In deze zaak heeft [persoon A] in 2021 een auto geleased van Volkswagen Pon Financial Services B.V. (hierna: Volkswagen). [persoon A] heeft echter de leasebetalingen niet gedaan, wat heeft geleid tot ontbinding van de overeenkomst en inname van de auto door Volkswagen. De zaak is aanhangig gemaakt omdat de goederen van [persoon A] onder bewind zijn gesteld. Volkswagen vordert dat de bewindvoerder van [persoon A] wordt veroordeeld tot betaling van de achterstallige leasebedragen, kosten van inname, schadeherstel, rente en incassokosten.
Tijdens de procedure heeft de bewindvoerder betwist dat [persoon A] op de hoogte was van de inname van de auto, omdat de correspondentie naar haar oude adres was gestuurd. De kantonrechter heeft echter geoordeeld dat de bewindvoerder de hoofdsom van de leasebetalingen moet voldoen, omdat de verschuldigdheid van de leasetermijnen niet is betwist. De kantonrechter heeft ook de kosten van transport, inname en schadeherstel toegewezen, ondanks de argumenten van [persoon A] over het niet ontvangen van de brieven.
Daarnaast zijn de incassokosten en rente toegewezen aan Volkswagen, omdat aan de voorwaarden voor vergoeding is voldaan. De proceskosten zijn eveneens voor rekening van de bewindvoerder, omdat deze ongelijk heeft gekregen. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat Volkswagen het vonnis onmiddellijk kan uitvoeren, zelfs als er hoger beroep wordt aangetekend.