Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 20 mei 2025, met bijlagen;
- het antwoord;
- de mail van Hef Wonen van 4 september 2025, met bijlagen;
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak vordert Stichting Hef Wonen de ontbinding van de huurovereenkomst met [gedaagde] en de ontruiming van de woning vanwege een huurachterstand. De huurachterstand bedraagt € 2.958,39, en de kantonrechter heeft geoordeeld dat [gedaagde] deze moet betalen. De huurovereenkomst wordt ontbonden omdat [gedaagde] zijn verplichtingen niet is nagekomen, wat blijkt uit een huurachterstand van bijna vijf maanden. De kantonrechter heeft rekening gehouden met de omstandigheden, maar oordeelt dat de achterstand ernstig genoeg is om de overeenkomst te beëindigen. [gedaagde] moet de woning binnen veertien dagen na betekening van het vonnis ontruimen en een gebruiksvergoeding van € 648,99 per maand betalen tot de ontruiming. De kantonrechter heeft de incassokosten en rente afgewezen, omdat er een oneerlijke bepaling in de huurovereenkomst staat. [gedaagde] is ook veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op € 1.254,45. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat het onmiddellijk kan worden uitgevoerd, ook als er hoger beroep wordt ingesteld.