Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 3 december 2024, met bijlagen;
- het antwoord;
- de e-mail van [gedaagde] , met bijlagen;
- de akte voor comparitie van F.T. Vastgoed, met bijlage.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 10 oktober 2025 uitspraak gedaan in een huurgeschil tussen F.T. Vastgoed B.V. en een gedaagde huurder. De huurder, die sinds 5 juni 2014 een woning huurt van F.T. Vastgoed, heeft een huurachterstand opgebouwd van € 5.663,94 tot en met september 2025. F.T. Vastgoed heeft de kantonrechter verzocht om de huurovereenkomst te ontbinden en de huurder te veroordelen tot betaling van de achterstand, inclusief rente en kosten. De huurder erkent de achterstand, maar vraagt om een laatste kans om zijn situatie te verbeteren, gezien zijn moeilijke periode.
De kantonrechter heeft geoordeeld dat de huurachterstand ernstig genoeg is om de huurovereenkomst te ontbinden, ondanks de omstandigheden van de huurder. De rechter heeft vastgesteld dat de huurder de huurachterstand moet betalen en de woning moet ontruimen binnen veertien dagen na betekening van het vonnis. Tevens is de huurder veroordeeld tot betaling van een gebruiksvergoeding van € 649,59 per maand tot de ontruiming. De kantonrechter heeft de incassokosten en rente afgewezen, omdat er sprake was van een oneerlijk boetebeding in de algemene voorwaarden van F.T. Vastgoed. De proceskosten zijn voor rekening van de huurder, die grotendeels ongelijk heeft gekregen. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat het onmiddellijk kan worden uitgevoerd, ook als er hoger beroep wordt aangetekend.
Dit vonnis benadrukt de verantwoordelijkheden van huurders om op tijd te betalen en de gevolgen van huurachterstand, evenals de bescherming tegen oneerlijke contractuele bepalingen.