Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- vrijspraak van de onder feit 1 en 2 ten laste gelegde voorbedachte raad (moord en poging tot moord);
- bewezenverklaring van de onder feit 1 impliciet ten laste gelegde doodslag, de onder feit 2 impliciet ten laste gelegde poging tot doodslag en het onder feit 3 ten laste gelegde voorhanden hebben van een wapen;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 13 jaren met aftrek van voorarrest.
4.Waardering van het bewijs
en al dan niet met voorbedachten radevan het leven heeft beroofd, door met een vuurwapen een kogel in het hoofd van die [slachtoffer 1] te schieten;
en al dan niet met voorbedachten radevan het leven te beroven
, althans zwaar lichamelijk toe te brengen, met een vuurwapen meermalen,
althans eenmaalin de richting van die [slachtoffer 2] heeft geschoten terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
5.Strafbaarheid feiten
1.doodslag;
2.poging tot doodslag;
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III.
6.Strafbaarheid verdachte
verdedigingtegen een wederrechtelijke aanranding, kan een beroep op noodweer niet worden aanvaard wanneer de gedraging van degene die zich hierop beroept, op grond van zijn bedoeling, noch op grond van de uiterlijke verschijningsvorm van de gedraging kan worden aangemerkt als verdedigend, maar – naar de kern bezien – als aanvallend. In een dergelijk geval kan ook een beroep op noodweerexces of putatief noodweer niet slagen (ECLI:NL:HR:2010:BK4788).
7.Motivering straf
8.Vorderingen benadeelde partijen en schadevergoedingsmaatregelen
Schokschade nabestaanden: de betreffende benadeelde partijen dienen in deze vordering niet-ontvankelijk te worden verklaard voor zover de medische stukken ontbreken. Het vaststellen van die schok naar objectieve maatstaven is niet mogelijk.
Affectieschade zussen: de betreffende benadeelde partijen dienen in deze vordering niet-ontvankelijk te worden verklaard nu de hardheidsclausule niet opgaat.
[benadeelde 1]: de gevorderde gederfde inkomsten dienen primair afgewezen te worden en subsidiair dient de benadeelde partij in deze vordering niet-ontvankelijk te worden verklaard nu deze niet is onderbouwd.
[benadeelde 6]: de verdediging verzet zich niet tegen vergoeding van de materiële kosten voor de vliegtickets, voor zover [benadeelde 6] wettelijk als benadeelde heeft te gelden en sprake is van rechtstreekse schade.
[slachtoffer 2]: de gevorderde bedragen moeten sterk gematigd worden gegeven de omstandigheden en culpa in causa.
Nader te onderbouwen schade: deze vordering dient primair te worden afgewezen en subsidiair dienen de betreffende benadeelde partijen in deze vordering niet-ontvankelijk te worden verklaard.
- de aard, toedracht en gevolgen van de jegens het primaire slachtoffer gepleegde onrechtmatige daad;
- de wijze waarop het secundaire slachtoffer wordt geconfronteerd met de jegens het primaire slachtoffer gepleegde onrechtmatige daad en de gevolgen daarvan;
- de aard en de hechtheid van de relatie tussen het primaire en secundaire slachtoffer.
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Bijlagen
11.Beslissing
niet bewezen, dat de verdachte de onder 1 ten laste gelegde moord en de onder 2 ten laste gelegde poging tot moord heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij;
bewezen, dat de verdachte de onder 1 ten laste gelegde doodslag, de onder 2 ten laste gelegde poging tot doodslag en het onder 3 ten laste gelegde feit, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
gevangenisstraf voor de duur van 12 (twaalf) jaren;
niet-ontvankelijkin de vorderingen;
€ 17.500,- (zegge: zeventienduizend vijfhonderd euro), bestaande uit immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 29 maart 2024 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [benadeelde 2] te betalen
€ 17.500,- (zegge: zeventienduizend vijfhonderd euro)vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 29 maart 2024 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
122 (honderdtweeëntwintig) dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
€ 1.901,09 (zegge: duizend negenhonderdeen euro en negen eurocent), bestaande uit materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 29 maart 2024 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [benadeelde 6] te betalen
€ 1.901,09 (zegge: duizend negenhonderdeen euro en negen eurocent)vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 29 maart 2024 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
29 (negenentwintig) dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
€ 7.500,- (zegge: zevenduizendvijfhonderd euro), bestaande uit immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 29 maart 2024 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [slachtoffer 2] te betalen
€ 7.500,- (zegge: zevenduizendvijfhonderd euro)vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 29 maart 2024 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
85 (vijfentachtig) dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;