3.1.[gedaagden] vorderen bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
A. [gedaagden] te veroordelen de Overeenkomsten na te komen door onder meer:
a. binnen zeven dagen na de datum van het te wijzen vonnis de Overeenkomsten die namens [gedaagden] op 8 augustus 2025 aan [gedaagden] zijn gezonden (de Investment Agreement en Shareholders Agreement, Productie 13) te ondertekenen, met dien verstande dat:
i. als Schedule 4 bij de Investment Agreement het als Productie 9 bij deze dagvaarding overgelegde overzicht van milestones wordt gevoegd, waarbij partijen de voorwaarden die zij over en weer hebben gesteld aan de overeenstemming over deze milestones en die zijn opgenomen in het in de dagvaarding geciteerde gedeelte van de issue list (Productie 10, zie randnummer 37) in aanmerking zullen nemen;
ii. partijen na ondertekening van de Overeenkomsten in onderling overleg overeenstemming dienen te bereiken over de gevolgen van het niet langer toepasselijk zijn van milestone 3, alsmede over de wijze waarop de additionele investering van € 250.000,00 van Maril dient te worden verdeeld over de milestones;
iii. in artikel 11.1 sub c van de Shareholders Agreement een termijn van 3 jaren (in plaats van één jaar) zal worden opgenomen;
iv. indien de voorzieningenrechter oordeelt dat [bedrijf] zich met de e-mail van 15 augustus 2025 van [naam 1] wél heeft teruggetrokken uit de samenwerking en [gedaagden] niet instemmen met het alsnog door [bedrijf] participeren in [gedaagde 1], [bedrijf] geen partij zal zijn bij de Overeenkomsten en partijen na ondertekening van de Overeenkomsten in onderling overleg overeenstemming dienen te bereiken over de wijze waarop de gevolgen van het wegvallen van de voorziene investering door [bedrijf] ad € 250.000,00 verdeeld worden over de resterende milestones;
het ertoe te geleiden dat binnen twee maanden na de datum van het te wijzen vonnis een notariële akte van levering van aandelen wordt gepasseerd, waarmee [gedaagden] en (tenzij de voorzieningenrechter oordeelt dat [bedrijf] zich met de e-mail van 15 augustus 2025 van [naam 1] wél heeft teruggetrokken uit de samenwerking en [gedaagden] niet instemmen met het alsnog door [bedrijf] participeren in [gedaagde 1]) [bedrijf] overeenkomstig de Overeenkomsten medeaandeelhouder worden van [gedaagde 1];
B. het voorgaande op straffe van een hoofdelijk verschuldigde dwangsom van € 20.000,00 per dag (of gedeelte daarvan) dat [gedaagden], of een van hen, in gebreke blijven met de nakoming van en/of in strijd handelen met een of meer van de jegens hen uitgesproken veroordelingen, zulks met een maximum van € 1.000.000,00;
C. [gedaagden] te veroordelen om binnen zeven dagen na de datum van het te wijzen vonnis de onderhandelingen over de Overeenkomsten met [gedaagden] te hervatten en door te onderhandelen totdat er alsnog volledige overeenstemming tussen partijen is bereikt over de Overeenkomsten, een en ander met inachtneming van het volgende:
a. bij de onderhandelingen zullen als uitgangspunt worden genomen de Overeenkomsten die namens [gedaagden] op 8 augustus 2025 aan [gedaagden] zijn gezonden (de Investment Agreement en Shareholders Agreement, Productie 13), met dien verstande dat:
i. als Schedule 4 bij de Investment Agreement het als Productie 9 bij de dagvaarding overgelegde overzicht van milestones wordt gevoegd, waarbij partijen de voorwaarden die zij over en weer hebben gesteld aan de overeenstemming over deze milestones en die zijn opgenomen in het in de dagvaarding geciteerde gedeelte van de issue list (Productie 10, zie randnummer 37) in aanmerking zullen nemen;
ii. in artikel 11.1 sub c van de Shareholders Agreement een termijn van 3 jaren (in plaats van één jaar) zal worden opgenomen;
iii. indien de voorzieningenrechter oordeelt dat [bedrijf] zich met de e-mail van 15 augustus 2025 van [naam 1] wél heeft teruggetrokken uit de onderhandelingen én [gedaagden] niet instemmen met het deelnemen van [bedrijf] aan de voort te zetten onderhandelingen, [bedrijf] geen partij zal zijn bij de Overeenkomsten;
b. de onderwerpen waarover nog overeenstemming dient te worden bereikt zijn:
i. de gevolgen van het niet langer toepasselijk zijn van milestone 3;
ii. de wijze waarop de additionele investering van € 250.000,00 van Maril dient te worden verdeeld over de milestones;
iii. indien de voorzieningenrechter oordeelt dat [bedrijf] zich met de e-mail van 15 augustus 2025 van [naam 1] wél heeft teruggetrokken uit de onderhandelingen en [gedaagden] niet instemmen met het deelnemen van [bedrijf] aan de voort te zetten onderhandelingen: de wijze waarop de gevolgen van het wegvallen van de voorziene investering door [bedrijf] ad € 250.000,00 verdeeld worden over de resterende milestones;
iv. eventuele overige onderwerpen die in deze procedure aan de orde zijn geweest en waarvan de voorzieningenrechter oordeelt dat partijen daarover (nadere) overeenstemming dienen te bereiken;
c. [gedaagden] zullen binnen de in deze veroordeling gestelde termijn het eerste voorstel doen strekkende tot het bereiken van overeenstemming over de hierboven onder C.b. genoemde onderwerpen;
d. partijen zullen over en weer geen voorstellen doen (i) die eisen of voorwaarden bevatten die niet in lijn zijn met de reeds op 31 juli 2025 tussen partijen bereikte overeenstemming of (ii) die het onderhandelingsproces onnodig vertragen;
e. partijen zijn gehouden zich open en redelijk op te stellen. Voorstellen dienen reëel te zijn en te zijn gericht op het bereiken van overeenstemming. Het afwijzen van voorstellen mag niet op onredelijke gronden plaatsvinden. Partijen dienen zich overeenkomstig de eisen van redelijkheid en billijkheid (te goeder trouw) te gedragen;
f. het is [gedaagden] niet toegestaan de Overeenkomsten geen gestand te doen op de enkele grond dat partijen geen overeenstemming bereiken over de milestones;
g. partijen zullen een bindend adviseur inschakelen om eventuele resterende onderhandelingspunten te beslechten indien zij niet binnen een termijn van twee maanden na het te wijzen vonnis overeenstemming hebben bereikt over de in deze opsomming onder C.b. bedoelde onderwerpen. Deze bindend adviseur zal beslissen als goede man naar billijkheid en zal ook bepalen wie de kosten van zijn advies zal dragen;
h. [gedaagden] dienen zich gedurende de onderhandelingen met [gedaagden] over de Overeenkomsten, althans gedurende een door de voorzieningenrechter in goede justitie te bepalen termijn, te onthouden van onderhandelingen of het sluiten van overeenkomsten met derden, een en ander indien en voor zover deze onderhandelingen of overeenkomsten met derden de totstandkoming van de Overeenkomsten en/of de (beoogde) investering(en) door [gedaagden] zouden kunnen frustreren;
D. het voorgaande op straffe van een hoofdelijk verschuldigde dwangsom van € 20.000,00 per dag (of gedeelte daarvan) dat [gedaagden], of een van hen, in gebreke blijven met de nakoming van en/of in strijd handelen met een of meer van de jegens hen uitgesproken veroordelingen, zulks met een maximum van € 1.000.000,00 met dien verstande dat bij niet-nakoming van of handelen in strijd met de veroordeling als bedoeld onder C.h [gedaagden] hoofdelijk en ineens een dwangsom van € 1.000.000,00 verschuldigd zullen zijn.
E. [gedaagden] te veroordelen in de kosten van dit geding, inclusief de nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente indien deze niet binnen veertien dagen na de datum van het te wijzen vonnis zijn voldaan.