In deze zaak heeft Achmea Schadeverzekeringen N.V., handelend onder de naam FBTO, een vordering ingesteld tegen een gedaagde die zelf procedeert. De vordering betreft de terugbetaling van een schadeclaim die FBTO heeft uitbetaald aan de gemeente Vlaardingen na een ongeval waarbij de gedaagde een lantaarnpaal heeft geraakt. FBTO stelt dat de verzekering geen dekking biedt voor de schade, omdat de gedaagde de plaats van het ongeval heeft verlaten en de schade niet tijdig heeft gemeld. De gedaagde heeft pas maanden later een schadeformulier ingediend, wat FBTO als een schending van de polisvoorwaarden beschouwt.
De kantonrechter heeft de vordering van FBTO afgewezen. De rechter oordeelt dat FBTO niet voldoende heeft aangetoond dat zij nadeel heeft geleden door de late melding van de schade of het verlaten van de plaats van het ongeval. De rechter concludeert dat FBTO niet kan stellen dat de verzekering geen dekking biedt op basis van de aangevoerde argumenten. Daarnaast is de kantonrechter van mening dat de proceskosten voor rekening van FBTO komen, omdat zij ongelijk heeft gekregen in deze procedure. De kosten worden begroot op nihil, aangezien de gedaagde zonder gemachtigde procedeert.
Het vonnis is uitgesproken op 10 oktober 2025 door de kantonrechter M. Fiege en is openbaar gemaakt op dezelfde dag. De zaak is geregistreerd onder zaaknummer 11707936 CV EXPL 25-12077.