ECLI:NL:RBROT:2025:12285
Rechtbank Rotterdam
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot wraking van de rechter na einduitspraak in civiele zaak
Op 17 oktober 2025 heeft de meervoudige wrakingskamer van de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een wrakingsverzoek van een verzoeker. Het verzoek tot wraking was ingediend na een einduitspraak door de rechter in de hoofdzaak, die betrekking had op het verwijderen van een BKR-registratie. De rechtbank oordeelde dat het wrakingsverzoek niet-ontvankelijk was, omdat de rechter in de hoofdzaak al een eindbeslissing had gegeven op 19 september 2025. Dit betekende dat de behandeling van de hoofdzaak was geëindigd en dat het doel van de wraking, namelijk het waarborgen van de onpartijdigheid van de rechter, niet meer kon worden bereikt. De rechtbank verklaarde verzoeker niet-ontvankelijk in zijn verzoek tot wraking, met toepassing van het Wrakingsprotocol van de rechtbank. De beslissing werd openbaar uitgesproken en er stond geen rechtsmiddel open tegen deze uitspraak.