
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • M.P. van Eeden-Harskamp
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing van een dwangakkoord in een schuldregeling wegens onvoldoende documentatie en onduidelijke afloscapaciteit

Op 1 oktober 2025 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoekster die een dwangakkoord heeft aangeboden aan haar schuldeisers. De rechtbank heeft het verzoek om een gedwongen schuldregeling te bevelen afgewezen. De rechtbank oordeelde dat het voorstel niet betrouwbaar en goed gedocumenteerd was. Uit de stukken bleek dat er geen sprake was van een nulaanbod, maar dat er een krediet beschikbaar werd gesteld vanuit het JES-traject. De rechtbank constateerde dat het aanbod niet het maximaal haalbare was en dat verzoekster, die een opleiding volgde, niet arbeidsongeschikt was. Hierdoor kon zij niet deelnemen aan het arbeidsproces.

De procedure werd gekenmerkt door de afwezigheid van enkele schuldeisers, waaronder ANWB, Check Netherlands, Flitsmeister en MCC, die niet verschenen ondanks behoorlijke oproep. Verzoekster had op 4 april 2025 een verzoek ingediend voor een schuldsaneringsregeling en had een schuldregeling aangeboden aan haar schuldeisers. De rechtbank overwoog dat de belangen van de weigerende schuldeisers zwaarder wogen dan die van verzoekster. De rechtbank concludeerde dat het aanbod niet goed gedocumenteerd was en dat er onvoldoende bewijs was dat verzoekster niet in staat was om een hoger inkomen te genereren.

De rechtbank heeft het verzoek om de schuldeisers te bevelen in te stemmen met de schuldregeling afgewezen en zal in een afzonderlijke beslissing op het verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling beslissen. De uitspraak is openbaar uitgesproken door mr. M.P. van Eeden-Harskamp, rechter, en griffier C. van der Velde.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team insolventie
rekestnummer: [nummer]
uitspraakdatum: 1 oktober 2025
afwijzen gedwongen schuldregeling
in de zaak van:
[verzoekster],
wonende te [adres]
[postcode] [woonplaats] ,
verzoekster.

1.De procedure

Verzoekster heeft op 4 april 2025, tezamen met een verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling, een verzoek ingevolge artikel 287a lid 1 Faillissementswet ingediend om een tiental schuldeisers, te weten:
  • Unigarant, in behandeling bij Trust Krediet Beheer, hierna te noemen: Unigarant;
  • ANWB Verzekeren, in behandeling bij Trust Krediet Beheer, hierna te noemen: ANWB Verzekeren;
  • ANWB, hierna te noemen: ANWB;
  • Ben Nederland B.V., in behandeling bij Fairincasso, hierna te noemen: Ben Nederland;
  • Klarna AB, in behandeling bij Coeo Incasso B.V., hierna te noemen: Klarna;
  • Felyx Sharing B.V., in behandeling bij Trust Krediet Beheer B.V., hierna te noemen: Felyx;
  • Check Netherlands B.V., in behandeling bij Coeo Incasso B.V., hierna te noemen: Check Netherlands;
  • Flitsmeister, hierna te noemen: Flitsmeister;
  • Partou B.V., in behandeling bij Flanderijn Gerechtsdeurwaarders, hierna te noemen: Partou;
  • MCC Medical CareCapital GmbH, in behandeling bij Pair Finance NL, hierna te noemen: MCC,
die weigeren mee te werken aan een door verzoekster aangeboden schuldregeling, te bevelen in te stemmen met deze schuldregeling.
Trust Krediet Beheer heeft als gemachtigde bij e-mailbericht van 4 juni 2025 aan de rechtbank laten weten alsnog namens Unigarant, ANWB Verzekeren en Felyx in te stemmen met het aangeboden akkoord.
Schuldhulpverlening heeft bij e-mailbericht van 5 juni 2025 laten weten dat Ben Nederland, Partou en Klarna alsnog instemmen met de aangeboden regeling.
Ter zitting van 24 september 2025 zijn verschenen en gehoord:
  • verzoekster;
  • mevrouw [persoon A] , werkzaam bij Geldplein (hierna: schuldhulpverlening);
  • mevrouw [persoon B] , jongerencoach.
De thans nog weigerende schuldeisers ANWB, Check Netherlands, Flitsmeister en MCC zijn, hoewel daartoe behoorlijk opgeroepen, niet verschenen.
De uitspraak is bepaald op heden.

2.Het verzoek

Verzoekster heeft volgens het ingediende verzoekschrift negentien concurrente schuldeisers met drieëntwintig vorderingen. Deze schuldeisers hebben in totaal een bedrag van
€ 20.126,59 van verzoekster te vorderen. Verzoekster heeft bij brief van 22 januari 2025 een schuldregeling aangeboden aan haar schuldeisers, inhoudende een saneringskrediet zonder afloscapaciteit tegen finale kwijting (nulaanbod).
Het aangeboden akkoord heeft de volgende inhoud en achtergrond. De aangeboden regeling is gebaseerd op de NVVK-norm. De afloscapaciteit van verzoekster is gebaseerd op ongewijzigde voortzetting van haar inkomsten uit studiefinanciering. Verzoekster heeft haar vorige opleiding niet afgerond. Zij woonde op dat moment nog samen met haar ex-partner en het werd haar allemaal te veel. In september 2025 is verzoekster begonnen aan een éénjarige opleiding Helpende Zorg en Welzijn. Als verzoekster deze opleiding heeft afgerond, wil zij een vervolgopleiding gaan doen. Schuldhulpverlening heeft ter zitting verklaard er niet van op de hoogte te zijn dat verzoekster aan een nieuwe opleiding was begonnen en in de veronderstelling te verkeren dat verzoekster haar opleiding in juli 2025 had afgerond. Schuldhulpverlening heeft voorts ter zitting verklaard dat geen sprake is van een nulaanbod. Aan verzoekster is een prestatiebeurs aangeboden vanuit het traject Jongeren en Schulden (hierna: JES-traject). Hierbij wordt over een periode van achttien maanden € 65,-- per maand aan de schuldeisers aangeboden. De jongerencoach heeft ter zitting meegedeeld dat zij iedere maand contact heeft met verzoekster om verzoekster te begeleiden met het behalen van allerlei doelen op mentaal en lichamelijk vlak en het leren omgaan met financiën. De jongerencoach zou het jammer vinden als het dwangakkoord op basis van het saneringskrediet niet wordt toegewezen, omdat verzoekster haar doelen nog niet heeft behaald en dan ook de begeleiding komt te vervallen.
Verzoekster heeft zich op het standpunt gesteld dat zij al het mogelijke heeft gedaan om het aangeboden percentage aan haar schuldeisers aan te bieden. Verzoekster heeft sinds de aanmelding bij schuldhulpverlening geen nieuwe schulden of achterstanden meer laten ontstaan en haar vaste lasten worden inmiddels door haar budgetbeheerder voldaan.
Vijftien schuldeisers stemmen met de aangeboden schuldregeling in. ANWB, Check Netherlands, Flitsmeister en MCC stemmen hier niet mee in. ANWB heeft een vordering van € 300,-- op verzoekster. Check Netherlands heeft een vordering van € 141,92 op verzoekster. Flitsmeister heeft een vordering van € 150,-- op verzoekster en MCC heeft een vordering van € 4.175,19 op verzoekster.

3.Het verweer

Hoewel behoorlijk opgeroepen hebben ANWB, Check Netherlands, Flitsmeister en MCC geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid hun standpunten ter zitting toe te lichten.

4.De beoordeling

Uitgangspunt is dat het iedere schuldeiser in beginsel vrij staat om te verlangen dat 100% van zijn vordering, vermeerderd met rente, wordt voldaan. Nu de aangeboden regeling voorziet in een lagere uitkering dan de volledige vordering, staat het belang van ANWB, Check Netherlands, Flitsmeister en MCC bij hun weigering vast.
De rechtbank ziet zich gesteld voor het beantwoorden van de vraag of ANWB, Check Netherlands, Flitsmeister en MCC in redelijkheid niet tot weigering van instemming met de schuldregeling hebben kunnen komen, in aanmerking genomen de onevenredigheid tussen het belang dat zij heeft bij uitoefening van de bevoegdheid tot weigering en de belangen van verzoekster of de overige schuldeisers die door de weigering worden geschaad.
De rechtbank beantwoordt deze vraag ontkennend en overweegt daartoe als volgt.
Vooropgesteld wordt dat de vorderingen van ANWB (1,5%), Check Netherlands (0,7%), Flitsmeister (0,7%) en MCC (20,75%) een aandeel vormen in de totale schuldenlast van 23,65%. Gelet daarop zal niet snel kunnen worden geoordeeld dat ANWB, Check Netherlands, Flitsmeister en MCC in redelijkheid niet kon weigeren om met de schuldregeling in te stemmen.
Naar het oordeel van de rechtbank kan niet kan worden vastgesteld dat het aanbod goed en controleerbaar is gedocumenteerd. Uit de aanbodbrief van 22 januari 2025 en de heroverwegingsbrief van 13 februari 2025 blijkt dat er een nulaanbod aan de schuldeisers is gedaan. Ter zitting heeft schuldhulpverlening verklaard dat van een nulaanbod geen sprake is, maar dat vanuit het JES-traject een saneringskrediet beschikbaar wordt gesteld op basis van € 65,-- per maand gedurende achttien maanden. Uit de stukken kan niet worden opgemaakt dat de het beschikbaar stellen vanuit het JES-traject met de schuldeisers is gecommuniceerd. Ook uit de verklaring op grond van artikel 285 lid 1 Fw kan niet worden opgemaakt dat er een uitkering voor de schuldeisers beschikbaar is. Het percentage van het aanbod is in deze verklaring niet opgenomen en de afloscapaciteit bedraagt volgens deze verklaring € 0,00 per maand.
De rechtbank is daarnaast van oordeel dat onvoldoende aannemelijk is dat het voorstel het uiterste is waartoe verzoekster in staat moet worden geacht. Verzoekster is in september 2025 begonnen aan een eenjarige MBO-opleiding Helpende Zorg en Welzijn en is voornemens hierna nog een vervolgopleiding te volgen. Zij kan hierdoor niet deelnemen aan het arbeidsproces. Verzoekster heeft geen medische stukken overgelegd waaruit blijkt dat zij arbeidsongeschikt is. De rechtbank kan dus niet zonder meer vaststellen dat de huidige afloscapaciteit van verzoekster blijvend is. Naar het oordeel van de rechtbank is onvoldoende aannemelijk geworden dat verzoekster niet in staat zou zijn om een inkomen te genereren dat zou leiden tot een hogere afloscapaciteit.
Op grond van het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat de belangen van ANWB, Check Netherlands, Flitsmeister en MCC als weigerende schuldeiser zwaarder wegen dan die van verzoekster of de overige schuldeisers. Het verzoek om ANWB, Check Netherlands, Flitsmeister en MCC te bevelen in te stemmen met de door verzoekster aangeboden schuldregeling wordt daarom afgewezen.
De rechtbank zal bij afzonderlijke beslissing op het verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling beslissen.

5.De beslissing

De rechtbank:
- wijst af het verzoek om een gedwongen schuldregeling te bevelen.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.P. van Eeden-Harskamp, rechter, en in aanwezigheid van
C. van der Velde, griffier, in het openbaar uitgesproken op 1 oktober 2025. [1]