ECLI:NL:RBROT:2025:12189

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
5 september 2025
Publicatiedatum
17 oktober 2025
Zaaknummer
11446602 CV EXPL 24-31538
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis inzake huurkoop en betalingsachterstand tussen Volkswagen Pon Financial Services B.V. en bewindvoerder van persoon A

In deze zaak heeft [persoon A] in 2021 een auto geleased van Volkswagen Pon Financial Services B.V. (hierna: Volkswagen). [persoon A] heeft echter de leasebetalingen niet gedaan, wat heeft geleid tot ontbinding van de overeenkomst en inname van de auto door Volkswagen. De zaak is aanhangig gemaakt omdat de goederen van [persoon A] onder bewind zijn gesteld. Volkswagen vordert dat de bewindvoerder van [persoon A] wordt veroordeeld tot betaling van de achterstallige leasebedragen, kosten van inname, schadeherstel, rente en incassokosten.

Tijdens de procedure heeft de bewindvoerder betwist dat [persoon A] op de hoogte was van de inname van de auto, omdat de correspondentie naar haar oude adres was gestuurd. De kantonrechter heeft echter geoordeeld dat de bewindvoerder de hoofdsom van de leasebetalingen moet voldoen, omdat de verschuldigdheid van de leasetermijnen niet is betwist. De kantonrechter heeft ook de kosten van transport, inname en schadeherstel toegewezen, ondanks de argumenten van [persoon A] over het niet ontvangen van de brieven.

Daarnaast zijn de incassokosten en rente toegewezen aan Volkswagen, omdat aan de voorwaarden voor vergoeding is voldaan. De proceskosten zijn eveneens voor rekening van de bewindvoerder, omdat deze ongelijk heeft gekregen. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat Volkswagen het vonnis onmiddellijk kan uitvoeren, zelfs als er hoger beroep wordt aangetekend.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

locatie Rotterdam
zaaknummer: 11446602 CV EXPL 24-31538
datum uitspraak: 5 september 2025
Vonnis van de kantonrechter
in de zaak van
Volkswagen Pon Financial Services B.V.,
vestigingsplaats: Amersfoort,
eiseres,
gemachtigde: Jongejan Wisseborn gerechtsdeurwaarders,
tegen
[naam bewindvoerder] .,
in haar hoedanigheid van bewindvoerder van [persoon A] , wonende te Rotterdam,
vestigingsplaats: [vestigingsplaats] ,
gedaagde,
gemachtigde: mr. S.G.H. Langeweg.
De partijen worden hierna ‘Volkswagen’ en ‘de bewindvoerder’ genoemd. [persoon A] wordt hierna ‘ [persoon A] ’ genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:
  • het vonnis van de rechtbank Midden-Nederland van 20 november 2024 in het bevoegdheidsincident en de daarin genoemde stukken;
  • het exploot van oproeping van 28 november 2024;
  • het antwoord;
  • de akte van Volkswagen, met bijlagen.
1.2.
Op 24 juli 2025 is de zaak tijdens een zitting besproken. Daarbij waren aanwezig:
  • de heer mr. P. Zeeman namens de gemachtigde van Volkswagen;
  • mevrouw [persoon B] namens de bewindvoerder, bijgestaan door de gemachtigde.

2.De beoordeling

Waar gaat de zaak over?
2.1.
[persoon A] heeft in 2021 een auto geleased van Volkswagen. [persoon A] moest elke maand een leasebedrag aan Volkswagen betalen, maar dat heeft zij niet gedaan. Volkswagen heeft daarom de overeenkomst ontbonden en de auto ingenomen. Inmiddels zijn de goederen van [persoon A] onder bewind gesteld. Volkswagen eist in deze procedure dat de kantonrechter de bewindvoerder veroordeelt de achterstand, de kosten van de inname en schadeherstel, rente en incassokosten te betalen.
2.2.
[persoon A] en de bewindvoerder zijn het niet eens met de eis. [persoon A] is verhuisd en heeft de brieven van Volkswagen, die naar haar oude adres en/of naar haar voormalige bewindvoerder zijn gestuurd, niet ontvangen. [persoon A] wist dus niet dat de auto zou worden ingenomen en zij is niet in de gelegenheid gesteld om kosten te voorkomen. Wel klopt het dat [persoon A] , vanwege betalingsonmacht, enkele leasetermijnen niet heeft betaald.
2.3.
Volkswagen wordt in het gelijk gesteld. Hierna wordt toegelicht waarom.
De bewindvoerder moet de hoofdsom betalen
2.4.
De verschuldigdheid van de leasetermijnen is niet betwist. Dit deel van de eis wordt daarom toegewezen. De kantonrechter begrijpt dat het voor [persoon A] financieel niet makkelijk is, maar dat betekent niet dat zij te laat mag betalen.
2.5.
De transport- en innamekosten en de kosten van het schadeherstel worden ook toegewezen. Dat de brieven naar het oude adres van [persoon A] zijn gegaan en dat zij daarom niet wist dat zij de auto inclusief sleutels moest inleveren, maakt niet dat zij deze kosten niet hoeft te betalen. [persoon A] (dan wel haar voormalige bewindvoerder) was immers zelf verantwoordelijk voor het doorgeven van haar nieuwe adres aan Volkswagen. Dat dit niet is gebeurd, komt voor risico van [persoon A] . Bovendien had [persoon A] moeten begrijpen dat zij geen recht meer zou hebben om de auto te gebruiken nadat zij de leasetermijnen al een aantal maanden niet meer had betaald.
De bewindvoerder moet incassokosten en rente betalen
2.6.
De incassokosten van € 657,73 (exclusief btw) worden toegewezen, omdat aan alle voorwaarden is voldaan om deze kosten vergoed te krijgen (artikel 6:96 BW). Dat de voormalige bewindvoerder van [persoon A] de 14-dagenbrief niet naar haar zou hebben doorgestuurd, staat niet aan toewijzing in de weg. Als dat waar is, begrijpt de kantonrechter dat dit een vervelende situatie is voor [persoon A] , maar dit is een aangelegenheid tussen [persoon A] en haar voormalige bewindvoerder waar Volkswagen buiten staat.
2.7.
De rente wordt ook toegewezen, omdat Volkswagen genoeg heeft gesteld waaruit volgt dat deze moet worden betaald en de bewindvoerder dat niet heeft betwist. Berekend tot 9 juli 2024 bedraagt de rente € 181,69.
De bewindvoerder moet de proceskosten betalen
2.8.
De proceskosten komen voor rekening van de bewindvoerder, omdat zij ongelijk krijgt (artikel 237 Rv). De kantonrechter begroot de kosten die de bewindvoerder aan Volkswagen moet betalen op € 116,39 aan dagvaardingskosten, € 524,- aan griffierecht, € 678,- aan salaris voor de gemachtigde (2 punten x € 339,-) en € 135,- aan nakosten. Dat is in totaal € 1.453,39. Hier kan nog een bedrag bij komen als dit vonnis wordt betekend.
Dit vonnis is uitvoerbaar bij voorraad
2.9.
Dit vonnis wordt uitvoerbaar bij voorraad verklaard, omdat Volkswagen dat eist en de bewindvoerder daar geen bezwaar tegen heeft gemaakt (artikel 233 Rv). Dat betekent dat het vonnis meteen mag worden uitgevoerd, ook als één van de partijen aan een hogere rechter vraagt om de zaak opnieuw te beoordelen.
3.1.
veroordeelt de bewindvoerder om aan Volkswagen te betalen € 6.494,- met de wettelijke rente zoals bedoeld in artikel 6:119 BW over een bedrag van € 5.654,58 vanaf 10 juli 2024 tot de dag dat volledig is betaald;
3.2.
veroordeelt de bewindvoerder in de proceskosten, die aan de kant van Volkswagen worden begroot op € 1.453,39;
3.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. G.A. Vriezen en in het openbaar uitgesproken.
43416