ECLI:NL:RBROT:2025:12170

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
12 september 2025
Publicatiedatum
16 oktober 2025
Zaaknummer
11545822 CV EXPL 25-3350
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van onbetaalde facturen voor levering van elektriciteit en gas met hoofdelijkheid van vennoten

In deze zaak vordert Slim met Energie B.V. betaling van onbetaalde facturen voor de levering van elektriciteit en gas aan [gedaagde 1]. De vordering betreft een bedrag van € 13.461,06, dat is ontstaan door het niet betalen van verschillende facturen door [gedaagde 1]. Slim met Energie stelt dat [gedaagde 2] en [gedaagde 3] als vennoten van [gedaagde 1] hoofdelijk aansprakelijk zijn voor deze schuld. De kantonrechter heeft vastgesteld dat [gedaagden] de facturen niet voldoende heeft betwist en dat Slim met Energie voldoende bewijs heeft geleverd van de overeenkomst en de geleverde diensten. De kantonrechter wijst de vordering van Slim met Energie grotendeels toe, inclusief een vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten van € 909,61 en wettelijke rente over de hoofdsom en de incassokosten. De proceskosten worden ook aan [gedaagden] opgelegd, omdat zij grotendeels ongelijk heeft gekregen. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad, wat betekent dat Slim met Energie het vonnis onmiddellijk kan uitvoeren, ook als [gedaagden] in hoger beroep gaat.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

locatie Rotterdam
zaaknummer: 11545822 CV EXPL 25-3350
datum uitspraak: 12 september 2025
Vonnis van de kantonrechter
in de zaak van
Slim met Energie B.V.,
vestigingsplaats: Maastricht,
eiseres,
gemachtigde: Smaal Finance Incasso B.V.,
tegen

1.[gedaagde 1],

vestigingsplaats: Schiedam,
2. [gedaagde 2],
woonplaats: Schiedam,
3. [gedaagde 3],
woonplaats: Schiedam,
gedaagden,
gemachtigde: mr. M. Azdoufali.
Eiseres wordt hierna ‘Slim met Energie’ genoemd en de gedaagden worden hierna gezamenlijk ‘[gedaagden]’ genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:
  • de dagvaarding van 10 december 2024, met bijlagen;
  • het antwoord;
  • de repliek, met bijlagen;
  • de dupliek.

2.De beoordeling

Wat is de kern?
2.1.
Slim met Energie stelt dat [gedaagde 1] met haar een overeenkomst heeft gesloten voor de levering van elektriciteit en gas. Volgens Slim met Energie heeft zij in het kader van deze overeenkomst van 12 augustus 2021 tot en met 29 augustus 2023 elektriciteit en gas aan [gedaagde 1] geleverd. Slim met Energie stelt dat [gedaagde 1] verschillende facturen (gedeeltelijk) onbetaald heeft gelaten, waardoor een betalingsachterstand van € 13.461,06 is ontstaan. Volgens Slim met Energie zijn [gedaagde 2] en [gedaagde 3] als vennoten van [gedaagde 1] hoofdelijk verbonden voor de verbintenissen van [gedaagde 1]. Slim met Energie eist daarom dat [gedaagden] hoofdelijk wordt veroordeeld om € 13.461,06 aan haar te betalen. Omdat [gedaagden] niet op tijd heeft betaald, eist Slim met Energie dat zij ook een vergoeding voor de buitengerechtelijke incassokosten en de rente aan haar moet betalen.
2.2.
[gedaagden] is het niet eens met de eis van Slim met Energie. Volgens [gedaagden] heeft Slim met Energie haar vordering onvoldoende onderbouwd. [gedaagden] erkent dat [gedaagde 1] elektriciteit en gas geleverd heeft gekregen van Slim met Energie, maar zij betwist de hoogte van de facturen. Verder betwist [gedaagden] dat Slim met Energie aanspraak kan maken op een vergoeding voor de buitengerechtelijke incassokosten en de rente.
2.3.
De kantonrechter wijst de eis van Slim met Energie grotendeels toe. Hierna wordt uitgelegd waarom.
Er is geen sprake van schending van de waarheidsplicht
2.4.
[gedaagden] stelt dat Slim met Energie de waarheidsplicht heeft geschonden. De kantonrechter volgt [gedaagden] hierin niet. Artikel 21 Rv verplicht partijen de voor de beslissing van belang zijnde feiten volledig en naar waarheid aan te voeren. Naar het oordeel van de kantonrechter heeft Slim met Energie voldoende feiten en omstandigheden gesteld om haar eis te onderbouwen. In de dagvaarding stelt Slim met Energie immers dat partijen een overeenkomst voor de levering van elektriciteit en gas hebben gesloten, dat Slim met Energie in het kader van deze overeenkomst elektriciteit en gas aan [gedaagden] heeft geleverd en dat [gedaagden] de facturen hiervoor tot op heden niet (volledig) heeft betaald. Daarbij is geenszins gebleken dat Slim met Energie in strijd met de waarheid heeft verklaard. De omstandigheid dat bij de dagvaarding een schriftelijke overeenkomst en een nadere specificatie/onderbouwing van de facturen ontbreekt, levert naar het oordeel van de kantonrechter geen schending van de waarheidsplicht op. Slim met Energie kan immers in beginsel volstaan met stellen dat partijen een overeenkomst hebben gesloten en dat zij in het kader daarvan elektriciteit en gas aan [gedaagden] heeft geleverd. Daarbij heeft [gedaagden] het bestaan van de overeenkomst niet betwist en heeft Slim met Energie bij repliek alsnog een nadere specificatie/onderbouwing van de facturen overgelegd.
[gedaagden] heeft onvoldoende gemotiveerd betwist dat de facturen niet kloppen
2.5.
[gedaagden] heeft bij antwoord erkend dat zij energie (elektriciteit en gas) geleverd heeft gekregen van Slim met Energie. Zij heeft voorts het bestaan van de overeenkomst voor het leveren van elektriciteit en gas met Slim met Energie niet betwist. De kantonrechter gaat er daarom in het navolgende vanuit dat tussen partijen niet in geschil is dat zij een overeenkomst hebben gesloten en dat Slim met Energie in het kader van die overeenkomst elektriciteit en gas aan [gedaagden] heeft geleverd. [gedaagden] betwist de geldigheid en toepasselijkheid van de algemene voorwaarden van Slim met Energie maar, anders dan [gedaagden] stelt, beroept Slim met Energie zich niet op die algemene voorwaarden.
2.6.
Slim met Energie eist in deze procedure betaling van vier facturen. De kantonrechter leidt uit de stukken af het gaat om één voorschotnota, twee jaarafrekeningen en één eindafrekening. De kantonrechter begrijpt uit hetgeen [gedaagden] naar voren heeft gebracht dat zij de hoogte van de facturen betwist. Volgens [gedaagden] heeft Slim met Energie de facturen onvoldoende onderbouwd, waardoor zij de juistheid ervan niet kan controleren.
2.7.
Slim met Energie heeft, naar aanleiding van het antwoord van [gedaagden], bij repliek de specificaties behorende bij de vier facturen overgelegd. Anders dan [gedaagden] meent, is de kantonrechter van oordeel dat deze specificaties voldoende informatie bevatten om de juistheid van de facturen te controleren. Op de specificatie behorende bij de voorschotnota van 15 maart 2023 (factuurnummer 230217119) staat immers duidelijk vermeld hoe het voorschotbedrag is opgebouwd/berekend. Op de specificaties behorende bij de jaarafrekeningen en de eindafrekening staat duidelijk aangegeven wat het totale energieverbruik over de betreffende periode is geweest, welk tarief gehanteerd wordt, welk bedrag aan voorschotten reeds in rekening is gebracht (en derhalve in mindering strekt) en welke meterstanden gehanteerd zijn. Zo staat op de specificatie behorende bij de factuur van 23 juni 2023 (factuurnummer 202314573) aangegeven dat het verbruik over de betreffende periode 420 m3 is geweest, dat de vaste leveringskosten per dag € 0,32679 en de variabele leveringskosten per eenheid € 1,01281 bedragen en dat aan voorschotten reeds € 619,00 in rekening is gebracht. Ook de gehanteerde meterstanden staan op de specificatie onder het kopje ‘meterstanden’ vermeld. Ditzelfde geldt voor de specificaties behorende bij de factuur van 23 augustus 2023 (factuurnummer 230079610) en 27 september 2023 (factuurnummer 230722676).
2.8.
Nu [gedaagden] de hoogte van de facturen betwist, had het op haar weg gelegen om aan de hand van de door Slim met Energie overgelegde specificaties duidelijk te maken op welke punten de facturen volgens haar niet kloppen en waarom niet. [gedaagden] heeft dit niet gedaan.
De kantonrechter is daarom van oordeel dat [gedaagden] de hoogte van de facturen onvoldoende gemotiveerd heeft betwist. Daarbij merkt de kantonrechter op dat, voor zover [gedaagden] meent dat de door Slim met Energie gehanteerde meterstanden niet kloppen, het op haar weg had gelegen om de juiste meterstanden over te leggen. Slim met Energie heeft in dit verband namelijk onbetwist gesteld dat zij [gedaagden] destijds om de meterstanden heeft verzocht, maar dat zij deze nooit van [gedaagden] heeft mogen ontvangen en daardoor genoodzaakt is geweest de meterstanden zelf te berekenen.
2.9.
Het voorgaande brengt de kantonechter tot het oordeel dat [gedaagden] gehouden is de facturen van in totaal € 13.461,06 aan Slim met Energie te betalen.
[gedaagden] wordt hoofdelijk veroordeeld om € 13.461,06 aan Slim met Energie te betalen
2.10.
[gedaagden] stelt dat [gedaagde 2] en [gedaagde 3] slechts aansprakelijk zijn voor de schuld van [gedaagde 1] indien sprake is van correcte tenaamstelling, correspondentie en onderbouwing daarvan. De kantonrechter kan [gedaagden] hierin niet volgen. Blijkens het door Slim met Energie overgelegde uittreksel van de Kamer van Koophandel zijn [gedaagde 2] en [gedaagde 3] vennoten van [gedaagde 1]. Op grond van artikel 18 Wvk zijn zij derhalve hoofdelijk verbonden voor de verbintenissen van [gedaagde 1]. De kantonrechter veroordeelt daarom [gedaagden] hoofdelijk om € 13.461,06 aan Slim met Energie te betalen.
[gedaagden] moet incassokosten van € 909,61 betalen
2.11.
[gedaagden] moet Slim met Energie een vergoeding voor de buitengerechtelijke incassokosten van € 909,61 betalen, omdat aan alle voorwaarden is voldaan om deze kosten vergoed te krijgen (artikel 6:96 BW). Vaststaat namelijk dat [gedaagden] de facturen tot op heden niet (volledig) heeft betaald en dat Slim met Energie, om betaling van de facturen te krijgen, incassowerkzaamheden heeft verricht. [gedaagden] erkent immers dat zij sommatiebrieven van de incassogemachtigde van Slim met Energie heeft ontvangen; op die wijze is [gedaagden] naar eigen zeggen voor het eerst bekend geraakt met de facturen. Daarbij is, anders dan [gedaagden] meent, van cumulatie van incassokosten geen sprake. Het bedrag van € 909,61 is het bedrag waar Slim met Energie volgens het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten recht op heeft.
[gedaagden] moet vanaf 9 oktober 2024 rente over de facturen betalen
2.12.
De wettelijke rente over de hoofdsom wordt toegewezen, omdat Slim met Energie genoeg heeft gesteld waaruit volgt dat deze moet worden betaald en [gedaagden] dat onvoldoende heeft betwist. De kantonrechter begrijpt dat tussen partijen in geschil is vanaf welk moment [gedaagden] rente aan Slim met Energie verschuldigd is.
2.13.
Slim met Energie stelt dat [gedaagden] in verzuim is vanaf de respectievelijke vervaldata van de facturen. [gedaagden] betwist dat zij op enig moment de facturen van Slim met Energie heeft ontvangen. Volgens [gedaagden] heeft zij pas voor het eerst kennis genomen van de facturen op het moment dat zij de brieven van de incassogemachtigde van Slim met Energie ontving. Slim met Energie heeft geen stukken overgelegd waaruit blijkt dat de facturen, waarin een uiterste betaaldatum is opgenomen, ook daadwerkelijk door [gedaagden] zijn ontvangen. Naar het oordeel van de kantonrechter is daarom niet vast komen te staan dat [gedaagden] de facturen heeft ontvangen en – in het verlengde daarvan – dat [gedaagden] in verzuim is komen te verkeren vanaf de respectievelijke vervaldata van de facturen.
2.14.
Slim met Energie stelt verder dat zij, toen betaling uitbleef, [gedaagden] heeft aangemaand tot betaling. Volgens Slim met Energie heeft haar incassogemachtigde voor het eerst op 1 oktober 2024 een
correcteaanmaning (met het juiste bedrag) aan [gedaagden] gestuurd. In deze aanmaning is een betaaltermijn van 8 dagen na dagtekening opgenomen. [gedaagden] heeft de ontvangst van deze aanmaning niet betwist. Gelet hierop wijst de kantonrechter de rente toe vanaf 9 oktober 2024 (artikel 6:82 lid 1 BW).
[gedaagden] moet vanaf 9 oktober 2024 rente over de incassokosten betalen
2.15.
De rente over de incassokosten wordt toegewezen, omdat Slim met Energie voldoende heeft gesteld waaruit volgt dat deze moet worden betaald en [gedaagden] dat niet heeft betwist. Slim met Energie eist rente over de incassokosten vanaf 4 januari 2024, maar blijkens haar eigen stellingen heeft haar incassogemachtigde pas op 5 januari 2024 voor het eerst incassowerkzaamheden verricht. Gelet op de omstandigheid dat de eerste
correcteaanmaning (met het juiste bedrag), waarin tevens de incassokosten in rekening wordt gebracht, op 1 oktober 2024 naar [gedaagden] is gestuurd en in die aanmaning een betaaltermijn van 8 dagen na dagtekening is opgenomen, wijst de kantonrechter de rente over de incassokosten toe vanaf 9 oktober 2024 (artikel 6:82 lid 1 BW).
[gedaagden] moet de proceskosten betalen
2.16.
De proceskosten komen voor rekening van [gedaagden], omdat zij voor het grootste deel ongelijk krijgt (artikel 237 Rv). De kantonrechter begroot de kosten die [gedaagden] aan Slim met Energie moet betalen op € 115,22 aan dagvaardingskosten, € 1.461,00 aan griffierecht, € 812,00 aan salaris voor de gemachtigde (twee punten x € 406,00) en € 135,00 aan nakosten. Dat is in totaal € 2.523,22. Hier kan nog een bedrag bij komen als dit vonnis wordt betekend.
Dit vonnis is uitvoerbaar bij voorraad
2.17.
Dit vonnis wordt uitvoerbaar bij voorraad verklaard, omdat Slim met Energie dat eist en [gedaagden] daar geen bezwaar tegen heeft gemaakt (artikel 233 Rv). Dat betekent dat het vonnis meteen mag worden uitgevoerd, ook als één van de partijen aan een hogere rechter vraagt om de zaak opnieuw te beoordelen.

3.De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
veroordeelt [gedaagden] hoofdelijk om aan Slim met Energie te betalen € 13.461,06 met de wettelijke rente zoals bedoeld in artikel 6:119a BW over dit bedrag vanaf 9 oktober 2024 tot de dag dat volledig is betaald;
3.2.
veroordeelt [gedaagden] hoofdelijk om aan Slim met Energie te betalen € 909,61 met de wettelijke rente zoals bedoeld in artikel 6:119 BW over dit bedrag vanaf 9 oktober 2024 tot de dag dat volledig is betaald;
3.3.
veroordeelt [gedaagden] hoofdelijk in de proceskosten, die aan de kant van Slim met Energie worden begroot op € 2.523,22;
3.4.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
3.5.
wijst al het andere af.
Dit vonnis is gewezen door mr. G.A. Vriezen en in het openbaar uitgesproken.
62828