Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
De tekst van de gewijzigde tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.
3.Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het onder 1 primair, 2 en 3 ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte voor het onder 1 primair en 2 ten laste gelegde tot een gevangenisstraf voor de duur van 4 jaar en een ontzegging van de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen voor de duur van 5 jaar;
- veroordeling van de verdachte van het onder 3 ten laste gelegde tot een hechtenis voor de duur van 2 weken.
4.Bewezenverklaring zonder nadere motivering feit 3
5.Bewijswaardering feit 1 en 2
accident’ zei. Verdachte wist dus heel goed dat hij iemand geraakt had.
‘accident’de zijspiegel bedoelde. Het chatgesprek met Kamil over het letsel van de aangever wijst niet op daderkennis, maar komt van horen zeggen. De verdachte betwist niet dat hij iets te hard heeft gereden, maar hij reed geen 122 km/u. De snelheidsovertreding, eventueel samen met het niet beschikken over een rijbewijs, zijn volgens de vaste jurisprudentie van de Hoge Raad echter onvoldoende om van schuld in de zin van artikel 6 Wegenverkeerswet 1994 (WVW) te kunnen spreken. Bovendien heeft de aangever een verkeersfout gemaakt die in grote mate heeft bijgedragen aan het ongeval doordat hij in de buurt van een voetgangersoversteekplaats is overgestoken op een plek waar dat niet is toegestaan.
Het letsel van de aangever kan niet worden gekwalificeerd als zwaar lichamelijk letsel, omdat niet is gerapporteerd over het uitblijven van volledig herstel of blijvende littekens.
‘vol’opzet.
‘accident’, ofwel een ongeval, had gehad. De verdachte heeft verklaard dat hij deze getuige niet heeft gezien of gesproken. De rechtbank heeft echter geen aanleiding om te twijfelen aan de verklaring van de onafhankelijke getuige, die geen belang heeft bij het afleggen van een valse verklaring. Dat de verdachte met
‘accident’enkel zijn buitenspiegel zou hebben bedoeld, vindt de rechtbank niet aannemelijk. De verdachte moet zich, gelet op de aard en omvang van de schade aan de personenauto, hebben gerealiseerd dat hij een (ernstige) aanrijding had gehad. Daar past ook bij dat de verdachte volgens de getuige direct na de mededeling over een
‘accident’instapte, snel optrok en snel wegreed. Bovendien heeft de eigenaar van de auto verklaard dat hij korte tijd na de aanrijding werd gebeld door de bestuurder, die hem vertelde dat hij een voetganger had geraakt met de autospiegel.
opde Dordtsestraatweg, zich zodanig heeft gedragen dat een aan zijn schuld te wijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden, door met dat motorrijtuig roekeloos
, in elk geval zeer, althans aanmerkelijk, onvoorzichtig, onoplettend, onachtzaamop die weg te rijden, welk rijgedrag hierin heeft bestaan dat hij
,
(tenminste)122 kilometer per uur,
in elk gevaleen veel hogere snelheid dan de ter plaatse toegestane maximumsnelheid van 50 kilometer per uur
, in elk geval met een, gelet op de omstandigheden en de verkeerssituatie ter plaatse, veel te hoge snelheiden
/of
/of
/of
/of
/of
danwel zodanig lichamelijk letselwerd toegebracht
, dat daaruit tijdelijke ziekte of verhindering in de uitoefening van de normale bezigheden is
al dan nietals bestuurder van een motorrijtuig betrokken was geweest bij een verkeersongeval dat had plaatsgevonden in Rotterdam op/aan
deDordtsestraatweg, op
of omstreeks19 augustus 2023 de (voornoemde) plaats van vorenbedoeld ongeval heeft verlaten, terwijl daardoor, naar hij wist
of redelijkerwijs moest vermoeden, een ander
(te weten [slachtoffer] ), aan wie bij dat ongeval letsel was toegebracht, in hulpeloze toestand werd achtergelaten;
6.Strafbaarheid feiten
7.Strafbaarheid verdachte
8.Motivering straf
2025, waaruit blijkt dat de verdachte, naast de hiervoor genoemde strafbeschikking, na de onderhavige aanrijding door de kantonrechter is veroordeeld wegens rijden zonder rijbewijs. Daarop is artikel 63 Wetboek van Strafrecht van toepassing.
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Bijlagen
11.Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 24 (vierentwintig) maanden;
, groot 6 (zes) maanden,niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
de bevoegdheid motorrijtuigen te besturenvoor de duur van
24 (vierentwintig) maanden;
waardoor die [slachtoffer] zwaar lichamelijk letsel, te weten een open verbrijzelingsbreuk van het linker scheenbeen en het kuitbeen, danwel zodanig lichamelijk letsel werd toegebracht, dat daaruit tijdelijke ziekte of verhindering in de uitoefening van de normale bezigheden is