Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.De procedure
- verzoekster;
- mevrouw A. Sardjoe, werkzaam bij IJsselgemeenten (hierna: schuldhulpverlening).
Rechtbank Rotterdam
Op 2 oktober 2025 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een zaak waarin verzoekster, mevrouw A. Sardjoe, een voorlopige voorziening heeft aangevraagd op grond van artikel 287b van de Faillissementswet. Verzoekster had op 26 augustus 2025 een verzoekschrift ingediend om een moratorium te verkrijgen voor een periode van zes maanden, om te voorkomen dat verweerster, Stichting Qua Wonen, het vonnis van 17 juni 2025 tot ontruiming van haar huurwoning ten uitvoer zou leggen. Tijdens de zitting op 24 september 2025 werd duidelijk dat verzoekster haar huurachterstand had opgebouwd door een opleiding, maar inmiddels fulltime werkt en haar huurtermijnen weer kan voldoen. De rechtbank heeft vastgesteld dat er sprake is van een bedreigende situatie, zoals vereist door de wet, en dat verzoekster voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat zij in staat is om de lopende huurtermijnen te voldoen. De rechtbank heeft daarom het verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening toegewezen, met de voorwaarde dat de huurtermijnen tijdig worden voldaan. Tevens is verzoekster niet-ontvankelijk verklaard in haar verzoek tot toelating tot de schuldsaneringsregeling, omdat het minnelijk traject naar verwachting niet op korte termijn zal zijn afgerond. De uitspraak biedt verzoekster de kans om haar financiële situatie te stabiliseren en haar schulden aan te pakken met hulp van schuldhulpverlening.