ECLI:NL:RBROT:2025:1199

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
31 januari 2025
Publicatiedatum
29 januari 2025
Zaaknummer
ROT 24/5070
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ongeldigverklaring rijbewijs wegens alcoholmisbruik en geschiktheidseisen

In deze uitspraak van de Rechtbank Rotterdam, gedateerd 6 februari 2025, wordt het beroep van eiser tegen de ongeldigverklaring van zijn rijbewijs door het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (CBR) behandeld. Eiser, die op 8 juli 2023 werd aangehouden wegens rijden onder invloed van alcohol, betwist de stopdatum van 1 november 2023 die het CBR hanteert voor zijn alcoholgebruik. Hij stelt dat hij sinds het ongeval in juli 2023 geen alcohol meer heeft gedronken en dat medicatie geen rol zou moeten spelen in de beoordeling van zijn rijgeschiktheid. De rechtbank oordeelt echter dat het CBR terecht heeft besloten het rijbewijs ongeldig te verklaren, omdat er sprake is van alcoholmisbruik. De rechtbank wijst erop dat de psychiater concludeert dat eiser op 1 november 2023 is gestopt met drinken, wat door eiser niet voldoende is weerlegd. De rechtbank benadrukt dat het gebruik van medicatie niet relevant is voor de beoordeling van alcoholmisbruik in deze context. Eiser krijgt geen gelijk en het beroep wordt ongegrond verklaard. Dit betekent dat het CBR's besluit om het rijbewijs ongeldig te verklaren standhoudt, en eiser krijgt geen vergoeding van proceskosten of griffierecht terug.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Bestuursrecht
zaaknummer: ROT 24/5070

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 6 februari 2025 in de zaak tussen

[naam eiser] , uit [plaats] , eiser,

en

De algemeen directeur van het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen, het CBR

(gemachtigde: [persoon A] ).

Samenvatting

1. Deze uitspraak gaat over het ongeldig verklaren van het rijbewijs van eiser omdat hij wegens alcoholmisbruik niet geschikt is bevonden. Eiser is het niet eens met dit besluit. Eiser is van mening dat 1 november 2023 niet de juiste stopdatum is. Ook vindt eiser dat medicatie geen rol mag spelen in de beoordeling omdat hij die niet meer slikte ten tijde van het onderzoek. Aan de hand van deze beroepsgronden beoordeelt de rechtbank het opleggen van een onderzoek.
1.1.
De rechtbank komt in deze uitspraak tot het oordeel dat het CBR het rijbewijs van eiser terecht ongeldig heeft verklaard en dat daarbij als stopdatum 1 november 2023 kon worden gehanteerd. Eiser krijgt dus geen gelijk en het beroep is dus ongegrond. Hieronder legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit heeft.

Procesverloop

2. Met het besluit van 7 februari 2024 heeft het CBR het rijbewijs van eiser ongeldig verklaard. Met het bestreden besluit van 8 mei 2024 heeft het CBR het bezwaar van eiser ongegrond verklaard. Het rijbewijs blijft dus ongeldig.
2.1.
Eiser heeft beroep ingesteld tegen het bestreden besluit. Het CBR heeft een verweerschrift ingediend.
2.2.
De rechtbank heeft het beroep op 16 januari 2025 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: eiser en de gemachtigde van het CBR.

Beoordeling door de rechtbank

Totstandkoming van het bestreden besluit
3. Eiser is op 8 juli 2023 aangehouden op verdenking van rijden onder invloed van alcohol eiser was betrokken bij een ongeval. Bij ademanalyse werd een ademalcoholgehalte gemeten van 815 µg/l. Deze hoeveelheid alcohol oversteeg de grens waarbij het CBR een onderzoek naar de rijgeschiktheid dient op te leggen. Het CBR heeft eiser dan ook dit onderzoek opgelegd en eiser heeft hieraan meegewerkt. Het CBR heeft naar aanleiding van de resultaten van het onderzoek het rijbewijs van eiser ongeldig verklaard per 14 februari 2024 omdat sprake is van alcoholmisbruik.
Mocht het CBR als stopdatum uitgaan van 1 november 2023?
4.1.
Eiser voert aan dat het voor hem onbegrijpelijk is dat het CBR 1 november 2023 als stopdatum kiest voor zijn alcoholgebruik. Hij heeft sinds het ongeluk in juli 2023 al geen alcohol meer gedronken. Eiser kan zich ook niet vinden in de conclusie van de psychiater dat hij ten tijde van het onderzoek nog Promethazine en Lorazepam slikte. Hij was daarmee in december 2023 al gestopt. Dit wordt volgens hem ook bevestigd door zijn ambulant verpleegkundige.
4.2.
De beroepsgrond slaagt niet. Uit het verslag van de psychiater van 11 januari 2024 blijkt dat eiser zelf heeft verklaard dat hij na de aanhouding minder is gaan drinken en sinds twee maanden helemaal geen alcohol meer drinkt. De psychiater trekt hieruit de conclusie dat hij op 1 november 2023 is gestopt met het drinken van alcohol. Deze conclusie is navolgbaar en zelfs in het voordeel van eiser afgerond. Eiser heeft niet aannemelijk gemaakt dat dit onderdeel van het rapport van de psychiater niet klopt.
4.3. De stelling dat eiser met de medicatie is gestopt in december 2023 is voor de beoordeling van het besluit niet van belang. In het besluit van 7 februari 2024 staat onder het kopje “Waarom is uw rijbewijs ongeldig” het volgende geschreven: “Uit het onderzoek blijkt dat er bij u sprake is van alcoholmisbruik.” Eiser is in bezwaar ingegaan tegen de conclusie uit het onderzoek dat hij nog medicatie gebruikt en ook op die grond ongeschikt zou zijn om te rijden. Het CBR heeft daarop gereageerd in het bestreden besluit. Voor de beoordeling van het ongeldig verklaren van het rijbewijs is de vraag tot wanneer eiser de medicatie gebruikte echter niet van belang. Het gebruik van medicatie is immers niet meegewogen bij de beoordeling of bij eiser sprake was van alcoholmisbruik in de zin van de wet. De psychiater heeft kunnen concluderen dat bij eiser sprake is van alcoholmisbruik. Dat ten tijde van het onderzoek de bloedwaarden goed waren, kan daaraan niet afdoen. Wanneer uit het onderzoek de conclusie volgt dat er sprake is van alcoholmisbruik in de zin van de wet moet het CBR het rijbewijs ongeldig verklaren. Het CBR heeft ter zitting nader toegelicht dat de medicatie slechts in de weg zou staan in een gezondheidsverklaring procedure als hij de medicatie op dat moment zou gebruiken. Inmiddels is ruim een jaar verstreken na de stopdatum van 1 november 2023, zodat eiser via een ‘gezondverklaringsprocedure’ weer de geldigverklaring van zijn rijbewijs kan verzoeken.

Conclusie en gevolgen

5. Het beroep is ongegrond. Dat betekent dat het CBR terecht heeft besloten om het rijbewijs van eiser ongeldig te verklaren. Eiser krijgt daarom het griffierecht niet terug. Hij krijgt ook geen vergoeding van zijn proceskosten.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A. Dingemanse, rechter, in aanwezigheid van mr. R. Blokhuis, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 6 februuari 2025.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over hoger beroep

Als partijen het niet eens zijn met deze uitspraak, kunnen zij een hogerberoepschrift sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin zij uitleggen waarom zij het niet eens zijn met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kunnen zij de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kunnen zij de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.