ECLI:NL:RBROT:2025:12191

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
26 september 2025
Publicatiedatum
17 oktober 2025
Zaaknummer
11563626 CV EXPL 25-4470
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Huurkoopovereenkomst ontbonden; verplichting tot afgifte van de auto en betaling van achterstallige bedragen

In deze zaak heeft Hiltermann Lease B.V. een leaseovereenkomst met [gedaagde] gesloten voor een Ford FOCUS. [gedaagde] heeft echter zijn betalingsverplichtingen niet nagekomen, waardoor Hiltermann de overeenkomst heeft ontbonden. Hiltermann vordert in deze procedure dat de kantonrechter [gedaagde] veroordeelt om de auto terug te geven, de achterstallige betalingen te voldoen en schadevergoeding te betalen. Tijdens de zitting op 21 augustus 2025 was [gedaagde] niet aanwezig, maar hij heeft wel erkend dat hij de leasebetalingen niet heeft gedaan en dat hij het financieel moeilijk heeft. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de huurkoopovereenkomst is ontbonden, omdat [gedaagde] de feiten uit de dagvaarding niet heeft betwist. De kantonrechter heeft [gedaagde] veroordeeld om de auto binnen 72 uur na betekening van het vonnis terug te geven aan Hiltermann, met een dwangsom van € 400,- per dag bij niet-naleving, tot een maximum van € 14.000,-. Daarnaast moet [gedaagde] een hoofdsom van € 10.110,63 betalen, inclusief rente, en is hij aansprakelijk voor incassokosten en proceskosten. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat Hiltermann het vonnis direct kan uitvoeren, ook als [gedaagde] in hoger beroep gaat.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

locatie Rotterdam
zaaknummer: 11563626 CV EXPL 25-4470
datum uitspraak: 26 september 2025
Vonnis van de kantonrechter
in de zaak van
Hiltermann Lease B.V.,
vestigingsplaats: Hoofddorp,
eiseres,
gemachtigde: Janssen & Janssen c.s. Gerechtsdeurwaarders,
tegen
[gedaagde] ,die handelt onder de naam
[handelsnaam] ,
woonplaats: Rotterdam,
gedaagde,
die zelf procedeert.
De partijen worden hierna ‘Hiltermann’ en ‘ [gedaagde] ’ genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:
  • de dagvaarding van 17 februari 2025, met bijlagen;
  • het antwoord.
1.2.
Op 21 augustus 2025 is de zaak tijdens een zitting besproken. Daarbij was namens Hiltermann de heer [persoon A] aanwezig, bijgestaan door de heer [persoon B] namens de gemachtigde. [gedaagde] is niet verschenen.

2.De beoordeling

Waar gaat de zaak over?
2.1.
[gedaagde] heeft van Hiltermann een Ford FOCUS met kenteken [kentekennummer] geleased. [gedaagde] moest elke maand een leasebedrag aan Hiltermann betalen, maar dat heeft hij niet gedaan. Hiltermann heeft daarom de overeenkomst ontbonden. Zij eist in deze procedure dat de kantonrechter [gedaagde] veroordeelt de auto terug te geven op straffe van een dwangsom, de achterstand te betalen en de schade van Hiltermann te vergoeden.
2.2.
[gedaagde] heeft aangegeven dat de eis klopt en heeft uitgelegd dat hij het financieel moeilijk heeft. [gedaagde] wil de auto houden, omdat hij hem nodig heeft voor zijn werk.
2.3.
Hiltermann wordt in het gelijk gesteld. Hierna wordt toegelicht waarom.
De overeenkomst is ontbonden
2.4.
[gedaagde] heeft niet aangegeven dat de feiten die in de dagvaarding staan niet kloppen. Die staan daarom in deze zaak vast. Op basis daarvan verklaart de kantonrechter voor recht dat de huurkoopovereenkomst over de auto is ontbonden.
[gedaagde] moet de auto afgeven
2.5.
De eis tot afgifte van de auto wordt toegewezen. [gedaagde] moet de auto teruggeven aan Hiltermann, omdat de overeenkomst is ontbonden. Hierdoor heeft [gedaagde] geen recht meer om de auto te gebruiken. De kantonrechter begrijpt dat [gedaagde] de auto nodig heeft voor zijn werk, maar dat betekent niet dat Hiltermann moet accepteren dat hij in de auto blijft rijden terwijl Hiltermann het recht heeft om die terug te krijgen. De kantonrechter stelt het maximum van de dwangsom vast op een bedrag dat de kantonrechter redelijk vindt.
[gedaagde] moet de hoofdsom, incassokosten en rente betalen
2.6.
De geëiste hoofdsom wordt toegewezen, omdat [gedaagde] heeft erkend dat hij dit bedrag moet betalen. De kantonrechter begrijpt dat het voor [gedaagde] financieel niet makkelijk is, maar dat betekent niet dat hij te laat mag betalen. Wel geldt dat, indien de auto wordt ingeleverd en vervolgens verkocht door Hiltermann, de verkoopopbrengst in mindering wordt gebracht op de openstaande vordering.
2.7.
De incassokosten van € 929,66 (inclusief btw) worden eveneens toegewezen, omdat aan alle voorwaarden is voldaan om deze kosten vergoed te krijgen (artikel 6:96 BW).
2.8.
De contractuele rente van 18% per jaar wordt toegewezen, omdat Hiltermann genoeg heeft gesteld waaruit volgt dat deze moet worden betaald en [gedaagde] dat niet heeft betwist. Berekend tot 13 februari 2025 bedraagt de rente € 67,61.
Kosten inname auto en aangifte politie worden toegewezen
2.9.
Als [gedaagde] de auto niet op tijd afgeeft aan Hiltermann en Hiltermann de auto inneemt en aangifte doet bij de politie, moet [gedaagde] de schade die Hiltermann hierdoor lijdt vergoeden. [gedaagde] heeft dit ook niet betwist, zodat ook dit deel van de eis wordt toegewezen.
[gedaagde] moet de proceskosten betalen
2.10.
De proceskosten komen voor rekening van [gedaagde] , omdat hij ongelijk krijgt (artikel 237 Rv). De kantonrechter begroot de kosten die [gedaagde] aan Hiltermann moet betalen op € 120,21 aan dagvaardingskosten, € 543,- aan griffierecht, € 812,- aan salaris voor de gemachtigde (2 punten × € 406,-) en € 135,- aan nakosten. Dat is in totaal € 1.610,21. Hier kan nog een bedrag bij komen als dit vonnis wordt betekend.
Dit vonnis is uitvoerbaar bij voorraad
2.11.
Dit vonnis wordt uitvoerbaar bij voorraad verklaard, omdat Hiltermann dat eist en [gedaagde] daar geen bezwaar tegen heeft gemaakt (artikel 233 Rv). Dat betekent dat het vonnis meteen mag worden uitgevoerd, ook als één van de partijen aan een hogere rechter vraagt om de zaak opnieuw te beoordelen.

3.De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
verklaart voor recht dat de huurkoopovereenkomst over de Ford FOCUS met kenteken [kentekennummer] is ontbonden;
3.2.
veroordeelt [gedaagde] de Ford FOCUS met kenteken [kentekennummer] binnen 72 uur nadat dit vonnis is betekend af te geven aan Hiltermann of aan iemand die door Hiltermann is aangewezen en bepaalt dat als [gedaagde] dit niet doet hij aan Hiltermann een dwangsom moet betalen van € 400,- per dag met een maximum van € 14.000,-;
3.3.
veroordeelt [gedaagde] om aan Hiltermann te betalen € 10.110,63 met de overeengekomen rente van 18% per jaar over € 9.296,59 vanaf 17 februari 2025 tot de dag dat volledig is betaald en bepaalt dat als [gedaagde] de auto inlevert en Hiltermann de auto vervolgens verkoopt, de opbrengst afgaat van het bedrag dat [gedaagde] moet betalen;
3.4.
veroordeelt [gedaagde] om aan Hiltermann te betalen € 859,10 aan kosten als [gedaagde] de auto niet op tijd afgeeft en Hiltermann deze moet innemen;
3.5.
veroordeelt [gedaagde] om aan Hiltermann te betalen € 211,75 aan kosten als [gedaagde] de auto niet op tijd afgeeft en Hiltermann aangifte moet doen bij de politie;
3.6.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, die aan de kant van Hiltermann worden begroot op € 1.610,21;
3.7.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. M. Fiege en in het openbaar uitgesproken.
43416