4.4.Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan, en op grond van de redengevende inhoud van het voorgaande, is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 en 2 ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
1
hij op
of omstreeks17 oktober 2023 te Rotterdam als bestuurder van een
motorrijtuig (personenauto), zich zodanig heeft gedragen dat een aan zijn schuld te
wijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden, door met dat motorrijtuig
roekeloos,
in elk geval zeer, althansaanmerkelijk onvoorzichtig en
/ofonoplettend
en/of
onachtzaam en/of met verwaarlozing van de te dezen geboden zorgvuldigheidte
rijden op de voor het openbaar verkeer openstaande weg, de Rijksweg A16,
welk genoemd rijgedrag hierin heeft bestaan dat hij, verdachte, toen daar,
terwijl hij, verdachte, een stilstaande, althans langzaam rijdende, file naderde en
/of
(inmiddels) één of meer portalen met matrixborden waarop een maximumsnelheid
van 50 km/u was aangegeven was gepasseerd,
- met een snelheid van ongeveer 90 km/u,
in ieder geval met een hogere snelheid
dan ter plaatse was toegestaan,heeft gereden
en/of is blijven rijdenen
/of
- ( aldus rijdende) zijn snelheid niet zodanig heeft geregeld dat hij, verdachte, in
staat was dat door hem bestuurde motorrijtuig tot stilstand te brengen binnen de
afstand waarover hij, verdachte, de weg kon overzien en waarover deze vrij was
en
/of
- een of meer mobiele telefoon(s) heeft bediend en/of zijn blik (continu) gericht
hield op die mobiele telefoon(s) en/of (aldus doende) zijn aandacht niet
voortdurend op de weg vóór zich heeft gehouden en/of
- niet (tijdig) heeft opgemerkt dat een voor hem rijdend motorrijtuig (personenauto,
merk Citroën) (inmiddels) stilstond en
/of
- ( vervolgens) tegen die Citroën is aangebotst of is aangereden,
waardoor die Citroën werd opgeduwd tegen de vóór die Citroën stilstaande
personenauto,
als gevolg waarvan [slachtoffer 3] en
/of[slachtoffer 2] (inzittenden Citroën) en
/of[slachtoffer 1]
(bijrijder van verdachte) zwaar lichamelijk letsel of zodanig lichamelijk
letsel werd
(en)toegebracht, dat daaruit tijdelijke ziekte of verhindering in de
uitoefening van de normale bezigheden is ontstaan, te weten:
- een bloeduitstorting tussen schedel en hersenen en
/ofbloed tussen de
hersenvliezen en
/of
- letsel van de zenuwen in de centrale hersenen en
/of
- een longkneuzing van de linker- en
/ofrechterlong;
- breuken in borstwervels 1 tot en met 5, breuken in ribben 2 tot en met 5 aan de
linkerzijde, breuken in ribben 4, 5, 8 en 9 aan de rechterzijde, breuken in het
borstbeen, breuken in het rechter schouderblad en
/ofbreuken in de oogkas en
/of
- een verhoging van de hartenzymen in het bloed, mogelijk passend bij een
kneuzing van het hart;
- een breuk van het borstbeen met daarachter een bloeduitstorting en
/ofbreuken
van rib 3, 4, 5 en
/of6 aan de linkerzijde van de borstkas;
2
hij op
of omstreeks17 oktober 2023 te Rotterdam als verkeersdeelnemer, namelijk
als bestuurder van een motorrijtuig (personenauto), daarmee rijdende op de voor
het verkeer openstaande weg, de Rijksweg A16, zich zodanig heeft gedragen dat
gevaar op die weg
/wegenwerd veroorzaakt,
althans kon worden veroorzaakten
/of
het verkeer op die weg
/wegenwerd gehinderd,
althans kon worden gehinderd,
welk genoemd rijgedrag hierin heeft bestaan dat hij, verdachte, toen daar,
terwijl hij, verdachte, een stilstaande, althans langzaam rijdende, file naderde en
/of
(inmiddels) één of meer portalen met matrixborden waarop een maximumsnelheid
van 50 km/u was aangegeven was gepasseerd,
- met een snelheid van ongeveer 90 km/u,
in ieder geval met een hogere snelheid
dan ter plaatse was toegestaan,heeft gereden
en/of is blijven rijdenen
/of
- ( aldus rijdende) zijn snelheid niet zodanig heeft geregeld dat hij, verdachte, in
staat was dat door hem bestuurde motorrijtuig tot stilstand te brengen binnen de
afstand waarover hij, verdachte, de weg kon overzien en waarover deze vrij was
en
/of
- een of meer mobiele telefoon(s) heeft bediend en/of zijn blik (continu) gericht
hield op die mobiele telefoon(s) en/of (aldus doende) zijn aandacht niet
voortdurend op de weg vóór zich heeft gehouden en/of
- niet (tijdig) heeft opgemerkt dat een voor hem rijdend motorrijtuig (personenauto,
merk Citroën) (inmiddels) stilstond en
/of
- ( vervolgens) tegen die Citroën is aangebotst of is aangereden,
waardoor die Citroën werd opgeduwd tegen de vóór die Citroën stilstaande
personenauto.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.