ECLI:NL:RBROT:2025:12041

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
8 oktober 2025
Publicatiedatum
15 oktober 2025
Zaaknummer
692432 / HA ZA 25 - 63
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevoegdheid van de Nederlandse rechter in verzekeringszaken en forumkeuze in het kader van Brussel I-bis

In deze zaak, die voor de Rechtbank Rotterdam is behandeld, gaat het om een incidenteel vonnis met betrekking tot de rechtsmacht van de Nederlandse rechter in een verzekeringskwestie. De eisende partij, Wolspedtrans SP. Z O.O., heeft Compensa TOWARZYSTWO UBEZPIECZEN SPÓLKA AKCYJNA VIENNA INSURANCE GROEP in vrijwaring opgeroepen. De rechtbank heeft de procedure in incidenten behandeld, waarbij de bevoegdheid van de Nederlandse rechter aan de orde kwam. Wolspedtrans stelt dat zij in de hoofdzaak aansprakelijk wordt gehouden voor schade die is ontstaan tijdens een transport, waarvoor zij verzekerd was bij Compensa. Compensa heeft echter de dekking onder de polis geweigerd, wat aanleiding gaf tot de vrijwaringsprocedure. De rechtbank heeft de bevoegdheid van de Nederlandse rechter beoordeeld aan de hand van de Brussel I-bis Verordening, waarbij het forumkeuzebeding in de verzekeringsovereenkomst centraal stond. De rechtbank concludeert dat er geen exclusieve forumkeuze is overeengekomen voor de Poolse rechter, waardoor de Nederlandse rechter bevoegd blijft. De incidentele vordering van Compensa om Wolspedtrans niet ontvankelijk te verklaren is afgewezen, en Compensa is veroordeeld in de proceskosten. De zaak is vervolgens naar de rol verwezen voor conclusie van antwoord.

Uitspraak

RECHTBANK Rotterdam

Handel en haven
Zaaknummer: C/10/692432 / HA ZA 25-63
Vonnis in incidenten van 8 oktober 2025
in de zaak van
de vennootschap naar het recht van de plaats van haar vestiging
WOLSPEDTRANS SP. Z O.O.,
te Karpicko, Wolsztyn (Polen),
eisende partij,
hierna te noemen: WOLSPEDTRANS,
advocaat: mr. J.B. Houtappel,
tegen
de vennootschap naar het recht van de plaats van haar vestiging
COMPENSA TOWARZYSTWO UBEZPIECZEN SPÓLKA AKCYJNA VIENNA INSURANCE GROEP, in de dagvaarding aangeduid als: WIENER TOWARSZYTO UBEZPIECZEN SPOLKA AKCYJNA VIENNA INSURANCE GROUP,
te Warschau (Polen),
gedaagde partij,
hierna te noemen: COMPENSA
advocaat: mr. M.P. Lewandowski.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het vonnis in incident van 2 oktober 2024 in de hoofdzaak [1] , waarbij aan Wolspedtrans is toegestaan om Compensa in vrijwaring op te roepen;
- de dagvaarding in de vrijwaring van Wolspedtrans d.d. 13 december 2024, met producties;
- de incidentele conclusie houdende: I. exceptie betreffende onbevoegdheid met verzoek om de mondelinge behandeling II. tevens voorwaardelijke incidentele vordering tot oproeping in vrijwaring en zaaksvoeging III. tevens voorwaardelijke vordering tot zaaksvoeging in de hoofdprocedure;
- de conclusie van antwoord in het incident;
- de akte overlegging producties t.b.v. mondelinge behandeling d.d. 19.09.2025, van Compensa;
- de zittingsagenda d.d. 14 augustus 2025;
- de mondelinge behandeling, gehouden op 19 september 2025;
- de pleitnota van Compensa;
- de spreekaantekeningen van Wolspedtrans.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald in de (voorwaardelijke) incidenten.

2.De feiten

2.1.
Tussen Wolspedtrans en Compensa is op 24 november 2022 een verzekeringsovereenkomst voor de aansprakelijkheid van de wegvervoerder (hierna: de verzekeringsovereenkomst) gesloten.
2.2.
In de verzekeringsvoorwaarden van de verzekeringsovereenkomst is onder meer bepaald:
"§15 Klachtenprocedure
(...)
8. De klager heeft het recht om zijn vorderingen voor te leggen aan de gewone rechter. Een rechtsvordering voortvloeiend uit de verzekeringsovereenkomst kan worden ingesteld volgens de algemene bevoegdheidsregels of bij de rechtbank van de woonplaats of vestigingsplaats van de verzekeringnemer, verzekerde of begunstigde, of van de erfgenaam van een van hen."

3.De vordering in de vrijwaringszaak

3.1.
De vordering van Wolspedtrans luidt - zakelijk weergegeven - om bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
- Compensa te veroordelen tot betaling van al hetgeen Wolspedtrans in het kader van de door Nippon Express Nederland B.V. en Nippon Express Euro Cargo B.V. aanhangig gemaakte procedure zal moeten betalen aan beiden;
- Compensa te veroordelen in de proceskosten;
3.2.
Aan deze vordering legt Wolspedtrans het volgende ten grondslag. Wolspedtrans wordt in de hoofdzaak aansprakelijk gehouden voor door Nippon Express Nederland B.V. en/of Nippon Express Euro Cargo B.V. Nippon geleden schade als gevolg van een transport waarbij de lading is ontvreemd. Wolspedtrans was op moment van het intreden van de schade verzekerd op basis van de verzekeringsovereenkomst tegen aansprakelijkheid voor schade bij transport bij Compensa. Wolspedtrans heeft de schade onder de polis gemeld. Compensa heeft dekking onder de polis ten onrechte geweigerd.
3.3.
Compensa heeft nog niet voor antwoord geconcludeerd in de vrijwaringszaak.

4.Het geschil in de (voorwaardelijke) incidenten

4.1.
De vordering van Compensa luidt - zakelijk weergegeven en voor zover nog van belang - om bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
i. i) in exceptie betreffende onbevoegdheid
Wolspedtrans niet ontvankelijk te verklaren in haar vorderingen, dan wel deze af te wijzen wegens onbevoegdheid van de Nederlandse rechter;
ii) in de incidentele voorwaardelijke vordering tot oproeping in vrijwaring en zaaksvoeging
Compensa toe te staan de hoofdprocedure aan te houden en haar een termijn te verlenen om de volgende partijen in vrijwaring op te roepen:
- AS Trans s.r.o. te Topol'čany (Slowakije);
- AS Trans s.r.o. te Galanta (Slowakije);
- TMM Trans te Tušice (Slowakije);
- PZU te Warschau (Polen);
tevens het hoofdgeding aan te houden totdat deze partijen in vrijwaring worden gedagvaard
tevens de vrijwaringsprocedures met deze partijen te voegen met de hoofdzaak;
iii) voorwaardelijk vordering tot zaaksvoeging in hoofdprocedure
voor het geval de rechtbank de exceptie van onbevoegdheid afwijst en Wolspedtrans haar vordering in de hoofdzaak moet voortzetten, te bepalen dat de onderhavige procedure wordt gevoegd met de reeds aanhangige hoofdprocedure;
iv) met veroordeling van Wolspedtrans in de kosten van het onbevoegdheidsincident en in de kosten van de voorwaardelijke incidenten.
4.2.
Wolspedtrans concludeert tot niet-ontvankelijkheid van Compensa, dan wel tot afwijzing van de vorderingen van Compensa, met uitvoerbaar bij voorraad te verklaren veroordeling van Compensa in de kosten van dit incident, en voorts de zaak naar de rol te verwijzen voor antwoord aan de zijde van Compensa.

5.De beoordeling in de incidenten

5.1.
De incidentele conclusie is tijdig en vóór alle weren genomen.
Bezwaar tegen stukken
5.2.
Wolspedtrans heeft bezwaar gemaakt tegen de akte overlegging producties, voor zover het betreft de overlegging van stukken anders dan de verzekeringsovereenkomst. De rechtbank laat dit bezwaar bij gebrek aan belang buiten beschouwing, omdat Compensa op die overige stukken geen beroep heeft gedaan en de rechtbank daarop (dus) haar oordeel niet baseert.
Het bevoegdheidsincident
5.3.
Aan deze vordering legt Compensa het volgende ten grondslag.
Wolspedtrans heeft de bevoegdheid van de Nederlandse rechter in de vrijwaringszaak gebaseerd op artikel 13 Verordening Brussel I-bis. [2] Echter, §15 van de verzekeringsovereenkomst bevat een forumkeuzebeding in de zin van artikel 25 Verordening Brussel I-bis. In dit beding wordt de voor geschillen uit de verzekeringsovereenkomst bevoegde rechter aangewezen naar Pools procesrecht. Het beding noemt uitsluitend Poolse gerechten zonder enige verwijzing naar buitenlandse rechtscolleges. Daarmee hebben partijen hun wilsovereenstemming onder woorden gebracht erop neerkomend dat geschillen voortvloeiend uit de verzekeringsovereenkomst aan de Poolse rechter zullen worden voorgelegd. Partijen zijn hiermee conform artikel 15 Verordening Brussel I-bis rechtsgeldig afgeweken van de in Afdeling 3 van de Verordening gegeven bevoegdheidsregels in verzekeringszaken.
Daarnaast zijn Wolspedtrans en Compensa in Polen gevestigde Poolse ondernemingen, wier rechtsverhouding wordt beheerst door Pools recht. Het is niet doelmatig dit geschil dan te laten berechten door een Nederlandse rechter. Ook ontbreek ieder aanknopingspunt met Nederland.
5.4.
Wolspedtrans voert de volgende verweren.
§15 van de verzekeringsovereenkomst bevat, gelet op de formulering van die bepaling, geen (exclusieve) forumkeuze, overeenkomstig artikel 25 Verordening Brussel I-bis, voor geschillenbeslechting voor de rechter van het land waar verzekeringnemer en verzekeraar zijn gevestigd.
Er is wel degelijk een verband met Nederland, nu het transport van Nederland naar Duitsland plaatsvond. Voorts is er een verband tussen de vordering in de hoofdzaak en in de vrijwaring.
5.5.
De vraag is of partijen een forumkeuze zijn overeengekomen op grond
waarvan de Poolse rechter exclusief bevoegd is om kennis te nemen van het geschil. Die vraag dient te worden beantwoord aan de hand van de Verordening Brussel I-bis, nu de dagvaarding na de inwerkingtreding van Verordening Brussel I-bis (10 januari 2015) is uitgebracht en sprake is van een burgerlijke en handelszaak in de zin van Verordening Brussel I-bis.
5.6.
Uitgangspunt is artikel 13 Verordening Brussel I-bis, dat bepaalt, voor zover hier van belang, dat ter zake van een aansprakelijkheidsverzekering de verzekeraar ook in vrijwaring kan worden opgeroepen voor het gerecht waar de rechtsvordering van de getroffene tegen de verzekerde aanhangig is. Partijen kunnen echter van de bevoegdheidsregels in verzekeringszaken afwijken bij een overeenkomst die voldoet aan de vereisten gesteld in artikel 15 Verordening Brussel I-bis. Een dergelijke forumkeuze moet bovendien voldoen aan de vereisten als bedoeld in artikel 25 Verordening Brussel I-bis.
5.7.
Compensa heeft betoogd dat aan de voorwaarden is voldaan waaronder volgens artikel 15 Verordening Brussel I-bis door middel van een - rechtsgeldig overeengekomen - forumkeuzebeding van de bevoegdheidsregels in verzekeringszaken kan worden afgeweken. Wolspedtrans heeft dit weersproken.
5.8.
In dit geval kan in het midden kan blijven of partijen rechtsgeldig zijn afgeweken van bevoegdheidsregels in verzekeringszaken in Verordening Brussel I-bis. Naar het oordeel van de rechtbank bevat het forumkeuzebeding namelijk geen exclusieve keuze voor de Poolse rechter. De rechtbank overweegt daartoe het volgende.
5.9.
Het komt bij dit oordeel aan op de uitleg van het door partijen overeengekomen forumkeuzebeding. Nu op de verzekeringsovereenkomst Pools recht van toepassing is, dient deze uitleg volgens Pools recht plaats te vinden. Op de mondelinge behandeling hebben partijen bevestigd dat het naar Pools recht in een geval als het onderhavige aankomt op de betekenis van de in de overeenkomst gebezigde bewoordingen.
5.10.
De rechtbank is van oordeel dat uit de wijze waarop het artikel is geredigeerd, waarbij meerdere fora worden opgesomd waar de betreffende zaak kan worden aangebracht, waaronder ook de rechter die '
volgens de algemene bevoegdheidsregels' bevoegd is, terwijl daarbij niet tot uitdrukking is gebracht dat partijen hiermee beoogden die bevoegdheidsverlening te beperken tot de Poolse gerechten dan wel hebben bedoeld de internationale bevoegdheidsregels uit te sluiten, volgt dat de forumkeuze de Poolse rechter niet bij uitsluiting bevoegd maakt.
5.11.
Hieruit volgt dat geen sprake is van een exclusieve forumkeuze als bedoeld in artikel 25 Verordening Brussel I-bis, zodat niet rechtsgeldig van de objectieve bevoegdheidsregels in verzekeringszaken is afgeweken. De rechtbank Rotterdam is dan ook ingevolge de hoofdregel van artikel 13 lid 1 Verordening Brussel I-bis bevoegd om van de vordering van Wolspedtrans tegen Compensa kennis te nemen.
5.12.
De rechtbank merkt ten overvloede op dat nu de hoofdzaak, waarin Compensa ook partij is, bij de rechtbank Rotterdam aanhangig is, het (juist) doelmatig is dat het geschil tussen Wolspedtrans en Compensa (in vrijwaring) ook in bij dezelfde rechtbank wordt behandeld. Gelet op de Nederlands partijen in de hoofdzaak, is er overigens ook een verband met Nederland.
5.13.
De incidentele vordering zal dus worden afgewezen.
5.14.
Aan de voorwaarde waaronder de vordering tot ondervrijwaring en de vordering tot voeging met de hoofdzaak zijn ingesteld is daarmee voldaan.
Het incident tot oproeping in ondervrijwaring
5.15.
Aan deze vordering heeft Compensa het volgende ten grondslag gelegd.
De in ondervrijwaring op te roepen partijen zijn - naar de stellingen van Wolspedtrans - (mogelijk) aan te merken als de veroorzakers van de schade die volgens Wolspedtrans onder de dekking van de verzekeringspolis valt. Als (mogelijke) schadeveroorzakers ligt de aansprakelijkheid voor schade bij deze partijen, waardoor zij doorgaans gehouden zijn tot betaling daarvan. Wolspedtrans heeft nagelaten deze partijen in vrijwaring op te roepen. Compensa wenst dat deze partijen (alsnog) in de procedure worden betrokken.
5.16.
Wolspedtrans voert aan dat onduidelijk is op welke gronden Compensa deze partijen in vrijwaring wil oproepen en refereert zich verder aan het oordeel van de rechtbank.
5.17.
Ingevolge artikel 210 Wetboek van Burgerlijke rechtsvordering (Rv) kan de gedaagde iemand in (onder)vrijwaring oproepen indien hij meent hiertoe gronden te hebben. Daartoe is voldoende dat de gedaagde in de hoofdzaak (in dit geval de vrijwaringsprocedure tussen Wolspedtrans en Compensa) genoegzaam stelt, dat tussen hem en de derde een rechtsverhouding bestaat krachtens welke de derde verplicht is de nadelige gevolgen van een veroordeling van gedaagde in die hoofdzaak te dragen.
5.18.
Gesteld noch gebleken is op basis van welke rechtsverhouding Compensa meent dat de in ondervrijwaring op te roepen partijen verplicht zijn de nadelige gevolgen van een veroordeling van Compensa in de vrijwaring te dragen. Ook tijdens de zitting is dit niet duidelijk geworden. Deze vordering zal daarom worden afgewezen.
Het verzoek tot voeging
5.19.
Bij haar verzoek te bepalen dat de onderhavige procedure wordt gevoegd met de reeds aanhangige hoofdprocedure heeft Compensa geen belang, nu een hoofdzaak en een vrijwaringszaak door de rechtbank gevoegd worden behandeld. Dit verzoek zal derhalve worden afgewezen.
Proceskosten
5.20.
Compensa is in het incident in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. Deze kosten van Wolspedtrans worden begroot op:
salaris advocaat € 614,00 (1 punt in liquidatietarief II) en € 178,00 aan nakosten (plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing). Dat is in totaal € 792,00.
De vrijwaringszaak
5.21.
De rechtbank zal de vrijwaringszaak naar de rol verwijzen op de reguliere termijn van 6 weken voor conclusie van antwoord. Het verzoek van Compensa om haar een termijn van 12 weken te geven wordt afgewezen, omdat Compensa niet heeft toegelicht waarom in dit geval een langere termijn dient te gelden en een voortvarende procesgang hiermee ook niet is gediend.

6.De beslissing

De rechtbank
in het incident
6.1.
wijst de incidentele vordering af,
6.2.
veroordeelt Compensa in de kosten van de procedure, aan de zijde van Compensa, begroot op € 792,00, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe. Wordt bij niet betaling het vonnis daarna betekend, dan moet Compensa € 92,00 extra betalen, plus de kosten van betekening,
6.3.
verklaart deze proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad,
in de hoofdzaak
6.4.
bepaalt dat de zaak weer op de rol zal komen van
woensdag 19 november 2025voor conclusie van antwoord.
Dit vonnis is gewezen door mr. Th. Veling en, in de tegenwoordigheid van de griffier, in het openbaar uitgesproken op 8 oktober 2025.
[2111/1980]

Voetnoten

1.Tussen Nippon Express Nederland B.V. en Nippon Express Euro Cargo B.V. als eiseressen en Wolspedtrans, Compensa en Powszechny Zaklad Ubezpieczen S.A. als gedaagden.
2.Verordening (EU) nr. 1215/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 22 december 2012 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken