ECLI:NL:RBROT:2025:12002

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
18 september 2025
Publicatiedatum
15 oktober 2025
Zaaknummer
83-248717-22
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor het medeplegen van oplichting en poging tot oplichting door een medewerker van de Sociale Verzekeringsbank

Op 18 september 2025 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van het medeplegen van oplichting en poging tot oplichting. De verdachte, geboren in 1989 en werkzaam bij de Sociale Verzekeringsbank (SVB), werd beschuldigd van het indienen van valse wijzigingsverzoeken voor persoonsgebonden budgetten (pgb's) tussen 1 januari 2019 en 19 april 2022. In totaal ontving de SVB twintig valse verzoeken, wat leidde tot onterecht uitgekeerde pgb-gelden aan katvangers. De officier van justitie eiste een gevangenisstraf van drie maanden, maar de rechtbank oordeelde dat de verdachte een meer actieve rol had gespeeld in de fraude en legde een gevangenisstraf van vier maanden op, waarvan twee maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar. De rechtbank weegt de ernst van de feiten zwaar, vooral gezien de rol van de verdachte als medewerker van de SVB, die toegang had tot gevoelige gegevens van budgethouders. De rechtbank benadrukte het belang van vertrouwen in de overheid en de schade die het handelen van de verdachte heeft veroorzaakt aan zowel de SVB als de budgethouders. De verdachte werd schuldig bevonden aan het medeplegen van oplichting en poging tot oplichting, en de rechtbank sprak hem vrij van andere tenlastegelegde feiten.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 1
Parketnummer: 83-248717-22
Datum uitspraak: 18 september 2025
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1989 in [geboorteplaats] ( [geboorteland] ),
ingeschreven op het adres [adres] [postcode] [woonplaats] ,
bijgestaan door mr. A.M.A. Martha, advocaat in Almere.

1.Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 4 september 2025.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding, zoals deze op de terechtzitting overeenkomstig de vordering van de officier van justitie is gewijzigd. De tekst van de gewijzigde tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3.Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. M. Altena heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van het onder 1 en 2 ten laste gelegde;
  • veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf van 3 maanden.

4.Waardering van het bewijs

4.1.
Bewijswaardering
4.1.1.
Algemene bewijsoverweging
De Sociale Verzekeringsbank (SVB) heeft in de periode van 1 januari 2019 tot en met 19 april 2022 twintig valse wijzigingsverzoeken voor een persoonsgebonden budget (pgb) per post ontvangen. In deze wijzigingsverzoeken werden onder meer de persoonsgegevens van de (vertegenwoordigers van) de budgethouders, de vergoedingsafspraken en het rekeningnummer waarop het pgb overgemaakt moest worden gewijzigd.
Deze valsheid heeft ertoe geleid dat de SVB in twaalf van de twintig gevallen is overgegaan tot uitkering van de pgb’s op de rekeningen van katvangers. [1] Dat de wijzigingsverzoeken en de daaraan ten grondslag liggende formulieren vals waren en dat de SVB daardoor is bewogen tot uitkering van de pgb’s volgt uit de bewijsmiddelen en is ook niet betwist.
De valse documenten bevatten informatie die alleen maar beschikbaar was voor medewerkers van de SVB. De SVB heeft onderzocht welke medewerkers op de digitale fraudedossiers in het systeem van de SVB hadden ingelogd. Dit onderzoek leidde tot de verdenking van drie medewerkers: [persoon A] [2] , [persoon B] [3] en de verdachte.
De verdachte wordt beschuldigd van het medeplegen van oplichting van de SVB (feit 1) en een poging tot oplichting van de SVB (feit 2). Hij wordt concreet in verband gebracht met vijf dossiers: 1) [dossiernaam 1] , 2) [dossiernaam 2] , 3) [dossiernaam 3] , 4) [dossiernaam 4] en 5) [dossiernaam 5] .
4.1.2.
Standpunt verdediging
De verdachte dient te worden vrijgesproken, omdat het voor (poging tot) oplichting vereiste oogmerk ontbreekt. Het openen van dossiers en de door de verdachte gevoerde chats zijn onvoldoende overtuigend om als bewijs voor het oogmerk te dienen. Dit kan namelijk worden verklaard door de uitoefening van de reguliere werkzaamheden van de verdachte als SVB-medewerker.
4.1.3.
Beoordeling
In bijlage II zijn de bewijsmiddelen per fraudedossier uitgewerkt in aanvulling op voormelde algemene bewijsoverweging. Het bewijs bestaat kort samengevat uit:
  • opvallend loggedrag voorafgaand, op het moment van en kort na indiening van een vals wijzigingsverzoek;
  • chatgesprekken over het dossiernummer, de persoonsgegevens, de status van het wijzigingsverzoek, de uitbetaling van het pgb-geld of de afwijzing van het wijzigingsverzoek, teleurstelling in geval van afwijzing en bemoeienis met de verzilvering van de pgb-gelden;
  • de indiening van de valse wijziging;
  • t.a.v. feit 1, zaken 1 en 2, de uitbetaling van het pgb-geld door de SVB op de rekening van een katvanger.
Op grond van het loggen van de fraudedossiers door de verdachte en/of zijn medeverdachten afgezet tegen de chats (inhoud en tijdstip) en het moment van indiening van de dossiers in onderling verband en samenhang bezien, acht de rechtbank de oplichting en de poging daartoe wettig en overtuigend bewezen. De verdachte en zijn medeverdachten selecteerden dossiers, namen daar gegevens uit over en zorgden ervoor dat op basis van die gegevens een vals wijzigingsformulier werd ingestuurd. De verrichtte handelingen en de via privé-accounts gevoerde chats passen niet binnen de uitoefening van de reguliere werkzaamheden van de verdachte. Het daarop gebaseerde verweer wordt verworpen.
De rechtbank is verder van oordeel dat het oogmerk van verdachte, net als dat van zijn medeverdachten, gericht was op wederrechtelijke bevoordeling. De verdachte wist dat de pgb-gelden bestemd waren voor zorgverlening aan de genoemde budgethouders, maar toch heeft hij samen met zijn medeverdachten ervoor gezorgd dat de gelden terecht kwamen op de rekeningen van katvangers.
4.2.
Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan, en op grond van de redengevende inhoud van het voorgaande, is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 en 2 ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
Feit 1
Hij
op één of meer tijdstip(pen)in
of omstreeksde periode van
3 juli2
19tot en met
6 augustus 2019te Utrecht
en/of Zaandam, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met
één of meerander
(en
),
althans alleen,meermalen,
althans eenmaal,met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen, door het aannemen van een valse naam en
/ofeen valse hoedanigheid en
/ofdoor listige kunstgrepen en
/ofdoor een samenweefsel van verdichtsels, de Sociale Verzekeringsbank heeft bewogen tot afgifte van
enig goed, te weten één of meer geldbedrag(en) (van (ten minste) (in totaal):
  • EUR 15.155,00 ( [dossiernaam 1]
  • EUR 12.990
in elk geval enig goed,door met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven -
(telkens)
  • bedrieglijk in te spelen op de procedures die door de Sociale Verzekeringsbank worden gehanteerd bij het in behandeling nemen van wijziging
  • één of meeropdracht
    (en
    )tot wijziging van zorgovereenkomst
    (en
    )te (laten) versturen naar en
    /of(laten) indienen bij de Sociale Verzekeringsbank en
    /ofdoor de Sociale Verzekeringsbank in behandeling te laten nemen waarin valselijk
    en/of listiglijken
    /ofin strijd met de waarheid een verzoek werd gedaan de vergoedingsafspraken te wijzigen in een vast maandloon ten name van de (nieuwe) zorgverlener
    (s
    )en
    /ofwaarop valselijk
    en/of listiglijken
    /ofin strijd met de waarheid een IBAN-nummer
    werd vermelden
    /oftenaamstelling werd vermeld - terwijl deze in werkelijkheid niet overeenkwam met het IBAN-nummer en tenaamstelling van de (vertegenwoordiger van de) zorgverlener en/of zorginstelling - en
    /of
  • één of meer formulier(en) ‘Opvragen verantwoordingsvrij bedrag PGB-Wlz’ en/of te (laten) versturen naar en/of (laten) indienen bij de Sociale Verzekeringsbank en/of door de Sociale Verzekeringsbank in behandeling te laten nemen, waarop valselijk en/of listiglijk en/of in strijd met de waarheid een IBAN-nummer en/of tenaamstelling werd vermeld - terwijl deze in werkelijkheid niet overeenkwam met het IBAN-nummer en tenaamstelling van de (vertegenwoordiger van de) budgethouder - en/of
  • zich op
waardoor de Sociale Verzekeringsbank werd bewogen tot afgifte van
EUR 28.145,-één of meer geldbedrag(en).
Feit 2
Hij
op één of meer tijdstip(pen)in
of omstreeksde periode van
3 juli2
19tot en met
3 augustus 2019te Utrecht
en/of Zaandam, althans in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader
(s
), voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met
één of meerander
(en
),
althans alleen,meermalen
, althans eenmaal, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen, door het aannemen van een valse naam en
/ofeen valse hoedanigheid en
/ofdoor listige kunstgrepen en
/ofdoor een samenweefsel van verdichtsels, de Sociale Verzekeringsbank te bewegen tot de afgifte van
enig goed, te weten één of meer geldbedrag(en) ), althans één of meer geldbedrag(en):
  • € 15.625,00 ( [dossiernaam 3]
  • € 13.856,00 ( [dossiernaam 4]
  • € 24.850,00 ( [dossiernaam 5]
immers
heeft/hebben hij, verdachte, en
/ofzijn mededader
(s
)met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven -
(telkens)
  • bedrieglijk ingespeeld op de procedures die door de Sociale Verzekeringsbank worden gehanteerd bij het in behandeling nemen van wijziging
  • één of meeropdracht
    (en
    )tot wijziging van zorgovereenkomst
    (en
    )(laten)
    verstuurd/versturen naar en
    /of(laten)
    ingediend/indienen bij de Sociale Verzekeringsbank en
    /ofdoor de Sociale Verzekeringsbank in behandeling te laten nemen waarin valselijk
    en/of listiglijken
    /ofin strijd met de waarheid een verzoek werd gedaan de vergoedingsafspraken te wijzigen in een vast maandloon ten name van de (nieuwe) zorgverlener
    (s
    )en
    /ofwaarop valselijk en
    /of listiglijk en/ofin strijd met de waarheid een IBAN-nummer werd vermeld en
    /oftenaamstelling werd vermeld - terwijl deze in werkelijkheid niet overeenkwam met het IBAN-nummer en tenaamstelling van de (vertegenwoordiger van de) zorgverlener en/of zorginstelling en/of (vertegenwoordiger van de) budgethouder - en
    /of
  • één of meer formulier(en) 'Opvragen verantwoordingsvrij bedrag PGB-Wlz' (laten) verstuurd/versturen naar en/of (laten) indienen bij de Sociale Verzekeringsbank en/of door de Sociale Verzekeringsbank in behandeling te laten nemen, waarop valselijk en /of listiglijk en/of in strijd met de waarheid een IBAN-nummer en/of tenaamstelling werd vermeld - terwijl deze in werkelijkheid niet overeenkwam met het IBAN-nummer en tenaamstelling van de (vertegenwoordiger van de) budgethouder - en/of
  • voorgedaan als (vertegenwoordiger van de) zorgverlener en/of zorginstelling en/of budgethouder en/of vertegenwoordiger van die budgethouder die gerechtigd was tot het indienen van een opdracht tot wijziging van zorgovereenkomst
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

5.Strafbaarheid feiten

De bewezen feiten leveren op:
1.
medeplegen van oplichting, meermalen gepleegd;
2.
medeplegen van poging tot oplichting, meermalen gepleegd.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. De feiten zijn dus strafbaar.

6.Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.

7.Motivering straf

De straf die aan de verdachte wordt opgelegd, is gegrond op de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
In vergelijkbare vonnissen, ook bij overschrijding van de redelijke termijn, worden zowel onvoorwaardelijke gevangenisstraffen als taakstraffen opgelegd. De rechtbank heeft een taakstraf overwogen enerzijds omdat het Openbaar Ministerie aan een medeverdachte [4] een strafbeschikking heeft opgelegd, inhoudende een taakstraf, en anderzijds omdat de rechtbank met een taakstraf de kans groter acht dat de verdachte geen nieuwe strafbare feiten zal plegen en na zijn straf op een positieve manier zal deelnemen aan de samenleving (specifieke preventie en resocialisatie).
De rechtbank legt evenwel een gevangenisstraf op. Voor de vergelijking met de medeverdachte geldt dat er belangrijke verschillen zijn met de verdachte. Afgaande op de informatie die de rechtbank van de officier van justitie heeft gekregen, had de medeverdachte vooral een uitvoerende rol, heeft deze medeverdachte inzicht getoond in het verwerpelijke karakter van zijn handelen, heeft hij bereidheid getoond tot het terugbetalen van veroorzaakte schade en is hij veertien dagen van zijn vrijheid beroofd geweest. De verdachte had tijdens de strafbare feiten meer dan een uitvoerende rol, stuurde op enig moment zijn medeverdachte aan bepaalde handelingen te verrichten (bijvoorbeeld om druk te zetten) en geeft informatie waarmee zijn medeverdachte de SVB kan oplichten (bijvoorbeeld het geven van ‘nr van [naam] ’). De verdachte heeft er in de zes jaar sinds het plegen van de feiten geen blijk van gegeven te begrijpen hoe ernstig zijn handelen is geweest noch heeft hij bereidheid getoond tot het vergoeden van schade en de verdachte is niet van zijn vrijheid beroofd geweest vanwege deze feiten.
Terwijl de strafdoelen specifieke preventie en resocialisatie voor de rechtbank in het voordeel van een taakstraf pleiten, wegen in dit geval de overige strafdoelen (vergelding en generale preventie) zwaarder. De SVB is belast met de uitvoering van het pgb. Het pgb is bedoeld om op een laagdrempelige wijze financiële tegemoetkoming te kunnen krijgen voor degenen die zorg nodig hebben. De verdachte had als medewerker van de SVB toegang tot gegevens van budgethouders. Hij heeft in plaats van het dragen van de bijzondere verantwoordelijkheid die hem was toevertrouwd, samen met anderen zijn positie misbruikt en op slinkse wijze pgb-gelden weggesluisd. Het geld kwam daardoor niet bij degenen terecht die zorg nodig hadden, maar bij verdachte en/of zijn medeverdachten. De positie van de verdachte als werknemer van de SVB met bijbehorende bevoegdheden maakt het strafbare feit nog ernstiger. Zeker in de huidige tijd waarin het vertrouwen in de overheid onder druk staat, is het belangrijk dat de samenleving erop mag vertrouwen dat het door iedereen afgedragen belastinggeld in het kader van de pgb-regelgeving wordt besteed aan mensen die het nodig hebben. De verdachte heeft dit vertrouwen ernstig beschaamd. De rechtbank vindt het kwalijk dat de verdachten gemeenschapsgeld, dat bestemd was voor de zorg voor de kwetsbaren in onze samenleving, hebben gebruikt om er zelf financieel beter van te worden. Dit geldt nog meer voor de verdachte die zelf samenwoont met een persoon (zijn moeder) die een van pgb afhankelijk budgethouder is.
Naast de SVB zijn ook budgethouders slachtoffer geworden van het handelen van de verdachte. Zij zijn mede door het handelen van de verdachte in de problemen gebracht omdat essentiële onderdelen van hun pgb niet meer juist leken te zijn. Vanwege zijn werkzaamheden en vanwege het pgb van zijn moeder wist de verdachte dit. Hij heeft er dus willens en wetens voor gekozen hen in de problemen te brengen.
Het strafblad van verdachte speelt bij het bepalen van de strafmaat geen rol, nu hier geen relevante veroordelingen op staan.
Bij de berechting van een zaak, waarbij geen sprake is van bijzondere omstandigheden heeft als uitgangspunt te gelden dat de behandeling van de zaak op de terechtzitting dient te zijn afgerond met een eindvonnis binnen 2 jaar na aanvang van de redelijke termijn. De redelijke termijn vangt aan op het moment dat een verdachte in redelijkheid de verwachting kan hebben dat tegen hem ter zake van een bepaald strafbaar feit door het openbaar ministerie een strafvervolging zal worden ingesteld. De aanhouding van een verdachte kan als een zodanige handeling worden aangemerkt. De verdachte is in de onderhavige zaak op 1 november 2022 aangehouden. Op deze datum is de redelijke termijn derhalve aangevangen.
Naar het oordeel van de rechtbank is er in deze zaak geen sprake van bijzondere omstandigheden.
Tussen de aanvang van de redelijke termijn en de datum van het eindvonnis ligt een periode van ruim twee jaar en tien maanden. Omdat in deze zaak, zoals hiervoor is overwogen, wordt uitgegaan van een redelijke termijn van twee jaar, is er in de onderhavige zaak sprake van een overschrijding van de redelijke termijn als bedoeld in artikel 6 van het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM) van ruim tien maanden. Nu deze overschrijding niet is toe te rekenen aan de verdachte, dient dit gecompenseerd te worden in de hoogte van de straf.
Bij het bepalen van de hoogte van de straf is verder rekening gehouden met het benadelingsbedrag en het beoogde benadelingsbedrag. De rechtbank zal een deel van de voorgenomen straf voorwaardelijk opleggen om de verdachte ervan te weerhouden in de toekomst opnieuw strafbare feiten te plegen, temeer nu de verdachte opnieuw in dienst is van een overheidsorgaan dat geld uitkeert.
Alles afwegend acht de rechtbank een gevangenisstraf van 4 maanden, waarvan 2 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar passend en geboden.

8.Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 14a, 14b, 14c, 45, 47, 57 en 326 van het Wetboek van Strafrecht.

9.Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

10.Beslissing

De rechtbank:
1. verklaart bewezen dat de verdachte de onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan en verklaart niet bewezen wat aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd en spreekt de verdachte daarvan vrij;
2. stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;
3. verklaart de verdachte strafbaar;
4. veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstraf voor de duur van 4 (vier) maanden;
4.1.
bepaalt dat van deze gevangenisstraf 2 (twee) maanden niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
4.2.
verbindt hieraan een proeftijd, die wordt gesteld op 2 (twee) jaren;
4.3.
tenuitvoerlegging kan worden gelast als de veroordeelde de algemene voorwaarde niet naleeft;
4.4.
stelt als algemene voorwaarde dat de veroordeelde zich vóór het einde van de proeftijd niet aan een strafbaar feit schuldig zal maken.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. C. Sikkel, voorzitter,
mrs. J.J. Klomp en M.J.C. Spoormaker, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. J. Soeteman, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting op 18 september 2025.
Bijlage I
Tekst gewijzigde tenlastelegging
Feit 1
Hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 januari 2019 tot en met 19 april 2022 te Utrecht en/of Zaandam, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met één of meer ander(en), althans alleen, meermalen, althans eenmaal, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen, door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, de Sociale Verzekeringsbank heeft bewogen tot afgifte van enig goed, te weten één of meer geldbedrag(en) (van (ten minste) (in totaal)
  • EUR 15.155,00 ( [dossiernaam 1] DOC-003-50; DOC-003-18; AMB-008-02; AMB-009-06; AMB-016-01; DOC-002-02),
  • EUR 12.990 ( [dossiernaam 2] DOC-003-24; AMB-008-16 en p. 314 en 746 van het zaaksdossier).
in elk geval enig goed, door met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - (telkens)
  • bedrieglijk in te spelen op de procedures die door de Sociale Verzekeringsbank worden gehanteerd bij het in behandeling nemen van wijziging(en) van (een) bestaande overeenkomst(en) met (een) budgethouder(s), waarbij listiglijk gebruik is gemaakt van bij de Sociale Verzekeringsbank bekende (persoons)gegevens van één of meer (vertegenwoordiger(s) van) budgethouder(s) en/of zorgverlener(s) en/of zorginstelling(en) en/of - één of meer opdracht(en) tot wijziging van zorgovereenkomst(en) te (laten) versturen naar en/of (laten) indienen bij de Sociale Verzekeringsbank en/of door de Sociale Verzekeringsbank in behandeling te laten nemen waarin valselijk en/of listiglijk en/of in strijd met de waarheid een verzoek werd gedaan de vergoedingsafspraken te wijzigen in een vast maandloon ten name van de (nieuwe) zorgverlener(s) en/of waarop valselijk en/of listiglijk en/of in strijd met de waarheid een IBAN-nummer werd vermeld en/of tenaamstelling werd vermeld - terwijl deze in werkelijkheid niet overeenkwam met het IBAN-nummer en tenaamstelling van de (vertegenwoordiger van de) zorgverlener en/of zorginstelling - en/of
  • één of meer formulier(en) 'Opvragen verantwoordingsvrij bedrag PGB-Wlz' en/of te (laten) versturen naar en/of (laten) indienen bij de Sociale Verzekeringsbank en/of door de Sociale Verzekeringsbank in behandeling te laten nemen, waarop valselijk en/of listiglijk en/of in strijd met de waarheid een IBAN-nummer en/of tenaamstelling werd vermeld - terwijl deze in werkelijkheid niet overeenkwam met het IBAN-nummer en tenaamstelling van de (vertegenwoordiger van de) budgethouder - en/of
  • zich op een/of meer opdracht(en) tot wijziging van zorgovereenkomst(en) en/of formulier(en) 'Opvragen verantwoordingsvrij bedrag PGB-Wlz', tegenover de Sociale Verzekeringsbank voor te doen als (vertegenwoordiger van de) zorgverlener en/of zorginstelling en/of budgethouder en/ of vertegenwoordiger van die budgethouder die gerechtigd was tot het indienen van een opdracht tot wijziging van zorgovereenkomst en/of formulier 'Opvragen verantwoordingsvrij bedrag PGB-Wlz',
waardoor de Sociale Verzekeringsbank werd bewogen tot afgifte van één of meer geldbedrag(en).
Feit 2
Hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 januari 2019 tot en met 19 april 2022 te Utrecht en/of Zaandam, althans in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader(s), voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met één of meer ander(en), althans alleen, meermalen, althans eenmaal, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen, door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, de Sociale Verzekeringsbank te bewegen tot de afgifte van enig goed, te weten één of meer geldbedrag(en) ), althans één of meer geldbedrag(en);
€ 15.625,00 ( [dossiernaam 3] DOC-003-50; DOC-003-046; AMB-008-015; AMB-009-06; DOC-009-021) en/of
€ 13.856,00 ( [dossiernaam 4] DOC-003-50; DOC-003-33; AMB-008-03; AMB-009-06; DOC-009-021) en/of
€ 24.850,00 ( [dossiernaam 5] DOC-003-50; DOC-003-32; V-008-A); AMB-009-06; DOC-009-021 en/of
immers heeft/hebben hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - (telkens)
  • bedrieglijk ingespeeld op de procedures die door de Sociale Verzekeringsbank worden gehanteerd bij het in behandeling nemen van wijziging(en) van (een) bestaande overeenkomst(en) met (een) budgethouder(s), waarbij listiglijk gebruik is gemaakt van bij de Sociale Verzekeringsbank bekende (persoons)gegevens van één of meer (vertegenwoordiger(s) van) budgethouder(s) en/of zorgverlener(s) en/of zorginstelling(en) en/of
  • één of meer opdracht(en) tot wijziging van zorgovereenkomst(en) (laten) verstuurd/versturen naar en/of (laten) ingediend/indienen bij de Sociale Verzekeringsbank en/of door de Sociale Verzekeringsbank in behandeling te laten nemen waarin valselijk en/of listiglijk en/of in strijd met de waarheid een verzoek werd gedaan de vergoedingsafspraken te wijzigen in een vast maandloon ten name van de (nieuwe) zorgverlener(s) en/of waarop valselijk en/ of listiglijk en/ of in strijd met de waarheid een IBAN-nummer werd vermeld en/of tenaamstelling werd vermeld - terwijl deze in werkelijkheid niet overeenkwam met het IBAN-nummer en tenaamstelling van de (vertegenwoordiger van de) zorgverlener en/of zorginstelling en/of (vertegenwoordiger van de) budgethouder - en/of
  • één of meer formulier(en) 'Opvragen verantwoordingsvrij bedrag PGB-Wlz' (laten) verstuurd/versturen naar en/of (laten) indienen bij de Sociale Verzekeringsbank en/of door de Sociale Verzekeringsbank in behandeling te laten nemen, waarop valselijk en /of listiglijk en/of in strijd met de waarheid een !BAN-nummer en/of tenaamstelling werd vermeld - terwijl deze in werkelijkheid niet overeenkwam met het IBAN-nummer en tenaamstelling van de (vertegenwoordiger van de) budgethouder - en/of
  • voorgedaan als (vertegenwoordiger van de) zorgverlener en/of zorginstelling en/of budgethouder en/of vertegenwoordiger van die budgethouder die gerechtigd was tot het indienen van een opdracht tot wijziging van zorgovereenkomst en/of formulier ‘Opvragen verantwoordingsvrij bedrag PGB-Wlz’,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.

Voetnoten

1.Aan deze personen is een strafbeschikking opgelegd voor (schuld)witwassen.
2.Aan [persoon A] is een strafbeschikking opgelegd voor het medeplegen van (een poging tot) oplichting.
3.De zaak [persoon B] is op de zitting van 4 september 2025 aangehouden en zal op een later moment worden behandeld.
4.[persoon A] .